``122``

‘we zijn er’ snel stap ik uit en loop naar de winkel. Sam begint aan de deur te trekken en haalt dan een lockpick set uit zijn zak. Dean en ik gaan zo staan dat niemand Sam zou kunnen zien. ‘sorry, voor net’ mompelt Dean. Eventjes kijk ik zijn kant op maar reageer niet. ‘heb je het koud?’ probeert hij nog een keer. Ik laat mijn schouders even hangen en knik. ‘en het is niet dat jij er iets tegen zou doen’ we horen een klik en de deur is open. Sam stapt naar binnen en ik volg snel. Sam en Dean hadden allebei een breekijzer terwijl ik een zaklamp in mijn hand had gekregen. Sam haalt zijn eigen zaklamp te voorschijn. ‘ik begin hier te zoeken’ zeg ik wijzend. Sam knikt en gaat de andere kant op. De voetstappen die achter me klinken doen me even stoppen. ‘kan je niet je eigen weg?’ vraag ik zacht. Dean grinnikt en loopt langs me. ‘nee, want iemand moet jou beschermen’ ik rol met mijn ogen. ‘misschien is de spiegel al verkocht?’ roept Dean. Ik volg Dean al snel en hoor Sam dan. ‘ik denk het niet’ we lopen snel naar Sam toe. ‘het is hem’ mompelt Dean. Ik blijf achter ze staan. ‘weet je het zeker?’ het lijkt net alsof de jongens compleet vergeten zijn dat ik er ben. Ik loop naar achter en zorg ervoor dat ik niet in de buurt van de spiegel ben. Als de jongens het niet voor mekaar zouden krijgen zou ik een back up zijn. ‘bloody Mary, bloody Mary…’ eigenlijk wil ik Sam stoppen maar ik weet dat ik dan alles in de war zou schoppen. ‘bloody Mary’ het is gezegd. Nu moet ze komen. Ik kijk over de spiegels die voor me staan. Plotseling schijnt er een fel licht. Dean en Sam kijken er allebei naar maar ik blijf naar de spiegel kijken. Dean loopt langzaam naar de deur. ‘als jullie iets zien, gelijk breken’ nu kijk ik even naar Dean. Wat is hij nou weer van plan? Het is waarschijnlijk de politie. Snel kom ik achter de spiegels vandaan en loop ook naar de deur. ‘ben jij het kind van hem?’ voor ik de politie zeggen. Ik duw de deur open en loop naar Dean. ‘sorry, het is mijn schuld’ ik had mijn jas achter gelaten en nu pas kon je zien dat ik een witte BH aan had. Dean moet moeite doen om zijn ogen van me af te houden. Ik pak zijn arm en leg hem over me heen. ‘hij zag dat ik doorweekt was en wilde me helpen met mijn kleren te drogen’ de 2 mannen kijken elkaar eventjes aan. Mijn ogen gaan naar de van Dean. Zijn ogen staan verward. Gelukkig komen de agenten dichterbij. ‘willen jullie me misschien een lift naar huis geven?’ vraag ik poeslief. Ze kijken elkaar even aan. ‘nu!’ voor ze kunnen reageren heb ik een van hen gevloerd en knock out geslagen terwijl Dean de ander aan had gevallen. ‘Dean, als je ook maar 1 ding over dit aan Sam verteld vil ik je levend’ zeg ik nog voordat ik naar binnen loopt.