H20
'Diamantar!' Roep ik nog maals. Ik voel hoe Diamantar stribelt en ik vraag Nitor nog harder te rennen.
Ik weet dat het wapen Diamantar heeft geraakt, ik voel de pijn in mijn schouder. Tranen vloeien over mijn wangen,
laat Diamantar leven, laat hem leven! Láát hem alsjeblieft leven!
'Het komt goed!' Roept Cecile maar ik hoor haar niet.
'Aaaah!' Diamantar krijst als er nog maals een zwaard door hem heen gaat. Deze keer zijn rechter achterpoot. Een gedaante danst om hem heen en slaat hem. Diamantar is te gewond, hij is weerloos.
Dan berijken we de openplek, ik spring meteen van Nitor af en ren op de gedaante af. Mijn zwaard en werpmessen trek ik uit mijn schede.
'LAAT HEM MET RUST,'Brul ik woedend. Niemand doet mijn draak ook maar één dingetje aan. Ik begin met mijn zwaard op de gedaante in te hakken.
Mijn rechter hand schiet naar zijn schouder en ik hak hem daar, ik zie de wond verschijnen. Dan hak ik naar zijn knie, weer verdwijnt mijn zwaard in zijn vlees. Mijn woede geeft me kracht.
'HOU OP! Lilith!' Hoor ik iemand roepen, maar ik negeer het.
'STOP!' Brult diegene als ik een vinger er af hak. Ik zie de persoon voor me vallen en zich oprollen. Ik ga boven hem staan en hef mijn zwaard. Klaar voor de doodssteek. Klaar voor het einde.
Ik wordt geduuwd en ik draai me bliksem snel om en zet mijn zwaard op de nek van diegene die me besloop.
'Lilith,'piept Cecile.
'Cecile?' Vraag ik. Diamantar had gelijk, ze is over gelopen. Een triest gevoel gaat door me heen. Maar net als ik aan Cecile een einde wil maken wordt ik weer weg geduuwd. Nitor staat grommend voor Cecile, dit is de eerste keer dat ik hem geluid hoor maken.
'Jullie,' roep ik woedend. Maar dan denk ik aan wat er naast me ligt. Het is Diamantar. Ik buig me naar hem toe en bekijk zijn wondens.
'Oh, oh nee!' Mompel ik verdrietig. Tranen glijden in onafgebroken stromen over mijn gezicht als ik mijn handen voor mijn mond sla. Zijn wonden zijn zo diep... wat kan ik doen?
'Het... gaat wel... Ik zei... het toch?' Mompelt Diamantar in mijn gedachten.
'Oh! Je leefd nog,' murmel ik en ik omhels zijn linkervoorpoot.
'Lilith, laat me helpen, het is een misverstand,' ik kijk woedend om en ik zie Cecile staan. Ze heeft blijkbaar die aanvaller van Diamantar al genezen want ik zie dat die weer recht op staat, wellis waar met een enorme bloedvlek op zijn schouders. Maar de helm zit nog steeds op zijn kop, dus ik kan helaas zijn gezicht zien.
'Misverstand?'Het is geen vraag, ik bedoel het sacastisch.
'Ja! Kijk... dit is... Sisja,' zegt ze terwijl ze wijst naar de aanvaller. Een meisje?
'Hoi... ik ben Sisja, ik dacht dat je draak.... ' Het Sisja zet haar helm af en zwaait naar me. Ik kijk haar boos aan.
'Ik viel je draak aan omdat ik dacht dat die... hij kwam op míjn terijn! Dan vál ik draken gewoon aan,' zegt ze zenuwachtig. 'Ik wist niet dat hij een rijder had!'
'Vast,' grom ik terwijl ik over Diamantars hoofd aai.
'Ze is een bekende, maar ik heb je niet over haar verteld omdat haar identiteit geheim moet blijven...' zegt Cecile.
'Leugens,' grom ik. Ik pak mijn zwaard weer op. 'Ga weg, blijf weg, en... GA WEG!' Brul ik.
Angstig lopen de twee meisjes naar achteren en dan verdwijnen zeg. Braaf.
Verdrietig zink ik neer op de grond, ik heb teveel mensen verloren. Ik mis Metsa.
Voor de tweede keer in maar een paar dagen huil ik
Reageer (1)
ocharme gelukkig is diamantar nu veilig
1 decennium geleden