Stay calm
Bedenkelijk keek Narcissa in de grijze ogen van haar zoon. Wat leken zijn ogen toch veel op die van Lucius, het was bijna onvoorstelbaar. Ze had er al vaak bij stilgestaan, maar deze keer overspoelde een gevoel van paniek haar. Wat als de eigenaar van deze ogen hetzelfde lot zou ondergaan, wat als Draco, net als zijn vader, ook een Dooddoener zou worden? Nee dat zou ze niet toestaan, hield Narcissa zich verbeten voor. Nooit. Haar zoon zou geen dienaar worden van de Heer van het Duister, daar zou ze alles aan doen wat binnen haar kunnen lag.
Draco keek zijn moeder peilend aan. Hij had haar zojuist verteld dat wat zijn vader aan het doen was, niet zijn zaken waren. Opnieuw klonk er een schreeuw door het huis, nu doordringender en gepijnigder dan de vorige. Narcissa en Draco schrokken er beiden van, alleen hun reacties waren een wereld van verschil: Narcissa’s gezicht bleef zoals gewoonlijk in de plooi, maar Draco keek doodsbang. Hij was er heilig van overtuigd dat het de stem van zijn vader was geweest, en hij begreep niet waarom zijn moeder zo rustig bleef.
Bij Merlijns baard, het was toch zeker ook haar man? Niet-begrijpend keek hij haar aan.
‘Zoals ik al zei Draco, rustig blijven. Er is niets aan de hand,’ zei Narcissa op gebiedende toon.
Zijzelf voelde ook angst omhoog borrelen, maar ze wilde er niet aan toegeven. Ze kon met geen enkele mogelijkheid naar beneden, dat kòn gewoon niet. Ze moest niet toegeven aan de angst die aan haar knaagde. Op dit moment was het van groot belang dat ze zichzelf groot hield, en niet als een Aardmannetje zonder kop naar die verdomde kelder stormde. Het was Lucius’ schreeuw niet geweest maar die onbeleefde vlegel die wel een lesje verdiende, punt.
Narcissa zette de blik op die ze altijd gebruikte bij gelegenheden waarbij ze haar emoties niet de vrije loop mocht laten, de blik die ze vroeger zorgvuldig aangeleerd had gekregen van haar moeder.
De blik die niets zegt maar toch zoveel. Lucius zou weten hoe ik me echt voelde, dacht Narcissa vaag.
Draco zette nog een paar passen richting de deur in de hoop dat zijn moeder het niet door zou hebben. Hij was van plan naar de kelder te sluipen. Niet dat dat zomaar ging als zijn moeder zich in dezelfde kamer bevond, maar hij kon het toch op zijn minst proberen. Hij legde zijn hand op de deurklink, maar nèt op het moment dat hij hem naar beneden wilde duwen draaide Narcissa zich bliksemsnel om en sprak de toverspreuk uit waardoor de deur op slot kwam te zitten.
‘Hier blijven,’ zei ze op rotsvaste toon, ‘en kalmeer een beetje. Er is niets met je vader aan de hand, en daarmee klaar.’
Ze had het fout, helemaal fout. Er was allesbehalve niets met Lucius aan de hand, hij lag nog steeds op de keldervloer, maar nu doodstil.
Reageer (2)
Ik was dit dus gisteravond aan het lezen en halverwege heb ik hem weggeklikt zonder reden. Da fuq?
1 decennium geledenAnywayz, loved it like always <3
neeeeeeeeee hij mag niet dood
1 decennium geleden