De zee vol sterren
Een boot die op de wijde zeeën vaart hoeft nog niet direct te betekenen dat ze ook iets zinvols doen, maar dit schip had een heel andere aanpak van simpel.
De kapitein en de bemanningsleden waren geen handelaren, geen piraten en ook geen passagiersschip.
Nee, ze zijn onderzoekers
Vele jaren vaarden ze al over de wateren tot het einde van de wereld, wat ze al menig malen hebben meegemaakt.
Maar hun doel hebben ze nooit behaald.
De zee vol sterren.
De zee vol sterren was niet precies zoals gezegd een zee vol sterren.
De zee vol sterren was een zee ergens op het puntje van de wereld, waar alle sterren een kleine replica hadden bewaard onder het wateroppervlakte.
Volgens velen waren de sterren in die zee de zielen van dierbare overledenen, volgens anderen was het enkel een mythe en bestond die niet.
Maar de ontdekkingsreizigers waren vastbesloten om de zee vol sterren te vinden voor het dageraad van de eerste dag van het nieuwe jaar.
Maar dat ging nog lastig worden, want ze hadden nog maar drie dagen.
De kapitein riep zijn bemanningsleden bij elkaar.
,,hoe denken jullie dat we de zee van sterren kunnen vinden ?”
,,we moeten naar het noorden!” schreeuwde de ene.
,,we moeten naar het zuiden !” riep een ander.
Zo ging het nou altijd.
De volgende ochtend liep de kapitein al piekerend door zijn kajuit.
Hij had al zijn kaarten op tafel liggen, sommige waterwegen waren niet goed meer te zien door alle lijntjes die hij erop had getekend.
,,Land in zicht !”
Al snel meerde het schip aan bij een havenstad en de kapitein liep samen met zijn bemanningsleden door het stadje heen op zoek naar nieuwe kaarten.
Winkeltje in, winkeltje uit, maar ze vonden er geen één.
De kapitein begon boos te worden.
Als ze de zee binnen nu en een twee dagen niet gevonden hadden was alles voor niets geweest.
Maar toen vielen zijn ogen op een kompas.
Het draaide niet mooi naar het noorden, het draaide niet mooi naar het zuiden, maar het draaide rondjes.
,,dat kompas wijst u naar alles wat u graag wilt.” Zei de marktkoopman waarvan het winkeltje was. ,,voor drie goudstukken is die van u.”
De kapitein, die de man vreemd aankeek omdat die zo weinig vroeg voor het op de beschrijving afgaande waardevolle snuisterij haalde zijn schouders op en betaalde de som.
Met de kompas op zak liep hij met zijn bemanning terug naar het schip.
,,waar gaan we heen kapitein?”
De kapitein keek op zijn nieuwe kompas, dat opeens stil bleef hangen.
,,we gaan naar het westen.”
Voor uren vaarden ze, tot ze bij een eiland uitkwamen.
Daar liepen de mannen tegen een grot aan vol met edelstenen en goud.
,,dit is niet waar we naar zoeken, maar het is een welkome bijkomst !”
Snel zeulden ze alles aan boord van het schip, maar een aantal bemanningsleden overleden door de vallen die onderweg opgezet waren door de mensen die de schat daar bewaard hadden.
Het schip ging verder na een laatste eerbetuiging aan de overledenen.
De kapitein keek weer op diens kompas.
,,we gaan hier naar het Noorden.”
En dat deden ze.
Voor meer dan een half dagdeel vaarden ze, vaarden ze over de wilde en de rustige zeeën.
Maar het kompas bleef maar naar het noorden wijzen zonder daarvan af te dwalen.
,,kapitein, varen we nog wel goed ?” vroeg zijn stuurman, maar de kapitein hield voet bij stuk. ,,ja stuurman, we zitten goed.”
Nog een dagdeel verstreek en de bemanning begon hem te knijpen.
Over een aantal uur was de jaarwisseling en hadden ze hun doel niet weten te behalen.
En toen, toen begon de kompas zich vreemd te gedragen.
De naald draaide rondjes, eerst rustig, maar toen steeds sneller.
,,we zijn er ! we zijn er !” riepen de bemanningsleden en allemaal renden ze naar de reling om een blik overboord te kunnen werpen.
Maar alles wat zij zagen was het donkere water met niets meer dan de doodnormale weerspiegeling van de sterren en de maan die ze al kenden.
Teleurgesteld gingen ze weer aan het werk op het dek, niemand had de hoop er nog in om de zee vol sterren te vinden.
Uitgeput van het vele en lange werken van de afgelopen dagen gingen ze met de hoop in de schoenen slapen.
Maar oh jee, de bemanning mocht wel beter opletten.
Het schip lag te dicht bij een maalstroom en het schip raakte erin verzeild.
De kapitein en zijn bemanning hadden geen tijd om eruit te geraken.
Schreeuwend, tierend en smekend gingen ze met het schip ten onder.
Tien minuten voor het nieuwe jaar, de bemanning was gevallen.
Maar hun doel was toch bereikt.
Dierbare geesten werden sterren in de zee vol sterren.
En zo werden de kapitein en diens bemanningsleden zelf sterren en hadden ze daarmee de zee vol sterren bereikt opdat het niets meer dan de wonderbaarlijke onderwereld der mensen zielen bleef.
Reageer (1)
I like it ^^
1 decennium geleden