Chapter O.29
De volgende morgen heb ik mijn spullen gepakt, en sta ik op het punt om naar mijn thuis te gaan. "Ga je toch maar wel?" Sev staat plots achter me, en zijn armen krullen van achter om mijn middel. "Ja." mompel ik. Ik wil hem uitnodigen bij mij thuis maar ik durf niet zo goed. Ik zucht. " Kom je anders langs?" De woorden komen er razend snel uit. Hij grinnikd zachtjes in mijn oor. "Ja hoor, maar niet vandaag, ik moet nog wat belangrijks bespreken met Albus, en ik moet bij een vergadering aanwezig zijn van The Drak Lord." Ik grimas, ik vind het geen leuk idee dat Severus vandaag naar You know who moet. "Waar woon je eigenlijk?" Vraagt hij. "Niet in engeland." "Oh?" zegt hij verbaasd. "Ik ben eigenlijk een nederlandse, daar woon ik nu dus ook." "Nederlands? Er gaat een gerucht dat daar hele mooie vrouwen wonen." Ik lach. "Ja misschien wel ja." zeg ik tegen hem. "Misschien?" zegt hij terwijl hij me omdraait. "Ik heb het bewijs voor me, dus niks misschien." Hij strijkt langs mijn wang. "Zie ik je morgen dan?" Hij knikt, en pakt mijn gezicht vast, en kust me heel voorzichtig alsof ik van het meest kwestbare matriaal ben gemaakt wat bestaat. Het is ongeloofelijk lief. "Tot morgen" fluister ik, maar hij is al verdwenen. Ik pak mijn koffer stevig vast, en verdwijnsel dan, richting mijn veilige thuis.
Reageer (1)
tot morgen, aahhhhhh
1 decennium geleden