Hoofdstuk 9
De volgende ochtend bleek dat Liam al weg was. Fijn. Het kwam me eigenlijk wel goed uit dat ik alleen kon jagen. Dan kon ik ook nog even na denken. En naar Helena natuurlijk. Het zat me wel dwars dat Liam zo boos op me was. Toen ik het kamp uit liep zag ik Thomas voor me uit lopen. Ik volgde hem. Nu konden we mooi samen jagen. Toen ik hem weer in het oog had in het bos, viel het me op dat hij geheimzinnig deed. Hij bleef maar om zich heen kijken en liep flink door. Ik besloot me nog neit te laten zien en hem gewoon te volgen. Hij liep echt een heel eind het bos in tot hij verdween achter varens. Nu moest ik uit kijken. Ik sloop geluidloos dichterbij zoals Liam me geleerd had. Opeens hoorde ik stemmen. Ik vliel plat om mijn buik en kroop verder de varens in. Opeens was er een groot bruin ding voor me. Ik keek omhoog. Een boom. Ik stond voorzichtig op en klom er in. Vanaf hier had ik perfect uitzicht. Thomas stond te praten met een man. De man had een blauw iets aan met daarop het teken van een vogel die een rode bes in zijn mond had. Ik kende dat teken ergens van.
'Dus... hebt.. haar.' Ik verstond wat ze zeiden in vlagen. Thomas knikte. Kijk, dat kon ik tenminste volgen.
'...Zeker?'
'Ze..laten zien.'
Wat wisten hij zeker? Wat had wie laten zien?
'...haar verkeurt.. zon.. maan' Dit klonk vaag. De man in het blauw knikte.
'..doorgeven.' Hierbij klopte hij Thomas op zijn schouder en draaide zich om. Zodra de man uit het zicht was liet Thomas zijn schouders hangen. Hij zag er verslagen uit. Maar ik ging niet daar hem toe. Het was duidlijk dat niemand van dit gesprek had mogen weten. Na een tijdje draaide ook Thomas zich om en liep terug naar het kamp. Ik klom een stuk naar beneden en sprong uit de boom. Mijn benen begonnen daarboven al pijn te doen van het zitten. Ik liep naar de plek waar Thomas en de man net nog hadden gestaan, maar ik zag niks. Toen ik me omdraaide begonnen de bomen weer te fluisteren in een taal die ik niet begreep maar wel ergens van herkende.
'Liam!' Ik wist dat hij me gehoord had. Zijn gehoor was uitstekend. 'Liam! je hoort me wel! Het spijt me, oke. Het spijt me dat ik je zo het laten schrikken met He..de draak.'
Hij stond stil. Ik rende nog steeds achter hem aan. Toen ik eindelijk bij was, moest ik heel even op adem komen.
'Ik wist niet dat het zo'n inpackt op je zou hebben oke. Echt. Je bent mijn enige vriend hier, ik wil geen ruzie.'
'Met Thomas lijk je het anders ook aardig te kunnen vinden..'
'Thomas is anders en daarbij hij doet vreemd. Hij praatte net met een man in het bos.' Ineens had ik Liam zijn aandacht.
'Een man?'
'Ja een man ja. Ik kon het gesprek maar in een paar vlagen horen, dus ik weet niet waar het over ging.'
'Hoe zag die man er uit?'
'Euhm.. hij had bruin haar en een beetje een baardje en hij was geloof ik niet zo groot, maar ik zat in een boom dus ik weet het niet zeker en..'
'Nee, nee. Wat had hij aan?'
'Een blauw shirt met het teken van een vogel met een rode bes in zijn bek er op. Ik ken dat teken ergens van, maar ik weet niet waar.'
Liam zijn kop was gespannen. 'We moeten nu terug.'
'Wat is er?'
'Dat teken is van Miss Valissa. Thomas geeft informatie door.' We waren net begonnen met lopen maar ik stond ineens stil.
'Wat? Kom op we hebben haast.' Ineens vielen bij mij alle stukjes op zijn plek. Hij had niet echt verbaasd geleken toen ik hem vertelde dat ik een zon-maankind was. Het was gespeelt. En zonet, met die man. Ik verstond nog, zon.. maan. Waarom? Ik sloeg mijn hand voor mijn mond en mijn ogen vulden zich met tranen.
'Alice. We hebben hier geen tijd voor. Kom mee! Wat is er nou?' Liam werd ongeduldig maar ik moest het nu vertellen.
'Liam, ik heb Thomas gisteravond alles over mij verteld. Echt alles.'
'En nu hebben we al helemaal haast.'
In een noodvaart renden we naar het kamp. We stormden binnen en renden gelijk door naar de tent van She Wolf.
'Waarom komen jullie zo binnen stormen? Jullie hebben geluk dat ik net klaar ben met de vergadering.'
'We hebben een groot probleem. En het moet nu besproken worden.'
'Ik heb nu wel even tijd.' She Wolf ging zitten.
'Alice, zag Thomas net in het bos met een man van Miss Valissa praten. En ze heeft hem de nacht hiervoor alles over haar verteld. Hij heeft alles waarschijnlijk aan die man verteld. We moeten iets doen! Valissa weet dat we haar hebben. Ze zal het er nu echt niet bij laten zitten!'
She Wolf fronste even. Voor het eerst sinds ik hier was, leek ze het even moeilijk te hebben.
'Alice, weet je zeker dat hij die man over jou verteld heeft?'
Ik knikte 'Bijna zeker. Ik ving een paar dingen op als zon..maan.. haar verkleurt. weet je het zeker? enzo.'
'Liam, roep mijn generaals nu bij elkaar.' Liam knikte en liep naar buiten.
'Wat gaat er gebeuren She Wolf?'
'We hebben oorlog Alice.'
Reageer (1)
Spannend!
1 decennium geleden