Foto bij 34. Second assignment

'Harry, heb jij Hermelien of Ron nog gezien?' Ik liep op hem af in de gang en struikelde bijna over mijn eigen voeten. Hij schudde zijn hoofd, maar belangrijk vonden we het niet echt. Ze konden hun plan wel trekken. We liepen samen de marmeren trappen op om nog wat voorbereidingen te maken voor de volgende opdracht. Harry had nog altijd niets om onder water te kunnen ademen en raakte het stilaan beu. De zenuwen gierden door zijn aderen en zijn adem stokte in zijn keel alleen al door de gedachte. Ik glimlachte breed en begon wat te dansen en te huppelen om zijn gedachtes wat te verzetten, maar niets leek te helpen. Nog een half uurtje en dan was het zover. In dat halfuur gebeurde bijna niets, alleszins niets belangrijk, dus ga ik onmiddellijk door naar het begin van de wedstrijd.

Ik liep het pad op, op weg naar het meer. Groepen leerlingen stroomden toe. De opwinding was van hun gezichten af te lezen. De vier kandidaten stonden al klaar met een badjas om hun lenden en waren bezig zichzelf een beetje op te warmen. "Harry!" Toen hij opkeek, zwaaide ik opgetogen met een glimlach op mijn gezicht. Perkamentus sprak iedereen weer toe, waarna een kleine plof de deelnemers in het water deed springen.

[/HarryPov.]
Een pijn deed mijn lichaam kronkelen. Ik wist niet wat het was en al zeker niet waardoor het kwam. Kieuwen openden zich in mijn halsstreek en aan mijn voeten werden vinnen gevormd. Ik begon als een gek te zwemmen. Geen enkele kandidaat was nog te zien en zelf wist ik niet wat ik moest doen. Ik bleef zwemmen en zoeken, totdat ik plots op mijn rechterkant werd aangevallen. Een schel getier drong mijn trommelvliezen binnen en het eerste moment dacht ik dat het een meermonster was, maar als ik de schim van dichterbij kon bekijken zag ik lange, zwarte haren om een mensengezicht dansen. Ik nam mijn toverstaf in mijn hand en probeerde de schim bang te maken, maar mijn poging was tevergeefs. Het vuur danste in haar ogen en haar witte kleed hing om haar lichaam. Toen begon het bij me te dagen. Yiva! schreeuwde het in mijn gedachten. Ik probeerde me uit de voeten te maken, maar een lang, glinsterend touw die uit haar toverstaf verscheen, greep me bij de enkels vast. Ik kon niets ondernemen. Ik kon geen spreuken uitspreken en het touw liet me niet zomaar los. Plots vloog een stevige haaiop Yiva af en beet haar in de hals. Ondertussen maakte ik mezelf uit de voeten en zwom naar de vier palen waaraan Cho, Ron, Hermelien en een meisje, die ik van ver niet kon herkennen, hangen. Aan mijn linker kant werd Cho meteen bevrijd door Carlo en aan mijn rechterkant kreeg Viktor ook Hermelien los. Alleen Fleur was nergens te bespeuren. De meermonsters probeerden me tegen te houden, maar ze werden geweerd door mijn houten staf. Ik kreeg Ron los en toen ook het meisje met het blonde paardenstaartje. Het werd een zware strijd om ze naar boven te brengen en het werd moeizamer toen mijn adem opraakte doordat mijn kieuwen en vinnen verdwenen. Ik stuurde Ron & het jonge meisje naar boven, maar zelf viel ik de angstaanjagende diepte in. Mijn ogen sloten zich langzaam en ik voelde mijn lichaam slap worden.

[/DawnPov.]
Niemand zag het gebeuren. Was ik nu werkelijk de enigste? Ik sloop tussen de mensenmassa vandaan en liep naar de trap aan de linkerkant. Voorzichtig liet ik mezelf afdalen en zette me op een trede neer. Even, wat maar een seconde of twee duurde, dacht ik na over welke spreuk ik zou gebruiken, maar toen ik het wist, fluisterde ik hem stil tussen mijn lippen, zodat niemand het zou horen. Harry rees met een grote snelheid het water uit en denderde op de houten pier. Ik hoorde hem luidkeels hoesten, dus dat wilde zeggen dat alles in orde was met hem. Vlug maakte ik mezelf uit de voeten voordat Perkamentus me vinden zou. "Harry!", schreeuwde ik nog steeds bezorgd, "is alles in orde?" Hij keek op, stond daarna recht en omhelsde me met zijn natte lichaam. "Goed zo! Nu heb je me helemaal nat gemaakt. Sukkel." zei ik met een nep, boos gezicht.

Beiden begonnen we te lachen en een luid gejoel steeg op vanuit het publiek. Nu ook, kwam Fleur op hem afgelopen, dankte hem en streek een kus op zijn kruin. Ik wierp een ongeloofwaardige blik op haar en wandelde dan met Harry terug naar het kasteel. Op de weg terug vertelde hij me alles over wat er zich daar onder water afgespeeld had. Ik kon werkelijk mijn oren niet geloven. Dit was het moment waarop mijn hart gebroken werd. Waarop mijn ziel uit mijn lichaam werd gerukt en alles voor mijn ogen zwart werd, waarna in de ziekenboeg mijn oogleden zich weer openden. Ik wist niet wat ik moest denken en al zeker niet wat ik moest gaan ondernemen. Harry stelde voor om samen op Yiva af te stappen en haar met de feiten te confronteren. Maar ik sloeg zijn voorstel in de wind en stapte zelf op haar af, niet wetende hoe ze zou reageren.
"Hallo." zei ik terwijl ik nonchalant tegen een marmeren pilaar aan ging leunen. Yiva keek me arrogant aan en begon toen te lachen.

"Heeft onze lieve jongen klikspaan moeten spelen?" zei ze op een spottende toon. Ik kon het niet geloven. Die lieve meid, veranderd in een afschuwelijk, arrogant monster. Een zucht ontsnapte door mijn lippen heen en ik sloeg mijn ogen ten hemel. "God kan je nu niet helpen hoor meid. Je zal het op je eentje moeten opknappen." zei ze lachend. Ik schudde gekwetst mijn hoofd, keek haar streng aan en duwde mijn toverstaf onder haar kin. "Als je mijn vrienden met een vinger durft aan te raken, dan kom ik je persoonlijk met mijn blote handen vermoorden. Neem dat maar van mij aan." zei ik zo arrogant mogelijk, om mijn verdriet te verbergen. Ze nam het heel anders op dan ik verwacht had. Ik verwachte dat ze gewoon mijn bedreiging ging negeren en ging weglopen. In plaats daarvan begon ze te lachen. Haar schelle lach ging door merg en been waarbij iedereen zich uit de voeten maakte. Iedereen kwam te weten wat Yiva had uitgevreten. Niemand moest haar nog, iedereen ging haar uit de weg. Jammer genoeg durfde ook niemand nog wat zeggen, uit angst dat ze hen wat zou aandoen. Zelfs de professoren ondernamen niets. Perkamentus ontkende ieder bewijs over het feit dat Yiva Harry zou aangevallen hebben. Hij wist dat we nooit tegen hem zouden liegen, maar toch geloofde hij ons niet. Of tenminste wilde hij ons niet geloven.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen