Hoofdstuk 52
Max P.O.V.
De afgelopen week ging de telefoon minstens één keer per uur maar helaas niet met tips over waar Maura zou kunnen zijn, het waren meer steunbetuigingen. Net als ik een kop koffie wil zetten omdat ik al bijna de hele week niet slaap gaat de telefoon weer. Ik zucht en neem op. ‘Met Max.’ zeg ik. Ik luister naar wat er aan de andere kant van de lijn gezegd wordt en met de seconde valt mijn mond verder open. De jongen aan de andere kant van de lijn heet Jason en heeft Maura de afgelopen week onderdak gegeven maar vandaag wilde ze weg en toen ze overstak werd ze geschept door een vrachtwagen en daarom ligt ze nu in het ziekenhuis. Als de jongen verteld heeft welk ziekenhuis Maura ligt valt mijn mond zo mogelijk nog verder open: Maastricht… Ik bedank de jongen en hang op. ‘Hanna, Ben!’ Schreeuw ik zo hard als ik kan. Nog geen minuut later staan ze naast me. ‘Wat is er?’ Vraagt Hanna. ‘Maura… ze is in Maastricht. In het ziekenhuis.’ Weet ik uit te brengen. ‘Maastricht, ziekenhuis?’ Vraagt Ben verbaasd. Ik knik en vertel wat ik ervan weet. Als ik uitgesproken ben pakken Hanna en Ben hun jas en roepen naar Lucas en Michelle dat we gaan. Ik pak ook snel mijn jas en loop achter ze aan naar buiten waar we een reis van ruim twee uur tegemoet gaan. Als we eindelijk in Maastricht zijn gaan we opzoek naar het ziekenhuis. Zodra we dat gevonden hebben springen Hanna en ik uit de auto op weg naar de receptie.
Er zijn nog geen reacties.