042 Fay lè Animalia
Ik word wakker van een zacht geritsel in de bosjes en zachtjes wrijf ik de slaap uit mijn ogen. Naast me hoor ik Aine wat roepen naar een vage schim. Het duurt even voordat mijn ogen weer voor honderd procent werken maar dan zie ik dat die schim Elvyne is. Ik spring over eind, storm op haar af en trek haar in een dikke knuffel, nu pas besef ik hoeveel ik haar heb gemist. Lachend kijk ik haar aan ‘Waar ben je geweest’ zeg ik vrolijk maar mijn gezicht betrekt als ik zie hoe slecht ze er uit ziet. Haar hele lichaam zit onder de wonden en schrammen en ze is helemaal bedekt met modder. ‘Wat is er met je gebeurt’ vraag ik bezorgt. ‘Ik heb het gevonden, ik heb het gevonden’ fluistert ze vermoeit. ‘Wat heb je gevonden’ vraag Aine zacht. ‘De grot, jullie moeten het gewoon zien’ zegt ze enthousiast en ze probeert ons mee te trekken maar stort al snel vermoeit in elkaar. ‘Zullen we morgen maar gaan kijken’ fluister ik zachtjes in haar oor ‘Je bent nu nog te vermoeit’ Ik zie in haar ogen dat ze teleurgesteld is maar uiteindelijk knikt ze dan toch maar. Ik en Aine tillen haar zachtjes op en nemen haar mee naar het beekje dat vlak langs de plek waar we net geslapen hebben loopt. Ik zie dat Aine weg loopt maar ik besteed er verder geen aandacht aan. Zachtjes begin ik Elvyne haar gezicht en wonden schoon te maken. Als ik een van de wonden aan raak zie ik dat haar gezicht betrekt. Ze heeft echt veel pijn en ik probeer zo voorzichtig mogelijk verder te gaan.
Als ik helemaal klaar ben zie ik dan Aine aan komt lopen met verschillende planten en kruiden. Ik kijk haar verbaast aan maar ze zegt niks en loop snel door naar Elvyne. Eenmaal daar begint ze met het verzorgen van de wonden en ik probeer maar vast weer rustig mijn slaap te vatten.’
De volgende morgen word ik weer zachtjes wakker geschut door Elvyne. Vermoeit open ik mijn ogen. ‘Kom we gaan naar de grot’ roept ze vrolijk en meteen ben ik klaar wakker. Ik ben inmiddels wel benieuwd wat ze met die grot bedoelt. Ik spring overeind en zie dan dat Elvyne haar wonden bijna helemaal weg zijn. Verbaast zakt mijn mond open. Elvyne kijkt me lachend aan en begint me een heel verhaal te vertellen over hoe goed Aine haar geneeskunde is en dat ze later dokter moet worden. Ik kijk ze allemaal eventjes lachend en trek ze in een groepsknuffel. Ik zie dat Aine vrolijk mee doet maar ik voel Elvyne een beetje verstijven, maar al snel ontspant ze zich weer. Ze is echt veranderd eerst was ze altijd dat verlegen meisje maar nu komt ze gelukkig aardig los en kan ze lekker zichzelf bij ons zijn.
Als we ons weer uit de knuffel verlost hebben loop ik nog snel eventjes naar het beekje toe om een slokje water te drinken en dan gaan we samen op pad.
De reis is zwaar we lopen nu al uren door het oerwoud te ploeteren en ik voel mijn maag grommen als ik in de verte een bananen boom zie staan. Ik klinkt een luid gilletje uit mijn mond en snel ren ik er naar toen. Ik zie de meiden eventjes verbaast kijken maar ik zie hun gezichten al meteen opklaren als ze ook de boom zien. Maar al snel betrekt Elvyne haar gezicht weer. ‘Hoe gaan we daar ooit komen, dat ding is minstens drie meter hoog’ zegt ze een beetje teleurgesteld en dan betrekt ook Aine haar gezicht maar ik blijf nog steeds de zelfde grote glimlach op de mijne houden. Ik draai me om en klim met gemak als een aapje de boom in. Ik zie ze toekijken met een grote glimlach en snel gooi ik de bananen naar beneden. Ik weet niet waarom maar op eens moet ik aan Timon denken, ik mis hem. Waarom kunnen we niet gewoon terug, terug naar huis. Snel schud ik die gedachten weer van me af, het kan niet, we hebben geen idee waar we zijn en waarom. Voorlopig zit naar huis gaan er dus ook nog niet in. Snel spring ik de boom uit en kijk verlekkerd naar de banen. Ik gris er een van de tros af en alle drie beginnen we de banen op te eten. Man wat heb ik een honger.
Het is inmiddels al weer een paar uur verder en mijn voeten beginnen pijn te doen. In de verte zie ik een grot opduiken en er komt een grote grijns op Elvyne haar gezicht. Ze trekt een sprintje en snel ren ik haar achter na. Als we daar aangekomen zijn stap ik snel naar binnen en mijn mond zakt open van verbazing, wat ik zie is gewoon onbeschrijfelijk.
Reageer (2)
snel veder gaan
1 decennium geledenoehh, wat ziet ze??
1 decennium geledensnel verder!!!!!