14 # Question For A Question.
Verstard blijven Jeremy en ik staan. Nog geen besef van wat we zonet hebben gelezen, wat zonet is bevestigd. Het is een sprookjesfiguur dat tot leven is gekomen.
'Bang nou?' Damon's stem haalt me uit mijn gedachte.
Zijn ijsblauwe ogen kijken me doordringend aan. Ik probeer mijn gezicht in de plooi te houden, maar ik weet dat mijn ogen veel verraden. Zeker voor iemand als Damon, die zo te zien ook wel een aardig taaltje lichaamstaal kan lezen.
Nogmaals spreek hij. Langzaam en ijskoud. 'Ben je bang, nou?'
Ik haal mijn schouders op. Onverwachts schalt de lach van Damon door de kamer.
'Ga weg, Damon.' Jeremy heeft duidelijk ook zijn stem weer teruggevonden.
'Prima. Ik zie jullie binnenkort wel weer.' Hij kijkt me nog even aan en verdwijnt dan met een knipoog als afscheid. Jeremy en ik kijken elkaar aan. Stilte is zelfs nu overweldigend. Ik laat me op bed zakken. De vorige twee plaatjes waar ik ben geweest, hadden ze ook zo hun geheimen, maar ook zoals dit? Nee.
Leven er dan ook elfjes, weerwolven en misschien zelfs kabouters?
'Daarom zeggen ze dus dat het gevaarlijk is in het bos. Daarom missen er zoveel mensen', spreek ik plots mijn opkomende gedachten hardop.
Jeremy knikt, net zo in gedachte als ik.
Door de duisternis loop ik naar huis. Het zwakke licht van de lantaarnpaal geeft net genoeg licht om het pad te herkennen. Jeremy zei dat hij even tijd nodig had om deze informatie te verwerken, dus borg ik Elena haar dagboek weer op en vertrok. Zijn uitdrukking vertelde me namelijk dat hij vermoedelijk iemand heeft verloren aan een vampier.
Nog steeds klinkt het raar en dat ondanks het feit dat ik dit niet eens hardop zeg!
Mijn blik is gericht op het opdoemende huis voor me. Ik ben nooit bang geweest, een tikje dat ik me vroeger heb aangeleerd. Nu voel ik echter wel een zekere spanning. Puur omdat ik nu weet dat wezens bestaan waar ik weerloos tegen ben.
Mijn voetstappen beginnen elkaar sneller op te volgen. Ik voel de aanwezigheid van iemand. Iemand die in de buurt is, vlakbij mij. Nog sneller begin ik te lopen.
'Zie je wel dat je bang bent.' De plotselinge stem van Damon laat mijn hartslag omhoog schieten. Ik blijf doorlopen, negeer hem. Nog een paar meter en ik bereik mijn veiligheidshaven, maar natuurlijk verschijnt hij plots voor me. Ik bots tegen hem op. Zijn sterke handen vangen mij op door me bij mijn bovenarmen vast te pakken, waar ze blijven liggen.
Zijn ogen proberen mijn blik te vangen, maar ik draai mijn hoofd weg. Allerlei geruchten schieten door mijn hoofd, dingen die ik heb gelezen of gehoord. Ze leven van bloed, zijn koud, hebben geen hartslag, verbranden in de zon en kunnen herinneringen verwijderen door in je de ogen te kijken of je hypnotiseren. Ik weet niet wat er van waar is, maar het risico durf ik niet te nemen.
Hij legt zijn duim en wijsvinger onder mijn kin en brengt die naar vlak voor zijn gezicht. Toch blijf ik wegkijken. Zijn ogen branden op mijn huid, zijn adem strijkt langs mijn wang.
'Laat me met rust.' Ik probeer sterk, zelfverzekerd te klinken, maar in tegenstelling tot mijn bedoeling klinkt het maar zwak.
'Waarom kijk je me niet aan? Dat is zelfs na al die jaren nog onbeleefd.' Ik hoor de lach door zijn stem heen klinken. Zeker grappig die leeftijd grapjes.
'Ik weet niet wat er waar is.' Ik voel gewoon dat hij me niet begrijpt.
'Wat waar is?'
'Ik weet niet of het waar is dat je me kunt hypnotiseren, dat je me dingen kan laten vergeten.' Ik blijf wegkijken.
'Dat kan ik ja', antwoordt hij droog.
Ik pers mijn lippen op elkaar en voel een vlaag van woede door mij heen. Zijn ene hand ligt nog steeds op mijn arm, de andere strijkt inmiddels langs mijn wang.
'Maar ik beloof dat ik dat niet bij jou zal doen.' Ik rol met mijn ogen.
'Alsof ik me dat nog herinner nadat je mijn geheugen wist', snauw ik hem toe.
Slechts een enkele seconde laat ik mezelf toe om zijn uitdrukking te bestuderen. Hij kijkt aan de ene kant nieuwsgierig en zelfs licht opgewonden door mijn koppige gedrag. Aan de andere kant doet het hem.. pijn?
'Nu weet je wat ik ben', zegt hij.
Ik antwoord niet, blijf wegkijken. In mijn ooghoek zie ik hoe hij zijn hoofd schuin houdt.
'Dus?' vraag ik ongeduldig wanneer het stil blijft.
'Dus wil ik weten wat jij hier doet, de waarheid.'
Ik draai mijn hoofd en kijk hem strak aan.
'Waarom zou ik?'
'Dat is wel zo eerlijk, hè?' Mijn wenkbrauwen schieten de lucht in.
'A answer for a answer.'
# Comment Please? Thankyou!
Reageer (4)
Damon is zooooo leuk:D ik hou echt han hem
1 decennium geledenDamonnnn(H)
1 decennium geledenSnel verder!!!!!!
1 decennium geledenSnel verder!
1 decennium geleden