19. Explosion.
Voordat ik in bed ga liggen, doe ik het raam een stukje open. Het is waarschijnlijk niet slim, maar ik heb het echt warm. Koortsachtig warm.
Mijn ogen staren naar het plafond. Mijn tranen heb ik de afgelopen dagen verbruikt. Het enige wat ik nu ben, is echt kwaad, razend. Ik ben mijn familie verloren en alsnog liegt iedereen tegen me. Waarschijnlijk 'voor mijn eigen bestwil'.
Ik bijt mijn tanden op elkaar en voel dat mijn handen ook gebald zijn. Ik hoor een zacht geluid en wanneer ik mijn hoofd omdraai, staat Isaac opeens in de kamer.
'Hoe..?' breng ik verbaasd uit. Dit klopt van geen kant.
'Via het garagedak, remember', zegt hij met een knipoog. Hij loopt naar me toe en drukt een kus op mijn voorhoofd. Ik voel dat hij schrikt.
'Je hebt koorts, darling.'
'Hou op met me darling te noemen', sis ik hem kwaad toe.
Weer schrikt hij, maar dit keer van mijn reactie.
'Jane?' Zijn ogen vertonen pijn. 'Wat is er?'
'Wat is er?' Ik schiet overeind in bed. Mijn stem verheffend tot een te hoog niveau. 'Really, je vraagt me wat er is?'
Zijn ogen groot van verbazing, pijn en kwelling.
'Ja', mompelt hij zacht.
'Waarom doe je dit?'
'Doe ik wat?' Ik voel hoe mijn woede begint te borrelen.
'Doen alsof je me leuk vindt. Ik weet van je 'missie'.'
Hij kijkt me niet begrijpend aan, maar ik weet dat het maar een act is.
'Drop the act', snauw ik naar hem. Hij blijft me alleen maar aankijken.
Dan opeens voel ik hoe mijn woede wegebt. Ik laat mezelf op het randje van mijn bed zakken en schud mijn hoofd.
'Ik wil weten waarom iedereen tegen me liegt. Mijn moeder en broertje worden vermoord en plots duiken jij en Derek op. Ik wist niet waarom jullie me wilde beschermen, maar dan vind ik die folder net.' Ik schud mijn hoofd weer. Ik voel me kapot. Torn apart.
'Ik wil gewoon de waarheid weten.'
'Folder gevonden?' is het enige wat hij uit mijn woorden pakt. Ik kijk hem ongelovig aan en voel opnieuw de woede door mijn bloed razen.
'Ja, de folder waarin staat dat ik paranormaal begaafd ben. De folder waarin staat dat mijn zwakke plek liefde is. De folder waarin staat dat ik geëlimineerd moet worden!'
Ik ben inmiddels opgestaan. Mijn ogen schieten door de kamer, op zoek naar iets wat ik kapot kan gooien. Het enige mogelijke is een vaasje. Ik pak het op en wil het door de kamer gooien, als Isaac mijn pols vasthoudt. Binnen slechts een paar seconde is hij van de ene kant van mijn kamer naar de andere gekomen.
Zijn gezicht is slechts enkele centimeters van de mijne verwijderd. Zijn lichaamswarmte komt me tegemoet en even ben ik de weg kwijt.
'Ik weet niets van die folder af.' Hij spreekt de woorden uit alsof hij ze niet kan geloven, alsof zijn keel plots droog is.
'Yeah right. Hij lag in dat afgebrande huis, volgens mij het huis van Derek', zeg ik. Hij schudt zijn hoofd.
'Hij gebruikt me', brengt hij zacht uit. Plots is hij degene die kwaad is. Hij loopt snel naar het raam. Zijn lichaam gebogen, zijn ademhaling snel van woede.
Hij wil weg, als ik zijn arm vastpakt.
'Blijf', fluister ik.
'Jane, laat me los', zijn stem plots zwaar. 'Voor ik je pijn doe.'
'Nee', zeg ik resoluut, 'Je zal me geen pijn doen.'
'Je hebt geen idee.' Er volgt een snuif van ironie.
Ik laat hem niet los, in plaats daarvan sla ik mijn armen rond hem heen en leg ik mijn hoofd tegen zijn rug.
Ik voel hoe zijn lichaam zich spant, maar dan langzaam lijkt hij het onder controle te krijgen. Hij draait zich langzaam naar mij om. Zijn ogen zijn blauw, maar hebben nog een vage goudachtige kleur.
'Legt het me uit, alsjeblieft.'
Hij kijkt weg. Zijn blik van pijn.
'Je zal me een monster vinden.'
'Nooit.'
Hij kijkt terug in mijn ogen. Ik voel hoe ik verdrink in die prachtige blauwe ogen. Helderder dan de zee, helderder dan de lucht. Hij buigt zich langzaam, in slowmotion, naar voren en drukt dan zijn lippen op de mijne. Ik kruip dichter tegen hem aan, verdronken in de kus. Zijn handen glijden over mijn blote bovenbeen, de ander door mijn haar. Hij legt zijn handen onder mijn billen en tilt me op, brengt me naar het bed. Hij legt me voorzichtig neer, zonder onze kus te verbreken.
Wanneer hij de deken over mij heen trekt, sla ik mijn armen stevig om hem heen.
'Waag het niet me te verlaten', onderbreek ik de kus.
Zijn mondhoeken krullen omhoog en zijn ogen krijgen een twinkeling van plezier. Hij knikt.
'Promise.'
'I promise', fluistert hij glimlacht.
Hij gaat liggen, zodat ik dicht tegen hem aan kan kruipen.
'Beloof me, dat je er bent als ik wakker wordt. Beloof me, dat je me morgen alles verteld, alles.'
'I promise', belooft hij me nogmaals.
En zo val ik in slaap, in zijn armen. De eerste nacht zonder nachtmerries.
-- Thanks for all the comments! --
Reageer (3)
aah zo lief <3
1 decennium geledenCute. <3
1 decennium geledenahhh lief<3 echt zo ongeloofelijk schattig(: je schrijft echt geweldig:D
1 decennium geleden