Hoofdstuk 4
Eenmaal aangekomen in Avallon zette ik het paard weer in de stal en ging naar binnen. Ik plof neer en denk aan wat Jerome me verteld had. *Wat ga ik nu doen met het kant en wat kan de geest in het bos bedoeld hebben met het wijzen? Waar wilde ze me naartoe hebben?* ik val in slaap en krijg een droom:
'Ik kijk in een enorme spiegel en zie mezelf in een trouwjurk staan.
Maar ik voel me niet echt gelukkig. *waarom moet ik trouwen met iemand waar ik niet van hou?!* De gene waarvan ik hou is vermoord! Er schieten nog een paar gedachten door me heen. Er word op de deur geklopt waar vervolgens een huishulp achter vandaan komt die me verteld dat ik naar het altaar moet. Maar bij het altaar staat niemand. Alleen de portier. Ik loop onzeker naar het altaar en merk dat mijn jurk aan alle kanten gescheurd is. Met elke meter dat ik dichterbij kom verschijnt er een publiek, verdwijnt de portier en komt de dominee er voor in de plaats. De dominee vraagt aan mij waar de Hertog is. 'ik dacht dat hij bij U was.' antwoord ik beleefd. *hoe moet ik weten waar hij is?! ik weet niet eens wat ik hier doe!* gaat er in mijn hoofd om. Ik wacht nog even, dan draai ik me om en loop de kerk uit. Ik ga meteen naar het theehuis op het landgoed als ik een druppel op mijn hand voel. *Fijn regen...* Komt het eerst in me op. Maar als ik naar mijn hand kijk zie ik tranen.'
Plotseling word ik wakker op de grond. ik ben van de bank gevallen. Ik sta op en loop naar de keuken voor een kop thee. Ik kijk uit mijn bescheiden keukenraampje en zie de man weer die ik ook in het bos heb gezien. Wat komt hij doen?
Er zijn nog geen reacties.