Foto bij 13. Cold Disappearance.

Hope u will like it! (flower)

De lucht wordt uit mijn longen gezogen, mijn blik vervaagt. Meegtrokken naar de duistere kant.
'Wat weet je?' vraag ik ademloos.
'Niet veel, maar je wil het vast weten.'
Ik blijf stil, hem afwachtend aankijkend.
'Het is een man geweest, want ze hebben in de tuin een grote schoenafdruk gevonden. Ze denken dat hij heeft gewacht, al voor langere tijd heeft hij gekeken, voor hij toesloeg.'
Hij blijft stil, hopend dat ik hem begrijp. Hopend dat hij het niet hardop hoeft te zeggen. Dat hoeft hij niet, ik doe het.
'Hij wachtte tot ik weg was.'
Mijn stem is amper hoorbaar. De wereld begint voor mijn ogen te draaien. 'Waarom?' is de enige vraag in mijn hoofd.
Ik hoor ergens een stem voor ik besef dat ik al naar de grond ben gezakt, omhoog gehouden door Stiles. Een schreeuw om hulp. Een extra paar armen. Liggend in het gras. Duisternis.

Wanneer ik mijn ogen open, ben ik in een kamer. Omringd door leegte. Het enige in de kamer is de stoel naast mijn bed.
Ik voel hoe de informatie verwerkt wordt in mijn hersenen. De moordenaar wachtte. Weer begint alles te draaien.
Wanneer ik opnieuw mijn ogen open, voel ik een zekere warmte. Blijkbaar ben ik weer flauwgevallen, want Isaac zit inmiddels naast me. Hij heeft mijn hand vast en streelt met zijn duim onophoudelijk mijn huid.
Ik zucht wanneer mijn blik zich vestigt in zijn blauwe ogen. Een flits schiet door mijn gedachten. Zijn ogen goudgeel, zijn blik verwilderd, zijn gezicht.. anders.
Ik trek in een reflex mijn hand weg en schiet tegen de muur. Isaac schrikt, verbaasd door mijn plotselinge reactie.
'Wat is er, Jane? Het is goed. Ik ben het maar', zegt hij zacht, lief, maar ik krijg het beeld niet uit mijn hoofd. Hij keek niet zoals nu. Hij keek hongerig, op een moordende manier.
De onverwachts opkomende angst duwt me nog dichter tegen de muur.
Stiles komt binnen. Verbaasd door het tafereel.
'Wat heb je gedaan?' schiet hij gelijk in de verdediging.
'Niets', reageert Isaac snel, zijn handen omhoog houdend in de lucht. Hij wordt aan de kant geduwd door Stiles.
'Gaat het? Ben je okay?' De bezorgdheid sijpelt door elke woord.
Ik knik langzaam. Plotseling begin ik te huilen. Plotseling wil ik naar Isaac, weer in zijn armen verdwijnen. Ja, ik ben een wrak, maar toch zijn de twee armen die zo plots om mij heen verschijnen van geen van beide. Ik draai verbaasd mijn hoofd naar degene en voel mijn blik veranderen naar dankbaarheid. Stiles snuift even afkeurend naar de jongen, maar trekt wel Isaac mee de kamer uit. Wetend dat Jackson me kan troosten.

'Hoe wist je dat ik hier was?' vraag ik wanneer ik uitgesnikt ben.
'Ik zag je flauwvallen. Stiles liet me niet meegaan, ds ben ik hem gevolgd. Net ben ik.. rustig naar binnen gekomen.'
Jackson en zijn 'rustig naar binnen gaan' ken ik wel, waardoor ik zahct in de lach schiet. Jackson legt zijn handen op mijn wangen en veegt met zijn duimen mijn tranen weg.
'En nou wil ik geen tranen meer, vanavond pas. Nu moet de lach blijven', fluistert hij lief. Ik voel een schuine glimlach ontstaan bij die woorden.
Ik stap van het bed af en besef nu pas dat ik in mijn 'eigen' kamer ben.
'Ik haat deze kamer', mompel ik in mezelf. In mijn ooghoeken zie ik Jackson begrijpend knikken.
We lopen samen naar beneden waar Stiles me meteen om de hals vliegt.
'Alles goed, Janey?' Tweede keer in een halfuur dat hij dat overbezorgd vraagt.
'Janey?' vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. Hij grijnst en haalt zijn schouders op.
'Klonk leuk.'
'Dacht het niet.'
Stiles zoekt hulp bij Isaac, maar die kijkt ons alleen maar grijnzend aan.
'Waar is mijn oma?' vraag ik als ik rondkijk.
Stiles haalt zijn schouders op.
'Ze is naar het politiebureau.'
Ik slaak een klein gilletje en spring zowat in Jackson zijn armen. De stem komt uit de schaduw en uit die schaduw komt Derek. Ik zie dat Stiles en Isaac ook nu pas weer op adem komen.
'What the hell, Derek!' brengt Stiles kwaad uit. Derek laat echter alleen maar even zijn ijskoude blik naar Stiles schieten, zodat die meteen weer zijn mond dichtklapt.
'Ze is naar het politiebureau', herhaalt Derek.
'Waarom?'
Derek bijt op zijn lip en lijkt even niet goed te weten wat te zeggen.
'Een van de lijken is vrijgegeven. Ze is erheen om afscheid te nemen.' Hij zegt het expres op deze manier, wetend dat ik zal vragen waarom ze mee niet heeft meegenomen. Wetend dat ik uiteindelijk zélf degene ben die van onderwerp verander, maar ik doe het niet.
'Een van de lijken? Wat is er met de ander?'
Derek bijt op zijn lip, kijkt even naar buiten, voordat hij mijn blik hervindt en me meelevend aankijkt.
'Die is verdwenen.'



-- Comment Please? Thank you so much!! --

Reageer (4)

  • Nouika

    Echt super cool verhaal!! Lol op school hebben wij zo'n gasje en die lijkt echt heel erg op Derek. Echt geniaal.

    1 decennium geleden
  • bvbloverx

    dit is zo awesome verhaal^^

    1 decennium geleden
  • HalfBloodPrince

    Soms haat ik derek egt zo hard, ik zou me elke keer wezeloos schrikken xD

    1 decennium geleden
  • crazycatlady

    wtf? wie steelt er nou een lijk? ik weet niet waarom maar moest aan dat stukje denken van miguel die derek natuurlijk is en stiles en danny toen bij dat stukje dat hij ineens uit de shaduw kwam(: love it so much<3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen