Vierendertig
“Laat eens wat horen op de gitaar,” stelde Liam voor. Ik knikte, blij dat hij van onderwerp veranderde. Ik liep naar de gitaar toe en haalde het uit de houder. Ik nam met het instrument plaats op de kruk die er naast stond en dacht na over een liedje.
Ik liet mijn vingers over de snaren gaan en koos een liedje. Ik begon de snaren te bespelen en liet de noten mijn hoofd in drijven. Mijn gitaarspel was minder goed dan mijn pianospel, maar nog steeds vond ik het leuk.
“In the year of ’39 assembled here the volenteers, in the day when the lands were few,” zong ik. Ik kende dit liedje al heel lang en het was een van mijn favoriete liedjes om vrolijk te worden. “Here the ship sailet out into the blue and sunny morn’, sweetest sign ever seen…”
Het was grappig om te zien hoe Liam hetzelfde reageerde als eerst: met open mond en starende ogen. Je zou het als een belediging op kunnen vatten (ten slotte was hij overduidelijk verbaasd over mijn gitaar- en zangkunsten), maar ik zag het als een compliment. “And the night followed day, and the storytellers say that the score braves souls inside. For many a lonely day, sailed across the milky seas, ne’er looked back, never feared, never cried… Don’t you hear my call, though you’re many years away, don’t you hear me calling you… Write your letters in the sand for the day I take your hand, in the land that our grandchildren knew.” Nu kwam er een gitaarsolo. Af en toe keek ik op om Liam’s gezicht te zien. Hij was inmiddels over zijn verbazing heen gekomen en zat met een trots glimlachje te luisteren.
“In the year of ’39 came a ship in from the blue,” ging ik toen verder, “the volunteers came home that day and they bring good news of a world so newly born, though their hearts so heaviy weigh. For the earth is old and grey, little darling we’ll away, but my love this cannot be. Oh so many years have gone though I’m older but a year, your mother’s eyes from your eyes, cry to me…Don’t you hear my call though your many years away, don’t you hear me calling you. Write your letters in the sand for the day I take your hand, in the land that our grandchildren knew…” Opnieuw kwam er een stukje waarbij geen tekst was, gewoon de gitaar. Ik sloot mijn ogen en concentreerde me op de snaren en de muziek. Zonder zang was het makkelijker om te spelen, maar ik vond zingen leuk.
“Don’t you hear my call though you’re many years away, don’t you hear me calling you. All your letters in the sand cannot heal me like your hand. For my life, still ahead, pity me…” Ik speelde het laatste stukje af en liet mijn handen toen op de snaren rusten.
Een tijdje bleef het stil in de muziekkamer, gewoon om de sfeer die er nu hing niet te verpesten.
Zuchtend legde ik toen de gitaar weg en stond op. Ik ging met mijn hand door mijn haar. “Heb je honger?” vroeg ik nonchalant. Ik wist niet precies wat er gebeurde. Toen ik bezig was met mijn gitaar voelde ik me zo goed, zo zelfverzekerd. En nu het voorbij was, werd ik opeens weer onzeker over alles. Over mijn muziek, over Liam, over mezelf. Daarom leek het me beter om net te doen alsof er niets gebeurd was.
Ik zou net langs Liam lopen, toen hij me tegenhield. “Sam,” zei hij, “dat was echt geweldig.”
Mijn onzekerheid verdween meteen. “Dank je,” glimlachte ik. Ik streek een pluk haar achter mijn oor.
“Ik meen het. Het was geweldig,” verzekerde hij me. Mijn glimlach werd breder.
“Fijn dat je het leuk vond,” zei ik. Ik knipoogde naar hem en vervolgde mijn weg naar de keuken. “Pasta?”
Liam’s mondhoeken krulden omhoog. “Lekker! Wacht, kook jij?”
“Ja, hoezo?” vroeg ik achterdochtig.
“Dan bedoel ik ‘heerlijk’,” grijnsde hij. Ik lachte en zette water op.
Er zijn nog geen reacties.