Foto bij The victim and the arrogant young man

Hoe kán hij? Hij weet nota bene dat zijn zoon thuis is, maar gaat toch doodnormaal zijn gang! dacht Narcissa kwaad.
De man die zowat naar binnen werd geschopt, liep half gebukt, waarschijnlijk van de pijn, de gigantische gang in. Hij had een onverzorgd uiterlijk, met lang, klittend haar dat tot op zijn schouders hing. Zijn kleding was vies en modderig, met bij de kraag van zijn gehavende blouse een grote, rode vlek. De bloedvlek was afkomstig van het bloed dat met grote hoeveelheden uit zijn neus sijpelde.
Lucius hield de deur open voor het tweetal dat binnenkwam.
Walgend keek Narcissa van bovenaan de trap naar beneden. Haar zorg ging niet uit naar de man die inmiddels op de grond was gezakt, maar naar het peperdure tapijt waar hij nu op lag. Met een zucht leunde ze lichtjes tegen de balustrade aan en bekeek de grofgebouwde jongeman van een jaar of vijfentwintig, staand naast het hoopje ellende op het tapijt, die arrogant zijn blik door de rijk gemeubileerde gang liet gaan. Ze kon wel begrijpen dat hij de man die op de grond lag helemaal tot bloedens toe had geslagen, hij zag er namelijk sterk en zelfverzekerd uit, als een roofvogel die loert naar zijn prooi.
De blik van de jongeman had inmiddels Narcissa bereikt. Hij nam haar onbeschaamd op, bekeek haar schattend van top tot teen. Lucius, die naast de deur stond, schraapte zijn keel. Het enige wat Narcissa deed was hem ijskoud aanstaren. Hoe durfde hij, de vlegel.
Na haar even grijnzend aangekeken te hebben wendde de jongen zich weer tot Lucius.
“Hij stribbelde tegen, maar ik heb ‘m wat manieren bijgeleerd.” Zijn stem klonk laag, zonder enige toon van onzekerheid.
Lucius knikte kortaf, met een geërgerde uitdrukking, en wierp een afkeurende blik naar de bloedende man op de grond.
“Ik breng hem wel even, u wilt zeker uw mantel niet vies maken hè,” zei de jongen spottend, kijkend naar Lucius’ nieuw uitziende mantel.
De enige reactie die hij gaf was een woedende, kille blik.
Met gehaaide, maar toch beheerste stappen ging hij de brutale jongeman voor. Terwijl hij de man op het tapijt optilde en over zijn schouder zwaaide wierp de jongen nog een blik op Narcissa, dit keer leek er zelfs iets van hoopvolle verwachting in te liggen. Met één dodelijke blik werd die verwachting meteen met een klap de grond in geboord. Wat denkt hij wel niet? Achterlijk modderbloedje. Als Lucius zijn laatste blik had gezien, had hij die jongen met de grond gelijk gemaakt. Één vloek en hij zou voor altijd zijn blik op de grond gericht houden, dacht Narcissa. Maar ze hield zich wijselijk in, wetend dat de opdracht op de gehavende man te vermoorden van groot belang was voor de positie van Lucius bij de Heer van het Duister.

Reageer (2)

  • dineniel

    ik zou me dood ergeren aan het bloed op dat tapijt
    net als narcissa
    wat doet draco nu?

    1 decennium geleden
  • Othello

    Is dit verhaal eigenlijk gerelateerd aan de boeken of gewoon voor een deel? Just wondering, maar ik moet nu dus wel echt aan mijn huiswerk beginnen ....
    <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen