15 # Sad Stories Are Worth Hugging For
Ik blijf hem arrogant aankijken.
'Laat me los. Ik wil naar mijn kamer.'
Er speelt een glimlach rond zijn mondhoeken. Zijn ogen twinkelen, welke emotie ze vertonen weet ik niet. Het maakt me ook niet uit, ik zal hem zo weinig mogelijk proberen te zien de komende tijd. Ik ken hem nog maar net en hij schopt nu al mijn plannen door de war.
Langzaam laat hij zijn handen zakken, langzaam strelen ze voor de laatste keer mijn armen. Losjes laat hij zijn handen even in de mijne liggen voor zijn aanraking verdwijnt. Zijn vingers voelde koel, maar zacht aan. Ze gaven de huid die ze aanraakte een tintelend gevoel.
Met ingehouden adem blijf ik in die eindeloze blauwe ogen kijken. Hij stapt aan de kant en maakt een buiging.
'Binnekort verwacht ik een antwoord, Mademoiselle.'
Ongewillig krullen mijn mondhoeken bij het horen van het laatste woordje. Nog even glimlacht hij bij het aanzien van mijn ongewillige lach voor hij verdwijnt. Enkele seconde blijf ik nog staan. Zijn aanraking brandt nog steeds vers op mijn huid. Ik raap mezelf bij elkaar en loop snel door het huis naar mijn kamer. Ik laat me op bed vallen en staar naar het plafond.Vampieren. Ik kan het nog steeds niet bevatten.
Er wordt op de deur geklopt.
'Nee', antwoord ik zonder na te denken.
'Het spijt me van die ruzie met Caroline. Ze kan soms nogal snel... jaloers zijn.'
Hier kan ik perfect op in spelen. Precies wat ik nodig heb om Damon uit mijn gedachte te verjagen.
Ik loop snel naar de deur en open die een stuk. Ik kijk hem met een onschuldige toch sensuele blik aan.
'Heeft ze iets om jaloers op te zijn dan?'
Hij is even verrast door mijn woorden, waardoor er een ongewillige glimlach op zijn mooie gezichtje verschijnt.
'Nee', zegt hij schouderophalend, nadat zijn glimlach snel is verstopt.
'Nee', zegt hij nogmaals. Het teken dat iemand zichzelf wil overtuigen. Ik knik, weet niet precies wat anders te doen.
'Mag ik?'
Ik laat de deur open en loop terug naar het bed. Vermoeid laat ik me erop vallen. Wanneer ik mijn ogen sluit, vertrekt mijn gezicht. Ik zie Damon voor me. Bloeddorstige Damon. Monster Damon. Snel open ik mijn ogen weer.
'Gaat het?' Ik kijk op in een paar diep bruine ogen. Hij is blijkbaar naast me komen zitten. Niet gemerkt.
'Ja', antwoord ik schor. Zijn onderzoekende, zelfs licht bezorgde, blik blijven op mijn gezicht gericht.
'Zeker?' Ik twijfel. Zal ik hem eens een zielig verhaaltje vertellen? Of durf ik hem niet zo te bedriegen? Verbaasd door mijn eigen gedachte schud ik mijn hoofd. Sinds wanneer vind ik het erg om mensen pijn te doen? Nouja, "pijn..."
Hij komt dichter naast me zitten, wanneer ik me omhoog duw op het bed om te kunnen zitten.
'Vertel het me.' Ik kijk opnieuw in zijn ogen en schud dan verward mijn hoofd.
'Het is... Gewoon ik..' Ik stop en laat een verdwaalde traan over mijn wang lopen. Het kriebelt, maar ik kan hem niet wegvegen.
'Ik heb zo'n gevoel dat Tony, mijn broertje.. dat hij.. niet meer leeft. Telkens als ik mijn ogen sluit, zie ik hem voor me. Die treurige blik in zijn ogen, de woorden dat het hem spijt. Ik wil hem zo graag vinden.. Ik hoop nog steeds het niet waar is', de laatste woorden zijn gefluisterd. De woordenstroom refelecteert mijn innerlijke gevoelens. Onverwachts voel ik dat mijn wangen nat zijn. Nat van tranen. Tranen die niet nep zijn, maar waardevol zijn.
Ik was totaal vergeten dat er nog iemand naast me zat, maar wanneer twee warme sterke armen mij naar zich toetrekken weet ik het weer. Hij omhelst me, wrijft over mijn rug, laat me gewoon even huilen.
'Ik kan je niet beloven dat hij nog leeft, maar ik kan je wel beloven dat we hem zullen vinden.'
Mijn waterige ogen kijken hem dankbaar aan, voor ik mijn hoofd op zijn borstkas leg. Zo lang geleden dat ik gewoon een warm paar armen om mij heen had. Een fluistering van de woorden dat het allemaal wel goed komt, ik miste het.
'Dankje', fluister ik hem werkelijk dankbaar toe. Hij glimlacht.
Ik blijf tegen hem aanleunen, mijn hoofd nog steeds op zijn borst. Ik wil niet dat hij weggaat. Ik weet dat dit ongepast is, maar op dit soort moment voel ik me.. menselijk. Soms vraag ik me wel eens af of ik wel normaal ben, mensen zo manipuleren om mijn eigen fantasieën waar te maken. Dat is toch niet normaal?
Tyler blijft voor een lange tijd gewoon zitten, zijn vingers strelen, spelen met mijn haar.
'Uhmm Jane?'
'Sorry', ik schiet gelijk overeind. Ik veeg mijn tranen weg en stap van het bed af.
'Het is okay', zegt hij glimlachend. Ik glimlach terug wanneer ik de blik in zijn ogen zie. Hij vond het niet erg om zo met mij te zitten, volgens mij heeft hij dit zelf ook gemist. Gewoon een knuffel in stilte, maar ik weet beter dan wie dan ook dat niets voor eeuwig duurt.
Reageer (3)
jane? het was toch Mary? wel een super leuk verhaal!!
1 decennium geledenIk vind dit echt zo'n heerlijk verhaal gewoon. Snel verder!
1 decennium geledensnel verder!
1 decennium geleden