Foto bij 26. 'Who will lose it all.'

Vandaag nog een stukje, zodat ik morgen niet hoef te activeren ;)

Hope u will like it! (flower)

Onze voeten vliegen over het bladerdek, snel en geruisloos. De zenuwen gieren door mijn lichaam. Mijn hart klopt snel.
We naderen het huis; nog meer zenuwen. De eerste keer dat ik hier was, was het avond. Het was donker en gevuld met duistere schaduwen. Ondanks dat het nu nog licht is, vind ik het nog steeds eng. Isaac lijkt het snelle geklop van mijn hart te kunnen onderscheiden, want hij pakt mijn hand vast. Blijkbaar klopt mijn hart anders als ik bang ben.
We lopen snel naar binnen, wetend dat we niet veel tijd hebben.
'Ik..' Isaac wijst naar zijn neus. Mijn mondhoeken krullen lichtjes omhoog terwijl ik begrijpend knik. Mijn speurhondje.
Ik besluit eerst beneden rond te kijken, puur omdat ik bang ben dat ik boven door de vloer heen zak. Veel vind ik echter niet. De beneden verdieping is geheel leeg, wat voor verschillende vraagtekens zorgt. Waar brengt hij zijn vrije tijd door? Als ik, met de nodige dosis angst, toch naar boven ben gegaan, worden mijn vermoedens bevestigd. Hier zijn ook geen meubels. Waar slaapt hij?
Ik schud mijn hoofd en zoek verder. Dicht bij de rand van waar het huis is ingestort, durf ik niet te komen.
'Jane?'
Ik loop naar de trap toe.
'Pas op', waarschuwt hij me alvast. Hij staat onderaan de trap en naast zijn voeten ligt een stuk hout. Isaac stapt over de kapote traptrede heen en loopt naar boven. Ik kijk hem vragend aan, maar het enige antwoord dat ik terugkrijg is een speelse glimlach en een twinkeling in zijn blauwe ogen. Binnen slechts een seconde heeft hij zijn armen rond mijn schouders en in mijn knieholte gelegd en tilt hij me op.
'Daar komt de bruid', zingt hij terwijl hij samen met mij van de trap loopt. De laatste paar treden springt hij soepel af.
'Je bent gek', reageer ik met een grote grijns.
'Dat weet ik', hij glimlacht en kijkt me even diep in de ogen. Dan drukt hij langzaam een kus op mijn lippen. Wanneer ik weer in zijn ogen kan kijken, zet hij me neer op de grond.
'I found something, Miss', zegt hij met een deftig Brits accent.
Ik giechel als een verliefde puber en laat mijn blik onderzoekend langs de opening tussen de traptrede gaan.
'Er zit niets in', zeg ik. Hij knikt.
'Dat is het juist.' Ik kijk hem niet begrijpend aan.
'Hij heeft het al weggehaald. We moeten alleen nog uitvinden wat.'
'En ik weet waar te beginnen.'
Ik hou mijn handen op. Isaac laat de zilveren sleutelbos erin zakken en doet daarna de donkerbruine plak terug op zijn plek.
'Op naar de volgende plek.'
Ik verstrengel mijn vingers met de zijne en loop naar Derek zijn auto, zijn heiligdom. Als er ergens iets te vinden moet zijn, moét het hier zijn. Ik open de auto met de sleutel en geniet even van het 'bliep bliep' geluidje. Het voelt op de een of andere manier alsof ik Derek regelrecht met een mes in zijn rug steek. Ongewillig krullen mijn mondhoeken omhoog.
'Vanwaar die glimlach?'
Beschamend laat ik mijn mondhoeken zakken. Ik herken mezelf niet meer met die gedachte. Isaac laat even zijn duim over de bovenkant van mijn hand strijken. We doorzoeken de auto en geloof het of niet, maar we vinden wéér niets. Het enige wat ik vind, is de folder over mij die ik al gelezen heb. Een diep gegrom vanuit het onderste van Isaac zijn keel stijgt door de lucht wanneer hij de brief leest.
'Ik zweer het je, als ik had geweten waarom ik je in eerste instantie moest beschermen.'
'Het is goed, Isaac', probeer ik hem gerust te stellen.
'Weet je, ergens had ik verwacht dat Derek wel een soort alarm in zijn auto had zitten. Ik bedoel, het is net alsof hij getrouwd is met dat ding. Dan laat hij die toch niet zo onbeschermd achter?'
Isaac schiet overeind. Zijn ogen sporen de omtrek af.
'Dat doet hij ook niet', fluistert hij.
Ik schud mijn hoofd.
'Het is hem niet.' De woorden zijn niet hoorbaar. Mijn keel is in een keer ontrokken van zijn spraakvermogen, mijn adem weggezogen.
'Wat?' vraagt Isaac, wanneer hij alleen mijn lippen geruisloos op en neer ziet gaan.
Dit gevoel. Ik weet niet wat het is, maar ik heb het eerder gehad. Toen ik de man bij Stiles zag staan. Op het moment dat ik besef waar het gevoel vandaan komt, valt Isaac naast me neer. Hij heeft een snee in zijn nek; verlamd.
'Niet weer', mompel ik, terwijl ik hem op de achterbank neerleg.
'Ik kan hem met één enkele gedachte vermoorden. Je bent machteloos.'
De stem klinkt vervormd, toch komt het me vaag ergens bekend voor. Net als het gevoel, ik heb het eerder gehad, maar kan het niet plaatsen.
'Wat moet je van me?' Wetend dat hij hier voor mij is.
'Daar zal je binnekort achterkomen.'
'Durf je zeker niet nu te zeggen, lafaard.'
Dan klinkt er een zacht geluid. Ik kan het niet plaatsen, maar dan herken ik het; geneurie. Een melodie dat ik me maar altijd te goed herken.
Ik kan zo de melodie weer horen, de prachtige stem, maar dan dreunt de stem van de onbekende man dwars door het liedje heen. Hij heeft de tekst veranderd.


'I'm a flower of revenge
A simple thing
You are the softly falling rain
Who will lose it all.'


-- Thank you very much for the comments, love them ! --

Reageer (4)

  • xEvax

    verder verder verder verder verder verder verder

    1 decennium geleden
  • Nouika

    Leuk Leuk! Maar wel mystrieus en daarom vind ik het ook zo leuk. EN daarom moet jij ook snel verder.
    Ik moest dit hoofdstuk nog lezen, gewoon zo verslavend. ^^
    Luv it!(H)

    1 decennium geleden
  • crazycatlady

    i remember it all again...dat was toen ook in het zwembad dat ze opgesloten zaten op school ofzo:P maar geweldig but als het die opa niet is wie is het dan? en welke melodie? of is dat niet belangrijk(: maar geweldig love it:D

    1 decennium geleden
  • Wolvesgirl

    Love it (H) snel verder vind het echt geweldig

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen