000||Proloque

Een traan biggelde over mijn wang. Jasper veegde hem weg en kuste mijn voorhoofd. ‘Blijf.’
Mijn stem klonk klein en verraadde het brok in mijn keel. ‘Ik moet gaan,’ zei hij zacht en zijn bruine ogen boorden zich in de mijne. ‘Dat begrijp je toch wel Cece?’
Ik slikte maar knikte terwijl ik mijn tranen weg knipperde. ‘Ik kom terug,’ beloofde hij voor hij me losliet en naar zijn paard liep. HIj steeg op en zwaaide een laatste keer voor hij het paard keerde en wegreed. Ik bleef wachten, maar hij kwam niet terug. Nooit.
Reageer (1)
oe janne gaad verder lezen woehoe en abo en kudo(H)


1 decennium geleden