*10* I'm a thinker

Ik wordt uitgerust wakker. Ik heeft nog nooit zo lekker geslapen. Dat kan er ook aan liggen dat ik nu weer mijn geheugen terug heb. Die confrontatie heeft erg geholpen. Als ik naar beneden loopt zie ik Katty zitten. Ze heeft een enorme kop koffie. Nu ik weer mezelf ben denk ik heel snel. Ik ben namelijk een onderzoekster en werd opgemerkt toen ik het wereldkampioenschap schaken won en toen ik zei dat ik dit eigenlijk veel te saai vond. Maar weer even terug naar Katty. Snel maak ik een diagnose over Katty: Grote kop koffie. Haar haar zit in een strakke paardenstaart, trainingspak aan en het belangrijkst zijn haar ogen: haar groen-grijze ogen staan heel erg moe: kortom ze is vannacht met iets bezig geweest en is nu nog steeds heel moe daarvan. Dit alles kost mij nog geen 5 seconden. Alsof Katty gedachten kan lezen kijkt ze me glimlachend aan en zegt: ik ben inderdaad heel erg moe. En hoe gaat het met je geheugen? hoor ik ineens achter me. Ik draai me om en zie Marc. Zijn haar zit door de war en hij loopt nog in zijn pyjama. Hij ziet er erg leuk en schattig uit. Ik bloos en zeg ik kan weer snel denken dus ja, het gaat goed met mijn geheugen. Vragend kijkt Marc me aan. Ik heb een diagnose over Katty gemaakt. Dan lijkt het kwartje te vallen bij hem. O zegt hij en wat kun je over mij vertellen vraagt hij met een ondeugende blik. Ik denk even na en zie van alles. Ik kijk hem aan en zeg: je bent verliefd. Katty moet lachen om het rare gezicht dat Marc trekt als ik doorloop opzoek naar wat te eten. Dat deed ik omdat hij anders mijn gezicht zou zien: Ik bloost ongelooflijk.