#3 Ronan - Taylor Swift
Ik kon zijn voetstapjes nog steeds op de trap horen, zijn stem horen weergalmen in de lege gangen, maar het was slechts een herinnering; hij was er al weken niet meer. Zijn autootjes lagen nog steeds verspreid op het tapijt in zijn kamer, maar niemand had de energie – of kracht – om zijn kamer in te komen en alles op te ruimen. In zijn kast hingen nog steeds oude kleding waar hij ooit ingepast had. Sommige dingen had ik van mijn moeder gekregen en waren voor binnenkort, wanneer hij groter zou zijn. Nu waren de dingen nog te groot. Het was vervelend om te denken dat hij er nooit zou inpassen. Eigenlijk zouden we nu alles moeten opruimen, maar niemand wilde er op die manier een definitief, onomkeerbaar einde aan geven. Als we zijn spullen lieten staan, was hij er nog dat kleine beetje langer 'zijn' en zou zijn dood, dat kleine beetje minder definitief zijn.
Zijn begrafenis was zwaar. Bloemen stapelden zich op bij zijn graf. Normaal brachten bloemen vrolijkheid, maar nu deden ze ons enkel meer verdriet. De knoop in mijn keel kwam elke keer terug wanneer ik zijn naam in de gouden letters op het graf zag staan. Ronan had niet gewild dat we ons zo slecht zouden voelen, maar hij was nu net de enige persoon die het niet verdient had om ziek te worden en één jaar later te sterven. Er waren zo veel dingen die we allemaal nog hadden willen meemaken; zijn eerste schooldag, eerste vriendin, zijn eerste kind, hem die trouwde, maar we hadden allemaal vooral een volwassen Ronan willen zien. Een moeder hoorde haar kind niet te moeten begraven en al zeker niet wanneer de jongen niet eens de kans had gekregen om een echt, goed leven te lijden.
Hoe erg ik het ook voor ons vond, er was één iemand, één enkel iemand, die er nog dat kleine beetje zwaarder aan tilde als wij deden en dat was onze oudste dochter, Amy. Zij was degene geweest die de bloeduitstortingen en daarmee ook zijn ziekte ontdekt had. Mijn man en ik hadden een tafeltje in een restaurant geboekt, maar Ronan – toen nog een energieke, rondrennende kleuter die niets liever deed als lachen en gieren – was nog te jong geweest om mee te gaan. Amy had voorgesteld om ook thuis te blijven en op haar broertje kon passen. Wij hadden toegestemd en voorgesteld om haar vriendje te vragen of hij zou komen helpen. Op dat moment was ze al bijna twee jaar bij hetzelfde vriendje, Andy, een goede jongen die enorm vriendelijk was voor alles en iedereen. Ronan had altijd een enorm goede band met hem gehad. Toen Amy Andy had voorgesteld als haar vriendje was hij nog niet zo lang geboren en lag hij nog in een wiegje. Hij kon nog niet eens rechtop zitten zonder hulp van anderen. Het was Andy die met een glimlach naar het wiegje was gelopen en hem had opgepakt, hem tegen zijn schouder had laten liggen om hem te sussen en met een glimlach op zijn lippen met hem speelde. Ronan had altijd een sterke band gehad met Andy, omwille van die reden en was er dan ook niet kwaad voor geweest dat Andy kwam. De avond was goed verlopen, tot we opeens een telefoontje kregen van een bezorgde dochter, die ons meldde dat de bloeduitstorting die ze drie weken op zijn rugje had gezien en voortkwam van een onfortuinlijke botsing met zijn bedje, nog steeds niet weg was getrokken en zelfs verdriedubbeld was in grootte. Bezorgd gingen we naar huis en de volgende dag meteen naar de dokter.
In het begin zei de dokter dat het vast niets was, dat kinderen op die leeftijd vaak problemen hadden met hun immuunsysteem en dat het waarschijnlijk daardoor kwam dat de plek aanhield. Hij schreef vitaminen voor en liet ons naar huis gaan. Ronan nam die pillen drie weken lang, zonder resultaat. Ondertussen was de bloeduitstorting wel een klein beetje minder geworden, maar had hij er nog andere klachten bij gekregen. Hij was niet meer zo energiek en verloor gewicht. Enkele keren had hij een bloedneus gekregen, zomaar uit het niets. Neen, hij had geen bloedneus gekregen door het warme weer, aangezien het midden winter was en de sneeuwvlokken naar beneden dwarrelden als de bladeren deden in de herfst. Deze keer leek de dokter wel bezorgd te zijn. Hij nam bloed af en liet het onderzoeken. Na dat onderzoek gaf hij ons een kaartje van een dokter die we niet kenden, een dokter die gespecialiseerd was in oncologie. Kanker.
We zaten onderzoek na onderzoek uit, probeerden ons hoofd niet te laten hangen, maar het lukte niet. De dag dat de dokter ons vertelde dat Ronan kanker had, stortte mijn wereld in. Ik huilde urenlang, kroop weg in mijn bed terwijl mijn man alles met de dokter besprak en Andy zijn best deed om Amy zo goed als hij kon te steunen, die er ook niet bepaald goed mee kon omgaan, maar hoe moest je met zoiets omgaan? Hoe kon je omgaan met het feit dat je zoontje of broertje een grote kans had om te sterven? Desondanks vochten we voor en met hem. We vormden één vuurlinie; team Ronan, klaar om hem te helpen waar hij ons ook nodig had. Hij was vaak ziek en huilde vaak dat hij dit niet meer wilde, dat hij zijn moeder wilde. Doorheen de chemotherapie wisselden we af; de ene keer zat ik bij hem, dan mijn man, dan mijn zus en zelfs ook Andy deed zijn duit in het zakje. Wanneer hij het moeilijk was lazen we hem boeken voor – hij was een echte boekenworm – en probeerden hem zo goed mogelijk te ondersteunen.
Maar hoe hard we ook probeerden te vechten, onze pogingen waren voor niets. Eén kort jaar na de diagnose, drie jaar na zijn geboorte moesten we onze kleine held afgeven nadat hij heel dapper tegen leukemie gevochten had. Ik kon nog zo voor de geest halen wat er die dag gebeurd was. We gingen een dagje naar zee, aangezien zijn toestand vrij stabiel was om toch nog eventjes te kunnen genieten. De dokters hadden ons al gezegd dat het voor kinderen enorm moeilijk was om mee te vechten zonder afwisseling te hebben. Ze hadden af en toe kleine oppeppers nodig om hun sterk te houden. Dit was een van de vele oppeppers die we hem gaven. Hij was gezellig aan het spelen met wat zand terwijl mijn man een tijdschrift las en ik een boek. Amy speelde mee met hem, hielp hem een zandkasteel te bouwen, toen hij plots in elkaar stortte. We haastten ons weer naar het ziekenhuis, maar het was al te laat. Onze kleine, dappere held stierf.
Reageer (1)
SnelVerder!xx
1 decennium geleden