|| 10
En toen waren we bij hoofdstuk 10, er staan nog wat dingen te gebeuren. Hopelijk blijft het boeiend, mijn schrijfstijl kennende
Ik zuchtte chagrijnig, waarna ik me omdraaide om naar de achterkant van de wagen te lopen. June was ondertussen ook uitgestapt, maar ze leek niet echt van plan me te helpen. Nou moest ik bekennen dat ik eigenlijk ook niet zo behulpzaam was als het om zware dingen tillen ging. Normaal gesproken was dat meer iets voor mijn broer, hoewel hij jammer genoeg niet genoeg spiermassa had om al die tonnen in zijn eentje te doen. Ik haalde mijn schouders op en ging klaar staan om te helpen. Dit keer ging het sneller, misschien wel omdat we het minder ver hoefden te tillen. Aanpakken, neerzetten en richting het terras. Ik was ook erg opgelucht toen deze tonnen voor de ingang van ‘The Elde Inn’ stonden. Niet dat mijn armen het daarmee eens waren.
‘Ik ga Renado even zoeken, wacht anders hier maar,’ zei Jake en hij liep richting de stenen kegel. Ik liep naar June, die een zitplekje aan de rand van het terras had gevonden en het haarzelf gemakkelijk had gemaakt. ‘En? Bevalt het je hier?’ Vroeg ik aan haar, ze leek even na te moeten denken. ‘Het is heel anders, maar ik vind het wel leuk’ Was haar antwoord waarna ze even kort glimlachte. ‘Mooi, dan kunnen we je hier gerust achterlaten.’ June rolde met haar ogen en duwde me tegen mijn schouder aan. Ik grinnikte van haar reactie. ‘Oké, oké, dan niet’ Ik gaf haar een por in haar zij en zette mijn aandacht weer op de omgeving. Veel mensen waren nu niet buiten. Alleen stonden hier en daar wat Gorons die van het weer leken te genieten. De Gorons leefden op Death Mountain zover ik wist, ze waren voornamelijk bruin en hadden een bolle rug. Ik had ze altijd grappig gevonden, maar dat was dan ook het enige waar ik aan dacht als ik er één zag.
Ik keek naar het vreemde stalen huis achterin die zich onderscheidde van de andere gebouwen in Kakariko Village. Maar daar lette ik niet op. Voor het huis stond een mooi bruin paard met witte manen. Die witte kleur had ik nog nooit bij een paard gezien. Het dier was opgezadeld en stampte een beetje met de stevige hoeven in het zand. De deur van het gebouw ging open en er kwam een jongeman naar buiten. Hij had donkerblond haar wat in plukjes over zijn oren viel en was groen gekleed. Ik schatte hem ongeveer even oud als mij. Hij had versleten bruine laarzen aan en droeg een zwaard en schild bij zich, en hij zag er ook wel uit alsof hij daarmee overweg kon.
Ik haalde mijn schouders op, zonder echt in te kunnen schatten wat ik van hem moest denken.
Dus ik keek toe hoe hij zijn paard aaide, op het zadel klom en vervolgens de stad verliet. June speelde een beetje met haar jurkje en ik kon alleen maar zuchtten. Het duurde me te lang.
‘Ik ben het zat, ik ga eens kijken wat daar is.’ Zei June plotseling en ze stond op. Ze liep richting een paadje achter de stenen kegel.
Ik kende dat paadje ergens van. Alleen kon ik me niet echt meer herinneren wat daar was. Ik zag hoe June het paadje naderde met kleine voetstapjes. Opeens kwam de klik. ‘Euh June, weet je zeker dat je gaat kijken bij de begraafplaats?’
‘Ik ga Renado even zoeken, wacht anders hier maar,’ zei Jake en hij liep richting de stenen kegel. Ik liep naar June, die een zitplekje aan de rand van het terras had gevonden en het haarzelf gemakkelijk had gemaakt. ‘En? Bevalt het je hier?’ Vroeg ik aan haar, ze leek even na te moeten denken. ‘Het is heel anders, maar ik vind het wel leuk’ Was haar antwoord waarna ze even kort glimlachte. ‘Mooi, dan kunnen we je hier gerust achterlaten.’ June rolde met haar ogen en duwde me tegen mijn schouder aan. Ik grinnikte van haar reactie. ‘Oké, oké, dan niet’ Ik gaf haar een por in haar zij en zette mijn aandacht weer op de omgeving. Veel mensen waren nu niet buiten. Alleen stonden hier en daar wat Gorons die van het weer leken te genieten. De Gorons leefden op Death Mountain zover ik wist, ze waren voornamelijk bruin en hadden een bolle rug. Ik had ze altijd grappig gevonden, maar dat was dan ook het enige waar ik aan dacht als ik er één zag.
Ik keek naar het vreemde stalen huis achterin die zich onderscheidde van de andere gebouwen in Kakariko Village. Maar daar lette ik niet op. Voor het huis stond een mooi bruin paard met witte manen. Die witte kleur had ik nog nooit bij een paard gezien. Het dier was opgezadeld en stampte een beetje met de stevige hoeven in het zand. De deur van het gebouw ging open en er kwam een jongeman naar buiten. Hij had donkerblond haar wat in plukjes over zijn oren viel en was groen gekleed. Ik schatte hem ongeveer even oud als mij. Hij had versleten bruine laarzen aan en droeg een zwaard en schild bij zich, en hij zag er ook wel uit alsof hij daarmee overweg kon.
Ik haalde mijn schouders op, zonder echt in te kunnen schatten wat ik van hem moest denken.
Dus ik keek toe hoe hij zijn paard aaide, op het zadel klom en vervolgens de stad verliet. June speelde een beetje met haar jurkje en ik kon alleen maar zuchtten. Het duurde me te lang.
‘Ik ben het zat, ik ga eens kijken wat daar is.’ Zei June plotseling en ze stond op. Ze liep richting een paadje achter de stenen kegel.
Ik kende dat paadje ergens van. Alleen kon ik me niet echt meer herinneren wat daar was. Ik zag hoe June het paadje naderde met kleine voetstapjes. Opeens kwam de klik. ‘Euh June, weet je zeker dat je gaat kijken bij de begraafplaats?’
Reageer (1)
Omg
1 decennium geledenlink<3
snel verder