Caring For A Sleeping Guy
'Zo is mijn gezicht gewoon,' zei ik kort.
'Dat geloof ik niet. Als je voor je uit staart, dan lijkt het wel alsof je elk moment gaat beginnen huilen'
'Zoals ik al zei, zo is mijn gezicht. Ik ga echt niet huilen'
'Je ogen zeggen het tegenovergestelde van wat je woorden zeggen, merk je dat niet?' vroeg hij.
'Ik denk dat je teveel over mijn gezicht nadenkt. Je kent me niet eens dus hoe zou je kunnen weten wat ik voel?'
'Wat is er?'
'Wat bedoel je? Er is niks!'
'Waarom lach je dan niet?' vroeg hij droevig.
'Omdat ik dat nu niet wil'
'Andreas zegt dat hij je nog nooit heeft zien lachen'
'Wanneer heb jij met Andreas gesproken?' vroeg ik verward.
'Toen je naar de wc ging. Zelf hij zegt dat je altijd die droevige uitdrukking op je gezicht hebt staan. Zelf als je glimlacht om iets wat hij zegt, het is altijd nep,' zei Tom.
'Hou erover op, ik wil er niet over praten,' zuchtte ik.
'Waarom stoort het je om erover te praten? Dat betekend toch dat er wel degelijk iets is?'
'Denk wat je wil, het kan me niet schelen wat je denkt te geloven!' zei ik geïrriteerd.
'En als ik zou zeggen dat je lelijk bent, zou het je dan niet kunnen schelen?'
'Je moet niks zeggen dat ik al lang weet. Wees eens wat origineel,' zei ik sarcastisch.
'Ik denk dat je niet genoeg zelfvertrouwen hebt. Hoe komt dat?'
'Dat jij zoveel zelfvertrouwen hebt en je het niet kan schelen wat anderen over je denken, betekend niet dat iedereen zo moet zijn. Ik ben zoals ik nu ben, enkel omdat ik zo ben. Dus hou erover op, het is zinloos!'
Gelukkig stopte hij met lastige vragen te stellen en zat stil naast me. Na een tijdje vergat ik zelf de woede die ik door hem gevoeld had. Hij keek me soms kort aan maar deed niks anders. Het was raar maar ik voelde me niet meer zo eenzaam als een tijdje geleden, ook al was hij iemand die ik niet eens serieus kende. Ik staarde naar het golvende water van de vijver en vroeg me af waarom Tom hier was. Hij had slaap problemen maar waarom was hij dan in het park? Normale mensen die niet konden slapen, gingen voor de tv zitten, niet? Waarom wilde hij dan liever hier zitten? Misschien had ik zijn vast plekje wel gestolen en wilde hij stiekem dat ik weg ging. Plots hoorde ik een snurkend geluid naast me en zag dat Tom in slaap was gevallen op het natte gras. Waarschijnlijk was hij dan toch moe. Nu dat hij sliep kon ik wat beter kijken hoe hij eruit zag. Hoe ik het ook bekeek, hij leek niet op een jongen die op andere jongens viel. Hij zag er vrij normaal uit, misschien iets naar de wilde kant toe. Zijn slapend gezicht was echter heel onschuldig, bijna schattig. Wat moest ik nu doen? Ik kon een slapende persoon onmogelijk alleen achterlaten in het midden van de nacht maar hem wakker maken leek me een schande. Ik duwde zachtjes tegen zijn schouder maar hij bleef ongestoord verder slapen.
'Tom? Wakker worden. Je ligt in het park en niet in je bed! Jezus, wat moet ik nu doen?' zuchtte ik.
Ik stond op en trok hem hard aan zijn kraag recht maar nog steeds werd hij niet wakker.
'Slaapprobleem? Echt niet! Je slaapt veel te vast om daar problemen mee te hebben,' mompelde ik.
Ik schudde hem stevig door elkaar maar hij was niet wakker te krijgen.
'Ik ga je vermoorden!' zei ik hard.
Ik zuchtte diep toen ik zag dat hij nog steeds niet wakker was. Als er brand zou zijn, zou hij er gewoon in stikken! Ik rolde met mijn ogen en trok hem recht. Onhandig gooide ik hem op mijn rug, legde zijn armen over mijn schouders heen en pakte zijn benen vast. Gelukkig was ik redelijk gespierd door de oefeningen die ik tegen mijn verveling deed, dus was het niet echt een probleem. Voorzichtig stapte ik het park uit en ging richting thuis. Snel greep ik zijn polsen vast toen ik merkte dat hij er bijna af viel. Hoewel ik niet graag mensen om me heen had en ze liever op afstand hield, kon ik hem daar ook niet alleen in het park achter laten. Je kon immers nooit weten wat er zou gebeuren.
'Tom? Waar is je sleutel? We staan voor je deur,' zei ik terwijl ik aan zijn arm schudde.
Geïrriteerd draaide ik me om en ging naar mijn thuis. Er zat niets anders op dan hem bij mij te laten overnachten. Mam en pap waren toch nog steeds niet thuis dus merkten ze het toch niet. Ik sloot de deur met mijn voet achter ons dicht en stapte moeizaam de trap op. Als hij een meisje was geweest, was hij waarschijnlijk niet zo zwaar. Opgelucht gooide ik hem van mijn rug af. Hij belandde hard op mijn bed maar daardoor werd zijn slaap niet gestoord.
'Jezus, hoe vast slaap jij eigenlijk?'
Ik trok zijn schoenen uit, schoof zijn benen beter op het bed en legde mijn deken over hem heen. Toen ik rond keek in mijn kamer, rende ik snel naar de badkamer en maakte daar een kleine handdoek nat. Daarna ging ik terug naar mijn kamer en veegde de opgedroogde bloed druppels af de muur. Het t-shirt waar mijn bloed aan hing, verstopte ik snel achteraan in mijn kast. De schaar die er nog steeds lag, verstopte ik onder de kast. Het enige wat nog overbleef waren de bloed druppels op mijn bed maar die kon ik verklaren met een leugen, als hij ernaar zou vragen. Ik schopte mijn schoenen uit en ging dan tegen de muur zitten. Het voelde vreemd aan om iemand in mijn kamer te hebben. De laatste keer dat iemand die betreden had, was al jaren geleden en dat was Andreas. Ik had het gevoel dat mijn geheim bloot lag als iemand binnen kwam. Geeuwend sloot ik mijn ogen en viel in een zittende houding in slaap.
Reageer (1)
I really like this chapter, it's absolutely fantastic!!
1 decennium geleden