Foto bij 001

Ik lag op een bed, alleen, starend naar het plafon. De wereld draaide niet meer, en stond stil bij iedere pijn die er door mijn lichaam sneed. Het gegil, de pijn van mijn ouders galmde nog steeds door mijn hoofd. Niemand, ik was alleen, al twee maanden, waar moest ik heen. Ik kon hier niet langer blijven. Het leek net of dat ik nog alleen over was. Daar lag mijn hart nog, brandend van verlangen, de tranen waren opgedroogd maar de pijn ging niet zomaar weg. Mijn hart verlangde naar liefde en geluk. Het leek net of dat mijn hersenen waren uitgeschakeld, en ik alleen nog nadacht met mijn hart. Het gevoel van alleen zijn is raar, het lijkt net of dat de kamer steeds donkerder wordt en je opslokt wordt in zijn duisternis. Opnieuw en opnieuw, maar opeens hoorde ik weer geluid, getik. Ik herkende het, het was van een uil, tikkend op een raam. Ik keek naar het raam van de kamer, en vernauwde mijn ogen voor het binnenkomende licht. Ik liep naar het raam en herkende de uil. Ze was van een vriend van mij, opeens voelde ik mijn hart weer zachtjes kloppen. Ik opende het raam en liet de uil binnen, ze kwam op mijn schouder zitten. Ik haalde de brief er vanaf en aaide de uil nog een keer. hoe heette ze ook alweer? owja ,Yue, ze was volgens mijn vriend vernoemd naar mijn achternaam. Ik voelde het geluk van mijn herinnering weer op borrelen, een glimlach speelde rond mijn lippen. Was iemand me na al die tijd toch nog niet vergeten. Ik opende de brief en zag het vertrouwde handschrift weer. Hij was nooit zo'n schrijver geweest, maar hij wist altijd wel precies uit te leggen wat hij bedoelde in niet zoveel woorden. Misschien lijkt het nietszeggend, maar voor mij betekende dit al heel veel.

Lieve Avalon,

waar ben je toch?
ik zie en hoor de laatste tijd niks van je, eigenlijk al een paar jaar niet.
ik had zelf ook moeten schrijven, maar ik was druk bezig. Natuurlijk is dat geen excuus.
Ik dacht weer aan je, toen ik hoorde dat er een quidditch toernooi werd georganiseerd.
Ik wil je graag zien, als je mee wilt kom dan deze donderdag naar de lekke ketel.
Ik zal op je wachten,
Ik mis je namelijk.

dikke knuffel,
Oliver Wood


Het leek net of dat er iets in me knapte, een traan gleed over mijn wang. Ik veegde hem ruw weg, daar had ik nu geen tijd voor. Ik had geen benul van welke dag het was. Ik begon terug te rekenen, en kwam er achter dat het vandaag al donderdag was. Ik keek op mijn horloge, het was pas half 7 's ochtends. Dus hij had pas vandaag bedacht, vroeg in de ochtend. Of zijn o-zo-lieve uil was heel traag geworden. Aan de ene kant wilde ik niet dat hij me zo zag, ik was vermagerd en was net een zwerver. Maar aan de andere kant, ik wilde ook weer plezier hebben en het gevoel van net weer op nieuw beleven. Ik wilde hier niet voor eeuwig vast zitten. Ik had wel geluk, ik "woonde" al in de lekke ketel, twee maanden op precies te zijn. Het ministerie van toverkunst had me hier "tijdelijk" geplaatst. Ik zuchtte om mezelf, Ik moest opschieten, ik wilde de niet de indruk bij hem wekken dat het slecht met me ging. Ik bedankte de uil en gaf haar een uilensnoepje die ik nog over had, van toen ik nog een uil had. Maar op een dag was hij weg gegaan en nooit meer terug gekomen. Misschien was dat wel beter voor de uil. Ik griste wat kleding van uit mijn hutkoffer. Het was niet echt geweldig, maar ik had niks anders, want alles was vies en stonk of er zat bloed op. Maar ik kon het niet wassen, alleen maar weg gooien maar dan had helemaal geen kleding meer. Ik snelde naar de badkamer, sprong onder de douche en waste mijn haar en mijn lichaam. Het was fijn om weer een keer voor mezelf te zorgen. Al die tijd had ik mezelf verwaarloosd en mezelf niet eens in de spiegel aan gekeken. Ik stapte onder de douche uit en draaide de kraan dicht. Ik droogde mezelf af en droogde mijn haar met een andere handdoek. Ik kleden me zelf weer aan. Ik keek in de spiegel, ik zag er gelukkig weer schoon uit, alleen niet echt gezond. Ik smeerde wat make-up op, en keek mezelf weer aan in de spiegel, nu viel het minder op. Ik kamde mijn haar en liet het maar los hangen, ik had geen zin om het in te vlechten of in een staart te doen. ja, dat klopt, ik ben / of ik kan tamelijk lui zijn. Natuurlijk kan ik ook hard werken, maar daar ben ik nu te moe voor. Ik knipte mijn nagels en lakte ze rood. Ik deed mijn sandalen aan en liep weer naar de kamer. De uil van Oliver zat op mijn bureau en keek me schattig aan. Ik kon het niet laten om haar te aaien. Ze bleef me aankijken met haar grote bruine ogen. Ze wilde vast dat ik een antwoord terug schreef naar Oliver. Oke, dan maar ff vlug, ik kon het hem maar ff laten weten dat ik mee ging.

Lieve Oliver,

Ik ga mee.

Knuffels,
Avalon


Ik kon niks anders verzinnen op dit moment, er kwam bijna geen woord uit me. Misschien als ik hem weer zag dat ik dan wel op mijn woorden kon komen, ik had me zo lang niet gezien. Hoe zou hij er nu uit zien? Vast stukken langer en niet meer zo slungelig. grinnikend bond het briefje aan Yue's haar poot en ze vloog uit het raam. 'Kijk uit hé!' sorry maar ik kon het niet laten, ik moest en zal voor iemand zorgen, eigenlijk een wat. Ze was misschien een uil, maar ze begreep me wel. Ik snelde vlug uit mijn kamer ging naar beneden, het was nu kwart over 7. Ik bestelde vlug mijn ontbijt, en ging aan een tafel zitten. Toen mijn ontbijt werd voorgeschoteld propte ik het vlug naar binnen, ik had echt inmense honger. 'hey schoonheid!' hoorde ik een beeldschone stemmen zeggen, ik draaide me om en zag Oliver staan. Ik snelde naar hem toe en knuffelde hem. 'Ik ontving je brief, ik ben meteen gekomen.' zei hij en bloosde. 'Man, ik ben nog niet eens klaar met mijn ontbijt.' zei ik en porde hem in zijn borstkas en glimlachte naar hem. 'sorry, maar ik kon niet wachten om je te zien.' verontschuldigend keek hij me aan. 'Maakt niet uit, ik ben ook blij om jou weer te zien.' zei ik en knuffelde hem weer, Ik snoof zijn vertrouwde geur op. We hadden daarna nog zitten kletsen. Dit had ik echt gemist, het gevoel van vanmorgen keerde weer terug en liet mijn hart weer kloppen. 'Ik denk dat we zo moeten gaan, anders hebben we geen plek meer.' zei hij en stond op van zijn stoel. Het was inmiddels al 10 uur. 'Ok, ik nog ff mijn tas, ik ben zo terug.' zei ik maar voordat ik nog kon weg lopen drukte Oliver me nog tegen zich aan en drukte een kus op kruin. 'Ik hem je zo gemist.' pervelelde hij tegen mijn kruin aan. Ik lachten. 'Ik jou ook.' zei ik en huppelde (hoe raar het ook was) weer naar boven. Toen ik richting mijn kamer liep, herkende ik twee mensen die bij een deur stonden te wachten. Het was bij de kamer van de minister van toverkunst. Draco Malfoy en zijn vader stonden er er te wachten, wat deden hun daar?



Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen