Foto bij De hond, het nijlpaard en het ongeluk.

Dit is een waargebeurd verhaal. Ik heb verder niet zoveel te zeggen. xD

Reactie?(A)

Ik was drie jaar. Mijn moeder, mijn broer (thom) en ik zaten in de auto. Mama bracht Thom naar de basisschool en mij naar de creche die 54 kilometer verderop was. Mijn moeder ging naar haar werk die op loopafstand van de creche was. Mama kende alle mensen van de creche. Zij werkte aan de overkant van de straat bij verstandelijk gehandicapten. Ik kon mama zien lopen door het grote raam van de creche. Soms zag ze mij daar zitten en zwaaide ze naar mij met een brede glimlach. Mama was altijd vrolijk. ook kon ik de auto met mijn eigen kinderzitje zien. Altijd als ik dat zag dacht ik 'dat lijkt onze auto wel en mijn kinderzitje.' Ik snapte niet dat het ook daadwerkelijk onze auto en mijn kinderzitje was. Op de creche was ik zelfstandig maar ik vond het ook leuk als we een gezamelijk spelletje speelden. Ik stelde bijvoorbeeld stoelendans voor en voordat iemand had gezegd dat het goed was stonden de stoeltjes al een kringetje. De muziek kon ik niet regelen ik was daarvoor veel te klein. Met spelletjes was ik heel gemeen. Ik zorgde er altijd voor dat ik won. Ik gaf het zetje waardoor iemand omviel en ging huilen. Snel zette ik dan mijn puppyogen op waardoor niemand van de leiding mij ooit verdacht. Altijd gaven ze de schuld aan een potlood dat op de grond lag of de gladde vloer. Nooit verdachtten ze mij met mijn smalle, heupjes en mijn gemene gedachtegang. Voor die leeftijd was ik al ver ontwikkeld. Mijn hersenen draaiden altijd op volle toeren vooral als er iets te winnen viel. Mijn ouders wisten niks van dit alles. Mijn vader zeker niet die was altijd bezig met zijn werk. Hierdoor voelde ik mij erg eenzaam, maar heel vaak werd ik in het weekend naar opa en oma gebracht. Daar vond ik dan ook vaak mijn troost of bij mijn knuffel, Nellie het nijlpaard. Ik was dan wel ver ontwikkeld maar binnenin in mijn hart was ik gewoon een kind van drie jaar oud. Ik praatte tegen mijn knuffels en dat soort dingen. Mijn sociale kant was minder ontwikkeld dan de rest van mijn lichaam. Ik had dus ook veel moeite met contact leggen. Maar op een dag veranderde alles.

*

We reden op weg naar Stiens een klein dorpje in Friesland, daar waar mijn Grootouders woonden. Onderweg daar naar toe was alles nog oké. Maar diep van binnen voelde ik iets vreemds er klopte iets niet. Er zou vandaag iets fout gaan maar wat. Mijn hele dag werd verpest door die ene gedachte. Ik ging heel erg peinzen en ik sloot me af van de buitenwereld. Alle angsten die een kind van drie kon krijgen dwaalden in mijn hoofdrond. Op de terugweg hield ik het gevoel en het werd als maar sterker. Het gevoel hield plots op. Ik hoorde een knal. Ik vloog uit mijn gordel naar voren. Een klap en dat was alles.

*

Nu heb ik elke dag een droom over dit ongeluk. Maar het vreemde is dat ik deze droom niet uit mezelf beleef maar uit het personage van mijn moeder.

*

Ik zie mezelf liggen in een wit bed. Het is niet mijn eigen bed van thuis. Het is het bed van een ziekenhuis. Er biggelen tranen voor mijn zicht. Het is mijn moeder die huilt. Ik voel een drukkend gevoel op mijn moeders schouder. Het is mijn vader die haar probeert te troosten. Wat er met mij aan de hand is? Geen idee. Er loopt een verpleegster binnen. Ze gaat naast mijn ouders staan. Zij zegt dat ik in kritieke toestand ben.
Nu snap ik het ik lig in coma. Vredig lig ik in dat bed, er loopt een hondje binnen. Mijn moeder aait hem en begint dan weer te huilen, ze weet wwarschijnlijk waarvoor hij staat. Het hondje loopt weg en springt op mijn bed. Het beestje gaat naast mij liggen, het is net alsof hij mij bewaakt. Mijn vader loopt ondertussen weer weg, hij moet weer werken. Mijn moeder blijft dag en nacht bij mij. De verpleegster geeft haar eten en drinken. Ze houd mijn hand de hele tijd vast. De volgende ochtend zie ik mijn eigen ogen open gaan en wordt mijn moeder dolblij. De zuster zegt dat ze nog een paar testjes moeten doen op kennis en sociaal gebied. Het blijkt dat ik bijna hoogbegaafd ben en ik een fotografisch geheugen heb. Ook ben ik er sociaal op vooruit gegaan. Als ik na een paar dagen uit het ziekenhuis word ontslagen en ik weer naar de creche ga zie ik mezelf met allemaal vriendjes en vriendinnetjes zitten.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen