Foto bij Hoofdstuk 2

Prins Guen Clearwater the fourth

Avontuur, dat was de rede dat ik hier was, ik rook het avontuur. Ik had zoveel gehoord over het koninkrijk Blackrose, en omdat ik eindelijk 17 was geworden mocht ik nu eindelijk gaan en staan van mijn ouders. Na veel gezeur mocht ik hier naartoe. Niet dat mijn ouders het hiermee eens waren, want nog niemand die naar het koninkrijk van Blackrose was gereisd was ooit teruggekomen. Maar daar maakte ik mezelf niet druk over, dus zo dapper als ik was, was ik op mijn witte ros Quintis gesprongen, en begonnen aan mijn avontuur. Ik was nu net in Blackrose, ik merkte dat door de donkere bossen. Ik had nog nooit zo iets donkers gezien. Het was dan misschien wel bijna middernacht, maar ik had nog nooit zoiets duisters gezien. Misschien waren al de geruchten die ik had gehoord over Blackrose wel waar. Maar ik kon me moeilijk voorstellen dat de koning en koningin hun bloedeigen dochter op zouden sluiten in een toren, en haar daar maanden lieten zitten. Misschien was dat wel iets om te onderzoeken. Ik besloot dat ik eerst maar eens een veilige plek moest vinden. Ik spoorde Quintis aan zodat hij wat sneller ging rijden. 'Rustig jongen, we gaan dadelijk eventjes rustig aan doen..' fluisterde ik in zijn oor. We naderde de bosrand, en ik liet Quintis daar eventjes stoppen. Ik keek uit over de graanvelden, niet dat het graan er hier goed uit zag, het had vast een vreselijke kwaliteit. Dan was het waar dat de mensen hier honger zouden lijden, en arm zouden zijn. Ik voelde opeens een woede opkomen, als het waar was dat de koning en koningin deze arme bevolking nog eens een berg belasting daarop lieten betalen zou ik er hoogst persoonlijk voor zorgen dat deze arme mensen nog voor de morgen in Waterland onderdak zouden krijgen. Ik hoorde opeens ver in de verte paardenhoeven. Ik spoorde Quintis weer aan, en keerde weer terug het bos in, daar hadden we meer beschutting en ik viel hier nogal op met mijn schimmel. Ik had wel eens gehoord dat ze hier alleen maar zwarte paarden hadden, net zoals hun kleding. Hun kleding was zwart rood, en geen andere kleuren. Ik merkte dat Quintis moe begon te worden. Ik liet hem tot stilstand komen, en steeg af. Ik haalde een wortel uit mijn schoudertas en gaf deze aan aan Quintis en aaide hem eventjes. 'Goedzo jongen.' zei ik tegen hem. Quintis hinkte even zacht. Ik haalde een appel uit mijn tas en toen ik deze aan mijn mond wilde zetten hoorde ik een stem. 'Zeg Guen, wat doe jij hier?' Ik keek op, en voelde de moed in mijn schoenen zakken. Ik was omsingeld door een groepje soldaten van Blackrose, en een grote man die ik herkende liep op mij af. Ik dacht niet na en stak mijn handen maar omhoog, ik wilde niet hier sterven zonder iets te hebben gezien van deze wereld. 'Generaal Ferdinant..' mompelde ik. Ik merkte dat Quintis ook zenuwachtig begon te worden, hij ging helemaal tegen me aanstaan, en trilde een beetje. Natuurlijk kende ik hem, ik had veel legendes over Generaal Ferdinant gehoord, hij was de rechterhand van de koning van Blackrose en had al veel indringers van Blackrose opgepakt en vermoord. 'Jij bent een leuk cadeautje voor de koningin..' zei hij terwijl hij op me af liep. Ik wist dat ik beter niet tegen kon stribbelen, als ik wat wilde zien van Blackrose. Ik liet me zonder tegenstribbelen vastbinden door een groepje soldaten, en ik werd op een paard getild, en weggereden op een paard met een onbekende soldaat als ruiter. Ik maakte me nog even zorgen over Quintis, maar toen ik zag dat ze hem ook meenamen maakte ik me nergens meer zorgen over, ik was alleen maar nieuwsgierig wat me te wachten stond en waar we naartoe gingen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen