#2 Echo - Jason Walker
Bomen bewogen op het ritme van de wind. De lucht kleurde donker, wat me voor een onweer of fikse regenbui waarschuwde. Koppig liep ik door, ik moest bij Rainey geraken voor het te laat was. Ik had haar veel te lang alleen gelaten. Er was veel gebeurt op een maand tijd, te veel. Ze wist dat ze me kon bellen wanneer ze me nodig had, maar dat deed ze niet.
Na een kwartiertje kwam haar huis in zicht. Een klein schattig huisje met een witte gevel en zwart dak. Rainey vertelde me dat ze het huis had laten bouwen en dat de buitenkant haar wereld voorstelde. Zwart-wit, geen kleur. Ik kende haar al jaren, we hadden bij elkaar in de wieg gelegen. Onze ouders waren al sinds de universiteit bevriend met elkaar, dat was de reden dat we vaak samen speelden terwijl onze moeders koffie dronken en over hun werk roddelden. Toen we vijftien waren begon ik iets in haar ogen te zien dat ik nog nooit gezien had. Het was alsof ik in een diep en donker meer keek. Het was een mix van verdriet en pijn die ik in haar ogen zag en ik had geen idee hoe ik haar kon helpen. Dit bleef onze hele jeugd zo. Ik was erbij toen ze zo mager werd dat ze in het ziekenhuis moest opgenomen worden. De dokters vertelden haar dat ze een eetstoornis had. Anorexia Nervosa. Ze geloofde hen eerst niet, maar wilde wel beter worden. Dat deed ze. Ze kwam bij, werd weer een gezonde tiener. Haar ogen zijn nooit van blik veranderd. Ik heb altijd hetzelfde in haar ogen gezien. Rond haar achttiende kreeg ze prozac voorgeschreven, een antidepressiva. Het zou haar moeten helpen om een beetje beter te worden. Dat deed ze niet. Op haar negentiende verjaardag stuurden de dokters haar door naar een instelling om van alle problemen die ze voor iedereen had verstopt had af te raken. Zelf ik had het nooit gemerkt. De brandwonden op haar bovenbenen en de krassen op haar heupen waren de restanten van het gevecht dat ze al van haar veertiende voerde met zichzelf. Soms stal ik haar dagboek, gewoon om te weten hoe het met haar ging. Vroeger vertelde ze me alles, maar toen ze begon te puberen klapte ze dicht. Het open boek sloeg toe. 's Morgens kon je de restanten van de tranen nog zien op haar wangen. Sommige dagen bleef ze thuis van school, niet omdat ze ziek was maar omdat ze het niet aankom. Dan deed ze de stem van haar moeder na en meldde haar ziek. Haar ouders werkten van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, daarom hadden ze nooit door dat hun dochter niet naar school ging.
Het enige wat ze merkten was dat hun dochter afviel. Ik heb hen altijd verweten dat ze slechte ouders waren, maar ik zei het hen nooit. Ik fluisterde het wanneer ik alleen was of Rainey zag. Wanneer ik de brandwonden en littekens begon op te merken was het al te laat en zat ze er al te diep in om haar er nog uit te halen. Ze viel in een bodemloze put en hoe dieper ze viel, hoe erger alles werd. Ze bleef vallen, steeds dieper en dieper. Het ergste was dat ik er niets aan kon doen. Ik kon haar niet redden van alle ellende die ze voelde. Hoe hard ik haar ook probeerde uit de put te trekken, glipte steeds weer uit mijn handen tot ze een diepte bereikte waar ik haar niet meer kon bereiken.
Ik gaf het op, ging liedjes schrijven en werd bekend. Ik stuurde haar elk jaar kaartjes en brieven, maar er viel nooit eentje terug in de brievenbus. Geen idee waarom. Misschien voelde ze zich achtergelaten door me, in de steek gelaten, maar dat ging ik veranderen. Enkele weken geleden had ze gebeld om te vragen of we vandaag bij haar thuis konden afspreken. Ik stemde toe en precies dat was de reden waarom ik nu voor haar deur stond.Ik drukte zenuwachtig op de deurbel en probeerde mijn ademhaling onder controle te houden. De deur werd niet opengedaan, al brandde er licht binnen.
"Rainey! Ik weet dat je er bent!' schreeuwde ik en klopte op de deur. Die ging zomaar open. Voorzichtig liep ik naar binnen. Het zou niet mogen, maar het kon me niet schelen, ik moest en zou haar spreken. Op de benedenverdieping was er niemand en een bovenverdieping was er niet. Net toen ik weer weg wilde gaan zag ik een brief op tafel liggen. Nieuwsgierig liep ik ernaartoe. Op de bovenkant stond in haar sierlijke geschrift mijn voor- en achternaam geschreven. Ik vouwde hem open en begon te lezen.
Lieve Jason,
Ik heb je altijd graag gehad. Van de eerste keer dat we in hetzelfde wiegje lagen tot vandaag. Of je mijn brief ooit gaat vinden weet ik niet. Als dit nu mijn ouders zijn die hem lezen. Leg hem terug, nu. Ik meen het. Goed, nu ik er zeker van ben dat het Jason is schrijf ik verder. Ik wilde nooit dat je mijn leugens doorzag of mijn geheimen kende, maar dat deed je wel. Nu ik terugkijk op mijn ongelukkige jeugd ben ik blij dat je het wist.
Bijna heel mijn leven heb ik me alleen gevoeld, onbegrepen. Toch was jij er. Je steunde me en probeerde me te helpen. Daar ben ik je dankbaar voor. Enorm dankbaar. De tips die je me gegeven hebt om het slechte gevoel weg te krijgen gebruik ik nu nog. Tenminste, tot voor kort. Weet je hoe het voelde, Jassy? Om alleen te zijn? Ik denk het niet. Je was altijd de populaire,daar verwijt ik je niet om lieverd – oh, ik klink als mijn moeder. Bah. – je was nooit alleen. Je wist het niet. Dat weet je nu ook niet, liefje van me. Jij bent die superster van op televisie en ik? Ik ben dat meisje dat om de twee maand naar de dokter moet omdat haar prozac op is. Ja, ik neem nog altijd dezelfde stomme medicijnen. Ze werken toch niet. De laatste tijd ben ik eenzamer dan ooit. Er zijn dingen die ik je nooit verteld heb. Bang om uitgelachen te worden. Een van die dingen is het feit dat ik geesten zie. Gek hé? Ik heb maanden om je aandacht geschreeuwd, maar je hoorde me niet. Dat deed niemand. Daarom heb ik dit gedaan. Mijn schaduwen zijn mijn enige vrienden, de echo het enige dat ik hoor. Het spijt me dat ik het zo moet doen Jason. Echt waar, maar ik zag geen andere oplossing. Als je dit leest op veertien januari, 2012 rond zeven uur kan je me misschien nog redden. Zoek naar de deur van de kelder. Daar moet ik ergens zijn. Als je me vind, schrik dan niet. De laatste jaren zijn erg moeilijk voor me geweest.
Vaarwel Jassy.
Veel liefs,
Rainey
Geschrokken liet ik de brief vallen en zocht in paniek naar de deur van de kelder. Al snel vond ik hem en gooide de deur open. Daar lag ze, bedekt in bloed, op de grond. Ik rende op haar af en trok mijn shirt uit. Het shirt drukte ik op haar sneden terwijl ik met mijn andere hand mijn gsm nam en het alarm nummer belde.
"Je bent gekomen," fluisterde ze zacht en sloot haar ogen,"Ik heb je gemist."
"Ik jou ook. Je moet volhouden Rainey. De ambulance komt eraan."
De ambulance kwam en nam haar mee naar het ziekenhuis. De ambulanciers hadden me beloofd dat ze het zou halen. Daar geloofde ik in. In het ziekenhuis kreeg ze haar eigen kamer. Daar zat ik uren op een stoel te wachten tot ze bijkwam. In de tussentijd schreef ik een beetje om dit alles van me af te kunnen zetten. Ik bleef dagen bij haar. De eerste dagen was ze kwaad op me, maar dat verminderde geleidelijk. Na twee weken was ze blij dat ik haar gered had. Ze vroeg me wat ik had gedaan in de tussentijd, toen ze drie dagen sliep. Ik vertelde haar dat ik had geschreven en niet zomaar iets. Een liedje. Haar eigen lied.
Reageer (1)
Je schrijft echt mooi <3
1 decennium geleden