In het ziekenhuis

'Hey.' zei Harry.
'Hey, wat doe jij hier?' vroeg ik.
'De andere moesten nog een verklaring afleggen.' zei hij.
'En Louis?' vroeg ik.
'Hij was een beetje in shock, hij zit bij de dokter. En ik wou even met je komen praten.' zei hij.
'Is het erg met hem?' vroeg ik.
'Nee, en met jou?' vroeg hij.
'Gaat wel.' zei ik.
'Hoe is het eigenlijk gebeurdt?' vroeg ik.
'2 groepen meisjes hadden ons uit elkaar getrokken, en ze zijn je beginnen slaan. Waarschijnlijk door je relatie met Louis en ons.' zei hij en kwam op mijn bed ziten.
Hij wreef door mijn haar.
'Het spijt ons.' zei hij bijna wenend.
'Daar kan jij niet aan doen hoor, niemand van ons trouwens.' zei ik en wreef over zijn rug.
Harry knuffelde me stevig.
'Zal ik Louis nog zien vandaag?' vroeg ik.
'Ik weet het niet, hij steekt alle schuld op zichzelf.' zei Harry.
Er werd op de deur geklopt.
'Binnen.' zei ik en de dokter kwam binnen.
'Kun je even buiten gaan?' vroeg de dokter aan Harry.
'Ik wacht wel op de gang.' zei Harry en gaf me een kus op mijn kaak en ging naar buiten.
'En hoe gaat het?' vroeg de dokter.
'Het gaat wel.' zei ik.
'Nergens pijn?' vroeg hij.
'Beetje buikpijn, maar voor de rest niet echt.' zei ik.
Hij kwam naar me en keek even naar mijn hechtingen.
'Dat is ook oké.' zei de dokter stil.
'Hoelang moet ik blijven?' vroeg ik.
'Euh, normaal mag je overmorgen naar huis.' zei hij.
'Heb jij Louis onderzocht?' vroeg ik.
'Ja, ik wou het daar even met jou over hebben.' zei hij en zette zich in de stoel die naast mijn bed stond.
'Wat is er?' vroeg ik bezorgd.
'Met hem is alles in orde, maar met jullie....' zei hij.
'Wat is er met ons?' zei ik bijna wenend.
'Hij denkt dat het allemaal zijn schuld is dat jij hier ligt en wilt niet dat het nog erger wordt.' zei hij.
'Wat bedoeld hij daarmee?' vroeg ik snikkend.
'Dat bespreek je beter met hem.' zei hij.
'En waar is hij nu?' vroeg ik wenend.
'Sorry, dat weet ik niet.' zei de dokter.
'Gaat het?' voegde hij er nog aan toe.
Ik draaide me om, begon nog harder te wenen en negeerde de dokter.
Ik hoorde de deur opengaan en de dokter praten tegen Harry. Niet veel later hoorde ik de deur toegaan. Ik draaide me om en zag Harry terug naast me staan.