||005||

'Stop met ruziën.' zegt een kalme stem. 'Haha, hoor wie het zegt kale!' 'Doe niet zo gemeen tegen Aang.' roept het waterstammeisje. 'Ben niet bang voor jou.' roept Bill en hij doet een stap naar voren. Katara wil net Bill een beetje bang maken als er een groep jongeren de al zingend de kamer binnen moet komen. 'A please niet nog meer gezang!' roept Toph. Abrupt stoppen ze met zingen. 'Wat is er mis met zingen?' 'Euhm, nou het is vrolijk.' 'Ja het is vrolijk, daarom doen we het ook.' 'Voor mij is het eerder een rede om te huilen.' mekkert Toph.

Peeta ligt op zijn bed en luistert wat muziek. 'Hey, hallo!' komt Harry de kamer binnen. Hij springt bij Peeta op het bed. Zij adembenemende lichaam, Harry ziet er goed uit, vind Peeta. Hoe zijn haar krult. 'H h, hoi.' stottert Peeta. 'Is er iets?' 'Nee, nee hoor.' 'Waarom ben je hier alleen op onze -hij legt de nadruk op onze- kamer?' 'Ach ja, beneden zijn ze alleen maar aan het bekvechten en ik denk dat het niet lang meer duurt voor het woordje bek van het woord vechten afgehaald.' 'Met zo'n vaart zal het toch niet gaan?' 'Denk je? Mijn vrienden bijten wel van zich af, nog niet gesproken over die vampier en weerwolven.' Peeta grinnikt om zijn eigen grap. Wat is hij toch schattig als'ie lacht, denkt Harry. 'Hoe zit het eigenlijk met je liefdes leven?'