069
Liam James Payne
Het gaat steeds beter en de pijn is bijna helemaal weg. Ik heb nog steeds wel last van mijn ribben en dat zal ik ook nog wel even houden, maar het is te doen. Sarah en ik brengen meer tijd door samen, dan ooit te voren. Vandaag vertrek ik terug naar de jongens in Harry’s huisje. Na afscheid te hebben genomen en een rit van anderhalf uur, ben ik bij het huis van Harry. Ik druk op het knopje van de bel en een hyperactieve Louis opent de deur. ‘Liam!’ Roept hij enthousiast. ‘Hoi, Louis.’ Begroet ik hem terug. Hij trekt me in een verplettende knuffel, waarbij een zachte au mijn mond verlaat. ‘Oeps, sorry.’ Louis kijkt me schuldbewust aan. Ik haal mijn schouders op en loop verder naar binnen. Daar tref ik de rest van de jongens en Anne aan. ‘Hé Liam!’ Ik word van alle begroet en geknuffeld. Na alle begroetingen vraagt Anne hoe het met me gaat. Ik richt mijn aandacht op haar en geef antwoord. ‘Veel beter dan een week geleden. De meeste pijn is weg en de wonden zijn genezen. Ik heb alleen nog last van mijn ribben, maar niet zo erg dat ik niets kan doen.’ Ik glimlach zachtjes. ‘Ik ben blij voor je dat je jezelf beter voelt. Je ziet er ook beter uit dan vorige week.’ Anne legt even haar hand op mijn arm en loopt dan de kamer uit. Ik voel de ogen van de jongens op me branden. ‘Waarom staren jullie me zo aan?’ Vraag ik ze dan maar. Zayn haalt twijfelend zijn schouders op. ‘We willen wat meer over je weten. Wij hebben alles over onszelf verteld en weten inmiddels alles van elkaar. Maar van jou weten we nog helemaal niks. Alleen dat je veel in het ziekenhuis bent geweest.’ Vertelt Harry voorzichtig. Ik knik begrijpelijk. Ergens had ik deze vragen wel verwacht, iets wat ook normaal is. Maar ik weet niet of ik het al kan, mijn hele levensverhaal aan “vreemden” vertellen. Ik schraap zachtjes mijn keel. ‘Ik- eh – ik.’ Ik haal een keer diep adem. ‘Ik weet niet of ik er al klaar voor ben om alles aan jullie te vertellen. Het is nogal pijnlijk om erover te praten en aangezien ik jullie nog maar net ken.’ Ik staar naar de punten van mijn schoenen, die heel interessant zijn geworden. ‘Vertel dan wat je wil vertellen. De rest komt vanzelf wel.’ Niall komt naast me zitten en klopt me op mijn rug. Ik kijk de groep rond. ‘Oké, vraag maar wat jullie willen weten.’ Ik kijk de jongens één voor één aan. ‘Ik heb het gevoel dat je meer weet van het feit dat je in elkaar bent geslagen. Het leek alsof het normaal was.’ De woorden komen twijfelend uit Louis’ mond. Ik zucht diep en besluit om de jongens het verhaal te vertellen. ‘Ik heb twee jaar geleden ook al auditie gedaan bij X Factor. Toen moest ik naar huis in Judges Houses. Ik baalde enorm, maar legde me erbij neer. Iedereen op school had alles gezien en toen ik terug kwam, werd ik verschrikkelijk gepest. Alleen maar omdat ik niet door was naar de live shows. Het begon met wat schelden en duwen, maar algauw werd het erger. Sinds vorig jaar word ik bijna elke dag in elkaar geslagen en achtervolgt naar huis. Elke keer dat ik vrij was van school, was ik doodsbang om naar huis te gaan. Ik ben vlak voor mijn examens een dag vermist geweest. De pesters hadden me meegenomen naar het bos en hebben me daar weer in elkaar geslagen. Ik ben vaak naar de schoolleiding geweest om te zorgen dat het ophield, maar dat werkte niet. Sinds de laatste keer zijn ze wel van school getrapt, maar ik heb nog steeds de littekens. Hier kwam ik de grootste pester weer tegen en hij heeft me weer in elkaar geslagen. Alleen maar omdat ik ervoor zou hebben gezorgd dat hij zijn vrienden kwijt is en dat hij van school is gestuurd. De rest van het verhaal weten jullie.’ Mijn ogen kijken naar het tapijt en ik heb de kracht niet om op te kijken. De tranen branden achter mijn oogleden en langzaam glijden ze één voor één over mijn wangen. Het doet nog steeds pijn om erover te praten en ik word er elke dag weer aan herinnerd. Mijn lichaam staat vol met littekens en als ik mezelf in de spiegel zie, word ik automatisch meegenomen naar de dag waarop dat litteken gemaakt is. Ik voel vier paar armen om me heen en de jongens proberen me te troosten. Ik weet dat ik me nu van mijn zwakste kant laat zien, maar het kan me niets schelen. Ik heb een goed gevoel bij deze jongens en begin ze dan ook langzaam te vertrouwen. Mijn tranen blijven maar komen en ik besluit om naar buiten te gaan. Ik sta op zonder iets te zeggen. Ik voel de ogen van de jongens in mijn rug branden, maar ik negeer het gevoel. Buiten laat ik me op het gras vallen en sluit mijn ogen. Herinneringen flitsen voorbij, goede en kwade. Het liefst zou ik al mijn kwade herinneringen wissen, maar helaas kan dat niet. Het enige dat ik kan doen, is alles zo diep mogelijk weg stoppen. Ik heb meer van mezelf laten zien, dan dat ik ooit zo snel bij iemand heb gedaan. Iets waar ik best trots op ben, vooral met mijn verleden. Het verleden wat de jongens willen weten, maar wat ik ze nog niet kan vertellen.
Reageer (2)
Super geweldig mooi en goed geschreven <3
1 decennium geledenaw zo zielig, maar goed dat hij het vertelde
1 decennium geledensnel verder?