H10
Ik: Hooooi computer!
Comp: Hooooi Myrthe.
Ik: Waarom zijn al mijn pictogrammetjes raar aan het doen en open ik alles met paint?
Comp: Ik wil je leven verpesten.
Ik: ;_; waarom?
Comp: Gewoon, het is leuk. Nu moet je om elk progamma te openen 5 minuten lang klikken op bepaalde knopjes om het te openen. Lelele!
Ik: NOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO!
Ik kijk naar de stapel brandhout voor me die ik en Diamantar zonet hebben gehaalt uit het bos. Boos kijk ik naar de stapel.
'Brisingr, brisingr, brisingr! Godverdomme!' Ik zwaai met mijn handen, maar de kleine beetjes magie die uit mijn handen stromen zijn niet genoeg om vuur te maken. De kleine vonkjes doven na 1 seconden te hebben bestaan.
'Nu mis ik Blueä toch wel, zij kon al vuur-spuwen...' Diamantar kijkt naar de stapel brandhout.
'Mmf, dan maar geen warm eten voor mij. Ik slaap vanavond wel warm onder jouw vleugel, dat is toch wel goed?' Ik voel Diamantar instemmend grommen naast me. Het fijne van draken is dat ze lekker warm zijn. Het vuur in ze, verwarmt ze. Dus als je tegen ze aan slaapt is het net een soort kampvuurtje. Noodoplossing voor losers met magie als ik.
'Ach, je moet gewoon nog wat oefenen...' Diamantar voelde zeker mijn teleurstelling. Hij kijkt al fronzend naar de stapel.
'Metsa hoefde helemaal niet te oefenen, hij kon het gewoon al, weet je nog in de les, volgens mij heeft hij nooit huiswerk-magie gemaakt,' zeg ik boos. Maar op Metsa kan ik niet jaloers zijn. Op Aryen wel, het natuurtalend magie. Pfff.
'Als ik nou eens leerde vuur te spuwen,' zegt Diamantar verdietig. Hij vind het niet leuk dat hij nog eens 3 maanden moet wachten tot zijn vuur het echt zal doen. Hij kan nu nog alleen maar rook spuwen.
'Als ik nou eens leerde magie te gebruiken, écht te gebruiken, en niet het flut werk wat me nu soms wel en soms niet lukt,' zucht ik verdrietig.
Ik en Diamantar, rijder en draak, kijken verdrietig naar de stapel brandhout.
'Naja,' zeg ik als eerste,'laten we jagen, we hebben voor vanavond geen koeken van...'
'Aryen,' mompelt Diamantar.
'Ja, die.' Ik kom stijf overeind en klim in een boom, fysiek ben ik tenminste wel ergens goed voor. Ik kijk of ik vogels zie.
'Je hoeft niet te jagen, ik jaag wel voor ons, hoor ik Diamantar op de achtergrond zeggen, maar ik jaag juist wel. Ik wil me goed voelen, ik wil iets doen. Jagen kan ik best goed.
Ik zie een stukje verder op een klein riviertje stromen tussen de bosjes door. Ik klim dus uit de boom en trek een werp mes. Hopelijk gaat het goed, ik heb geen boog.
Ik ren met een snelle snelheid naar de rivier, weer iets fijns van half elf zijn, je hebt de kracht van de elven. Binnen een paar minuten ben ik bij de rivier. Ik duik in elkaar en houd mijn werpmes omhoog. Langs het lemmet heen kijk ik naar een groepje vogels. Zo snel als ik kan gooi ik het mes met een enorme vaart naar een van de vogels, ik raak hem in de borst. Ik pak een tweede mes, maar de vogels hebben door dat er wat is, en hun instict volgend vliegen ze razendsnel op. Het is zinloos om nog maals te gooien.
Maar ik heb buit.
Tevrede bekijk ik de vogel, maar spring dan van schrik naar achteren, knipper met mijn ogen en schrik weer.
Mijn vader achtervolgd me.
Ik heb een oehoe geschoten. De oehoe voor me begint te verassen. Een ransige rook versprijt zich en stijgt op.
Dan kijk ik boos naar de hoop, met een enge grijns. Dit betekend alleen maar dat ik dicht bij mijn doel ben.
Reageer (2)
kzie die enge grijns al voor me
1 decennium geledenen geloof me dat ziet er creapy uit
Snel verder Ik hou van deze story
1 decennium geleden