Australië - Deel 3

Ik probeerde Louis te zoeken maar de meisjes hadden ons volledig uit elkaar getrokken.
'Louis he....' riep ik maar ik werd onderbroken door een harde stamp in mijn maag.
Veel meisjes begonnen me te slaan en te schoppen. Ze zagen de politie afkomen en lieten me bewusteloos op de grond liggen.
Ik werd wakker in het ziekenhuis. Ik was volledig alleen. Er kwam een verpleegster binnen.
'Je bent wakker.' zei de verpleegster.
'Waar is Louis?' vroeg ik.
'Ze zijn allemaal bij de politie, er is wel gebeld voor je.' zei ze en gaf me een briefje.
'Kan ik hier bellen?' vroeg ik.
'Ja, daar.' zei ze en wees naar de telefoon die op een kastje naast mijn bed stond.
'Bedankt.' zei ik.
'Wat is er eigenlijk gebeurdt?' vroeg ik nog.
'Je bent in elkaar geslagen, je hebt een hele lichte hersenschudding, je linkerhand is gebroken en boven je wenkbrauw ben je genaaid.' zei ze.
'En wanneer mag ik naar huis?' vroeg ik.
'De dokter komt nog, maar ik moet mijn ronde verder zetten, als er iets is druk je maar op het belletje.' zei ze en liep de kamer uit.
'Niet te lang bellen ehj.' zei de verpleegster nog.
Ik nam de telefoon en toetste het nummer.
'Hallo?' vroeg ik.
'Jessica, het is Lottie.' zei Lottie.
'Ooh, hey.' zei ik.
'Ik heb gehoord wat er gebeurdt is. Hoe is het?' vroeg ze.
'Gaat wel, lichte hersenschudding, mijn linkerhand is gebroken en ben genaaid.' zei ik.
'Hoe is het gebeurdt?' vroeg ze.
'Ik weet het allemaal niet zo goed meer.' zei ik.
'Weet jij waarom Louis zijn gsm niet opneemt?' vroeg Lottie.
'Hij zit bij de politie.' zei ik.
'Waarom?' vroeg ze verbaasd.
'Weet ik niet, de verpleegster heeft enkel gezegt dat hij daar is, meer weet ik zelf niet. En ik heb zelf ook nog niets gehoord van niemand.' zei ik.
'Ok, maar rust nu maar een beetje.' zei ze.
'Ok, zal ik proberen.' zei ik.
'Veel beterschap en ik bel je nog wel eens.' zei Lottie.
'Dankje. Dada.' zei ik.
'Dada.' zei ze en legde af.
Ik legde me goed in bed en viel in slaap.
Ik werd wakker met hevige buikpijn.
Ik drukte op het belletje en niet veel later kwam de verpleegster binnen.
Wat is er?' vroeg ze.
'Ik heb hevige buikpijn.' zei ik.
'De dokter komt vanmiddag, ik ga je nu een pijnstiller geven via je baxter.' zei ze.
'Er staat iemand op de gang voor je. Mag hij binnen?' vroeg de verpleegster.
'Ja.' zei ik.
'Is het Louis?' vroeg ik nog, maar het was niet Louis die in het deurgat stond.