Hoofdstuk 4
Ik keek goed rond en probeerde het landschap van Blackrose goed in me op te nemen, wat lastig ging want het was vast rond een uur of 1 in de nacht. Ik wist wel dat we nu over een stenen pad reden en ik hoorde dat de soldaten het hadden over de lunch en de beloning praten die ze zo dadelijk zouden krijgen. Ik had geen idee wat me zou overkomen, maar dat maakte me niet uit. Ik hield van avonturen en was hier tenslotte ook voor avontuur. Ik begon een beetje weg te zakken, door het constante gedraaf van het paard waarop ik achterop zat vastgebonden. Ik begon een beetje moe te worden, en dit leek me eigenlijk best wel een goed moment om in slaap te vallen, dus besloot ik om mijn ogen even dicht te doen. Het duurde niet lang voordat ik in slaap viel.
~
Ik besefte pas echt goed dat ik niet droomde toen ik mezelf even had geknepen. Ik was waarschijnlijk al slapend naar deze logeerkamer gebracht. Ik gooide de dekens van me af en rekte mezelf even uit. Ik stond met wat moeite op, en liep naar de wastafel die in mijn kamer stond, en friste me even op. Ik had niet verwacht van Blackrose dat ze me zo gastvrij zouden behandelen. Ik schrok niet toen er op mijn deur werd geklopt. Ik keek even op. 'Binnen..' riep ik maar. Ik hoorde dat iemand frommelde aan een slot, maar uiteindelijk de deur opende. Een bewaker verscheen in de deuropening. 'Goedemorgen hoogheid, de koning en koningin wensen dat U deelneemt aan het ontbijt.' zei de bewaker. Ik knikte even, en de bewaker wenkte me dat ik met hem mee moest komen. Ik liep met hem mee de lange gangen van het kasteel door. Het interieur van het kasteel was in zijn geheel rood en zwart, wat me stiekem best stoorde. Ik snapte niet waarom iemand heel zijn huis in slechts 2 kleuren wilde hebben. Uiteindelijk opende de bewaker een deur, en hield deze voor me open. 'Ah, Clearwater.' hoorde ik een man zeggen. 'Kom aan tafel.' zei hij niet veel later. Ik keek even de kamer in, en zag dat een man en vrouw aan tafel zaten. Dit waren de koning en koningin van Blackrose. 'Goedemorgen majesteit.' zei ik beleeft terwijl ik de aangewezen stoel naar achter schoof en erop ging zitten. 'Nuttig wat eten alsjeblieft..' zei de koningin met een zeurderige stem. Het klonk bijna dwingend, het irriteerde me. Ik pakte een broodje uit een van de vele brood-mantjes die op de tafel stonden, en legde die op mijn bord. Ik had niet gekeken wat erop zat, maar ik ging het ook niet eten. Waarschijnlijk was dit eten allemaal vergiftigd, ik vertrouwde niets hier. 'Eet toch wat mijn jongen.' Ik kreeg walg-neigingen bij de woorden die de koningin tegen me zei. 'Bewijs dat er geen vergif in zit..' zei ik tegen de koningin. Ze stond op en liep naar me toe, en sneed met het bestek wat ze had meegenomen een stukje van mijn broodje af en stopte het in haar mond. 'Zo genoeg bewijs..?' vroeg ze met haar zeurderige zoete stem. Ik knikte even. De koningin wiens parfum ik nu nog rook ging terug zitten op haar stoel, en keek me aan om te controleren of ik waarschijnlijk wel at. Ik nam dus maar een hapje, en proefde heerlijke ham, en het lekkerste brood. Ik legde mijn broodje terug op mijn bord en keek even de zaal in. 'Zeg Clearwater, hoe is het met je vader?' vroeg de koning spontaan. Net op dit moment hoorde ik dat er iemand op de deur klopte, en de deur ging open. Een jong, heel knap meisje verscheen in de deuropening. Dit moest de prinses zijn van Blackrose. 'Goedemorgen papa en mama.' zei ze met haar zoete stem, hij klonk alsof hij gemaakt was van zilver. De prinses liep sierlijk naar de stoel naast me, en keek me even aan. Ik was waarschijnlijk aan het staren, maar ik kon het niet helpen want ik had nog nooit zo'n mooie magische verschijning gezien. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat deze prinses waarschijnlijk door en door slecht was.
Reageer (1)
Ooaawwh zo schattig c,;
1 decennium geleden