Zevenenveertig
“Je zit er nog steeds over in,he? Dat je vader weg is,” vroeg hij zacht. Ik knikte.
“Ik vind het zo gemeen van hem. Af en toe zou ik willen dat ik wist waar hij woonde en ik naar hem toe kon gaan, en hem dan helemaal in elkaar slaan en verrot schelden, ook al weet ik dat ik dat nooit zal doen. Het is niks voor mij om het echt te doen, hoe graag ik het ook al wil.”
“Waarom niet?”
“Ik hou er niet van om mensen te kwetsen. Ik weet dat dat best wel tegenstrijdig is met de harde Sam die ik was, maar toch.” Ik haalde mijn schouders op.
Ik schrok op door een hard geluid van beneden. Het klonk alsof iets kapot ging. Daarna hoorde ik de stemmen van de jongens schreeuwen, en ik keek Liam even aan.
“Wat was dat?”
“Ik kijk wel even,” zei Liam. Hij stond op en liep naar beneden.
“Allemachtig, wat hebben jullie gedaan?!” schreeuwde hij. Ik werd bleek. Wat was er gebeurd? “Harry, jij gaat nu onmiddellijk naar Sam om je te verontschuldigen. En jullie ruimen dit op!” Ik had Liam nog nooit zo boos gehoord.
Een seconde later hoorde ik een klop op mijn deur en kwam Harry naar binnen. Een moment bleef hij met open mond naar mijn kamer staren, maar bedacht zich toen weer dat hij hier voor mij was. “Ehm, Sam?”
“Ehm, Styles?” deed ik hem na. Ik was nog steeds boos op hem, en dat merkte Harry ook wel. Als ik boos op hem was noemde ik hem Styles.
“We hebben een soort van iets kapot gemaakt,” zei hij moeilijk. Hij wreef even over zijn achterhoofd.
Ik zuchtte. “Wat?” vroeg ik zakelijk.
“Een soort van… de vaas… in de gang…”
Ik werd bleek. “Die witte?” stotterde ik.
“Eh, ja, dat was de enige vaas in de gang.”
Tranen welden op in mijn ogen en ik draaide mijn hoofd weg van Harry, zodat hij ze niet kon zien. “Ga weg,” zei ik schor.
Ik hoorde dat Harry zijn mond opende om iets te zeggen, maar hem toch weer sloot en wegging. Ik kon nu mijn tranen vrijelijk laten stromen. Die vaas was van mijn oma geweest. Het was het enige van haar dat ons aan haar herinnerde, en nu was die kapot. Ik spreidde mijn armen en lag op mijn bed alsof iemand me erop had gegooid. Voor de tweede keer vandaag staarde ik naar het plafond van mijn slaapkamer. Net zoals altijd probeerde ik figuren te ontdekken in de geschilderde wolken, maar natuurlijk had ik ze allemaal al gezien. Geschilderde wolken veranderden niet van vorm. Ik stond op en liep naar het raam. Ik gooide het open en staarde naar de echte lucht. Het was een frisse dag, maar de lucht was blauw met slechts een paar wolkjes.
Helaas waren deze wolken vormeloos, dus hoezeer ik het ook probeerde, ik zag niets dan verdampt water. Ik zag hoe de jongens mijn deur uitliepen. Ze keken nogal bedrukt allemaal. Niall had in zijn hand nog een pizzastuk, en ik vroeg me af hoe hij daar aan kwam. Had hij mijn laatste diepvriespizza opgegeten? Dan moest ik morgen boodschappen doen. O nee, morgen was het zondag. Dan moest ik het maandag doen.
Mijn hart sloeg een keer over toen ik Liam ook de deur uit zag stappen, maar besefte toen wat hij deed. Hij ging weg.
Hij keek een keer omhoog, naar mijn raam en zag me kijken. Snel stapte ik bij het raam weg. Ik liep de trap af en keek in de vriezer. Niall had inderdaad mijn laatste pizza opgegeten. Ik zuchtte en pakte toen maar de lasagne die in de koelkast stond. Ik stelde de magnetron in en propte het bakje lasagne er ook in. Ik liep terug naar de woonkamer en zette de tv aan. Ik besloot maar Spongebob te kijken tot mijn lasagne klaar was. Hoewel, nu ik er over nadacht, zou ik dat zo’n beetje de hele avond wel doen.
Reageer (1)
Awh, Sam zielig :c
1 decennium geledenJij verder moet ^^
ik in raar praten bui zijn, jij niet op mij letten