3,3 ~ Sapphire Deens;
Ik had eerst een véél mooiere dan deze. Maar hij is Kwijt. Weg. Foetsie.
Arme ik. Arme Jullie.
X.
Terwijl ik mijn saffierkleurige jurk aantrek, vraag ik me af hoeveel invloed mijn vader kan hebben in het Capitool. Ik bedoel, hij is ook maar een ex-tribuut. Maar hij krijgt het wel voor elkaar om mijn kleding uit te kiezen. Nadine kon absoluut niet weten dat ik de jurk de kleur van mijn naam droeg. Tenzij de trekking echt niet toevallig was.
‘Gewéldig. Je ziet er prachtig uit. Er missen alleen nog een paar sieraden.’ Nadine verdwijnt uit mijn kamer om de laatste puntjes op de i te gaan halen.
Ik draai een rondje voor de spiegel in mijn prachtige, lange jurk als mijn vader achter mij verschijnt.
‘Goed. Het is bijna tijd voor je eerste indruk. Het is duidelijk dat je een prachtige meid bent. Dus als je op de strijdwagen staat moet je laten zien dat je dat ook weet. Zwaai, lach, geef knipogen. Doe zoveel mogelijk om het publiek van je te laten houden.’
‘Oh. Zoveel moeite gaat dat haar niet kosten.’ Zegt Nadine triomfantelijk. ‘De jurk en haar uiterlijk moeten genoeg doen.’
Ze pakt een paar bruine lokken van mijn haar en schuift ze met een zilveren, met Saffier ingelegde, werkelijk prachtige kam in mijn haar.
Dan pakt ze mijn hand, schuift mijn ring om mijn middelvinger, checkt of mijn make-up nog goed zit.
Emerald komt de kamer binnen in zijn smaragdgroene pak. Ik grijns, omdat het er eigenlijk belachelijk uit ziet. Hij kijkt me inschattend aan, maar dan vind ik dat ik wel lang genoeg naar hem heb gekeken. En ik besluit me dat de laatste keer dat ik zijn hoofd zie, is als ik hem van zijn lijf afhak.
Nadine klapt in haar handen en verteld dat het tijd is om te gaan. We worden naar onze strijdwagen begeleid en dan begint het openingslied begint te spelen. De grote, zwarte deur gaan langzaam open. Achter de deuren verschijnen straten, vol met joelende bewoners van het Capitool. Ze schreeuwen en wijzen naar ons als we, als allereerste, de straat op rijden.
Mensen slaken kreten als ze doorhebben dat we de kleuren van onze edelstenen dragen. Ze wijzen naar ons en roepen onze naam.
Ik zwaai en zet mijn mooiste glimlach op. Ik buig, geef knipogen en werp kushandjes. Net zoals me is opgedragen te doen.
Mensen doen alsof ze flauwvallen door mijn knipoog, ze beantwoorden mijn kushandjes. Ik gooi mijn handen in de lucht en geniet van alle aandacht. Deze avond is geweldig.
Reageer (1)
aandacht aandacht en aandacht:P
1 decennium geleden