Darkness is real
Maar in het land van Gabora is er veel veranderd sinds de tekeningen in de open haard zijn verdwenen. Toen ik het verhaal las, wist ik zelf niet dat het zo is gegaan, maar ja. Hier komt een nieuw verhaal:
Het was rustig, heel zachtjes druppelde er water van een steen of ander iets. Het stonk naar schimmel en dode mensen. Lijken zul je zeggen. Nee deze plek was vreselijk. Ik zat op de koude vloer naar buiten te staren. Mijn armen waren vast geketend met zware kettingen en ik had al dertig keer geprobeerd om me te bevrijden, maar niks hielp. Met mijn hand tekende ik mijzelf met echte draken vleugels, maar die droom kon ik niet waarmaken. Morgen zou ik veroordeeld worden tot de dood. Ik bedacht wat het zou zijn. De galg, verbranding, onthoofding. En je had ook nog één die je een leven lang zuur maakt. Ik wist zelf niet wat het was of hoe het ging, maar ik hoorde geruchten dat je ziel wordt gevangen in de steen. Ik probeerde te staan, maar de bewakers hadden één van mijn benen laten breken zodat ik niet kon ontsnappen dus liet ik me weer zakken en begon mijn tekening af te maken. 'Deze,' zei een stem. Ik keek op en luisterde naar een stem. 'Ja, is goed,' zei een andere stem. 'Laat me gaan, ik heb niks gedaan,' schreeuwde een hulpeloze stem. Het ging om twee bewakers met een hulpeloze jongen in de armen. Ze opende de deur van de cel waar ik in zat en gooide hem naar binnen. Hij kroop met angst naar achter, maar de bewakers waren voor en sloegen hem recht in het gezicht. Ik sprong op en gaf de bewaker die dicht bij me stond een harde trap. 'Laat hem,' schreeuwde ik. 'Zo deze jongen heeft er zin in morgen,' zei de bewaker. Hij pakte zijn bijl uit zijn schede en gaf een flinke mep tegen mijn ander been. Met het geluid van gebroken botten viel ik op de grond en sleepte me in mijn hoekje. 'Zo die houd zijn mond wel tot morgen,' zei de bewaker die mij recht in de ogen aankeek. Vervolgens liep hij naar de andere aan waar de jongen lag. 'Kom we laten ze hier wegrotten zodat ze uiteindelijk gedood kunnen worden,' zei hij en de bewaker liep achter hem aan de cel uit. Met een harde dreun ging de deur dicht en de stilte nam weer toe. Ik probeerde rustig te worden. Ik ging daarom goed zitten en keek naar mijn benen. Allebei bont en blauw en mijn net geslagen been zat in een rare hoek. De jongen kwam uit de duisternis en kroop zachtjes naar me toe. Hij was blijkbaar niet vast geketend. 'Sorry, maar mag ik bij je komen zitten?' Vroeg hij. 'natuurlijk het is tocht maar voor een avond,' zei ik en schoof wat opzij. Ik kromp in elkaar door de pijn. Hij legde zijn hand op mijn benen en een warm gevoel vulde mijn lichaam. Ik voelde geen pijn meer. 'Mag ik vragen wie je bent en wat je gedaan hebt?' Vroeg ik. 'Ik ben Savior en ik ben veroordeeld, omdat ik met de prinses ging. Mijn ogen werden groot. 'Wat, ben jij één van de bewakers?' Hij knikte. 'En hoe zit het met jou.'
'Nou, ik ben Lexim en ik zit hier, vanwege dit brandmerk.' Ik deed een paar lappen van mijn arm en ik zag een gespannen gezicht van Savior toen hij vervolgens weg keek. 'Ik weet wat het is en het is niet echt een goed teken,' zei hij. 'Ik weet niet eens wat het is.' Hij zuchtte eens. 'dat teken is het teken dat de duistere dragen. Er is niks verkeerds aan, maar het is dat dus jou tekening in het vuur van aarde is verbrand.' Ik wist niet wat hij zei. 'Wat?' Hij wilde antwoorden, maar er kwamen weer twee bewakers binnen gelopen. Dit keer waren het andere. 'Zo, het is verplaatst naar vandaag dus we komen jullie halen,' Zei hij en begon mijn kettingen los te maken. Ze sleepte ons de cel uit en ik wist dat dit mijn einde zal zijn. 'Ik vind het wonderbaarlijk dat je op je benen kan staan,' zei de andere bewaker nog snel tegen mij.
De binnenplaats was vol met mensen. Het was ook de bedoeling dat je dit soort ceremonies mee moest kijken, als je er niet was kreeg je de volgende dag een straf. Alle mensen keken woedend. 'Daar hebben we er twee,' riepen ze. Ik gaf een blik naar het podium. Geen galg, geen guillotine of brandstapel. Ik werd het podium op geduwd en op een stoel geduwd. 'Lexim,' fluisterde iemand. Ik keek opzij en zag dat het Savior was. 'Lexim, dit is niet goed, je moet me vertrouwen..' Verder kwam hij niet of hij werd recht voor de prinses gezet. Ik zag hem moeilijk slikken. 'Athena ik ben het Savior je broer,' riep hij. Iedereen hield hun adem in. 'Ja, ja ik ken mijn broer,' zei ze en ging goed staan. 'Gabora krijgers van de duisternis, ik roep jullie op om hem zijn zware tijd te doorbrengen in de duisternis er is geen weg terug. Hij zou zes jaar lang vast zitten in de steen en als hij dan nog tegenstribbelt word hij vermoord,' ze hief de ketting op en een blauwe gloed kwam uit de ketting en twee licht bolletjes schoten op Savior af. Hijzelf gloeide en werd naar de ketting geduwd tot hij verdween. Ik rilde en wilde niet. Het was nu de beurt aan
mij. Ik stond tegenover de prinses en wachtte geduldig af wat ze over mij te zeggen had. 'Gabora krijgers van de duisternis, hier hebben we er één die het teken der duistere draagt. Eentje uit het as van aarde. Ik geef hem ook zes jaar en er is geen uitweg. Als hij tegenstribbelt dan krijgt hij voor altijd.' Ook nu hief ze haar handen op en de licht bollen pakte me bij mijn middel en ik voelde een lichte duisternis over me heen vallen.
Reageer (2)
Dus omdat die ouders gemeen waren wordt zij gestraft dat is gemeen ze hielp savior nog wel
1 decennium geledenwou echt vreselijk hard
1 decennium geleden