H13
Ik open mijn ogen, bang kijk ik rond. Mijn vader, mijn vader, wáár?
Het eerste wat ik zie is dat Diamantar naast me ligt. Het tweede dat hij niet beweegd.
'Nee! Nee! Nee!' Ik schiet naar voren, en wil hem aan raken, kijken of hij oke is. Maar iets houd me tegen.
'Au,' ik draai me om naar het touw wat me vast bind aan een ijzeren beugel aan de grond van de ruïne, waar ik dus nog steeds ben.
'Diamantar,' snik ik. Ik beweeg mijn handen die aan elkaar vast zijn gebonden met het touw. Ik beweeg ook mijn benen die aan elkaar vast zijn gebonden met een ander stukje touw. Ik ben niet gewond.
Dan wil ik met mijn geest naar Diamantar zoeken, maar ik bedenk me. Mijn vader kan me dan zo van binnen kapot maken. Als Diamantar werkelijk... d... is, dan moet ik nog wraak nemen. Ik moet zowiezo nog wraak nemen. Een brok vormt zich in mijn keel. Die woorden klinken zo slap bij mijn gevoelens van nu.
Ik kijk rond, net als in mijn droom. Maar daar riep iemand wat tegen me. Iemand...
Naast me zit een meisje!
'Aah!' Zeg ik als ik haar zie, zo erg ben ik geschrokken. Ik kijk naar haar handen en naar haar voeten, ze zijn niet vast gebonden.
'Luister!' Zeg ik als ik dat zie,'Je moet hier weg. Mijn vader heeft me bewusteloos geslagen en gaat me vermoorden, je moet hier weg... Wil je een bericht aan Metsa over brengen? Dat is van hem hou...' Mompel ik. Mijn stem klinkt verbazend genoeg niet raar of bang, ik heb mijn lot geaccepteerd. Al zal ik zoveel mogenlijk delen van mijn vader mee laten vermoorden. Als wraak wat hij mijn vrienden aan heeft gedaan.
Ik kijk naar het meisje, ze doet niets, ze kijkt me alleen maar verbaast aan met grote intelligente ogen. Achter haar verschijnt iets. Het is een beestje met grote oren en een lange staart.
'Wat is dat?' Vraag ik benieuwd, het wezentje is zo mooi. Maar dan bedenk ik me weer dat ze in gevaar is,'Gá voordat mi-'
'Rustig,' zegt het meisje nu. Ze glimlacht.
'Rústig? Mijn vader gaat me vermoorden en jij wil dat i-'
'Hou toch op over je vader, hij doet je niets,' zegt het meisje met een frons.
'Hij doet me heel veel,' zeg ik geïrriteerd.
'Nou ja, iniedergeval vandaag niet...' zegt het meisje.
'Hoe weet je dat? O... OH! Je werkt voor hem!' Ik voel mezelf boos worden en kijk het meisje boos aan.
'Eh?' Vraagt ze.
'DAN MOET JIJ OOK STERVEN!' Roep ik haar toe,'Ga dood! Mijn vader is slecht, als jij voor hem werkt moet jij ook sl-'
'Zins wanneer ben ik slecht?' Vraagt het meisje, ze kijkt ook geïrriteerd, maar haar verbazing is nog steeds af te lezen aan haar gezicht.
'Zins je voor mijn vader werkt,' snauw ik haar toe.
'Ik werk niet voor je vader,' zegt ze.
'Waarom ben ik dan vast gebonden? Waarom blijf jij dan hier? Vlucht, vlucht nu je nog kan idioot!' Zeg ik boos. Waarom begrijpt ze me niet.
'Luister nou, je loopt gevaar,' leg ik nog maals uit,'mijn vader de schim wil iedereen vermoorden.' Mijn woorden zijn hard.
'Weetje, jij lijkt er van overtuigd dat je vader je gaat vermoorden, waarom?' Vraagt ze.
'Hij sloeg me bewusteloos,' zeg ik boos.
'Nee, hoor. Dat deed ik,' zegt het meisje.
Reageer (2)
dat is echt een raar meisje:|
1 decennium geledenSnel verder !!!!
1 decennium geleden