Achtentwintig
Ik was blij dat het weer goed was tussen Liam en mij. Pas nu realiseerde ik me hoeveel ik hem had gemist. Het was ongelofelijk.
Bij Nando’s zaten we tegenover elkaar en betrapten elkaar er steeds op dat we naar elkaar keken. Elke keer grijnsden we dan, en bogen ons blozend weer over ons eten. Liam was geweldig, echt geweldig. Hij was zo lief en zorgzaam, en bovendien ook nog knap. Niet dat ik om uiterlijk gaf, maar het is natuurlijk wel leuk als je vriendje er goed uitziet.
Met een schok besefte ik wat ik net dacht. Vriendje. Hij was mijn vriendje toch niet? Hij had me niet gevraagd of ik verkering met hem wilde, en we hadden niet gezoend.
Maar Jeff en ik hadden dat ook niet, maar wij hadden wel wat. Waarom hadden wij toen wat? Had hij me verkering gevraagd? Ik geloofde van wel.
“Wat is er?” fluisterde Liam in mijn oor. We zaten met de rest een film te kijken, en bij gebrek aan ruimte had Liam me op zijn schoot getrokken. Eerst voelde ik me wat ongemakkelijk, omdat ik het niet gewend was en de jongens nogal eens een starende blik op ons wierpen, maar ik raakte er al snel aan gewend.
Ik schudde mijn hoofd. “Niets bijzonders.” Ik richtte me weer op de film. Ik had echt geen idee waar de film over ging, omdat ik steeds werd afgeleid door mijn gedachten, of door Liam. Of door gedachten over Liam, natuurlijk.
Na de film rekte ik me even uit. Ik was wat loom geworden. “Ik moet maar eens naar huis gaan, denk ik,” zei ik.
Harry keek even zielig. “Echt?”
Ik knikte. “Sorry jongens,” glimlachte ik.
“Waarom blijf je niet slapen?” vroeg Louis.
Ik trok een wenkbrauw op. “Alweer?”
De anderen knikten. “Waarom niet?” vroeg Liam.
Ik schudde mijn hoofd. “Ik denk echt dat het beter is van niet. Een andere keer, misschien.”
“Moet ik je dan even brengen?” bood Liam aan. Ik keek even naar buiten door het raam en constateerde dat het al donker was. Niet de beste tijd om op een skateboard door de stad te gaan.
“Heel graag,” zei ik dankbaar. Ik stond op van Liam’s schoot en pakte de tas waar mijn kleren in zaten. Liam wreef even over zijn inmiddels gevoelloos geworden benen en stond toen ook op.
“Doei iedereen,” zwaaide ik. De jongens stonden op en gaven me een knuffel. Ik vond het nog steeds een raar idee, maar ik had het al geaccepteerd.
Ik pakte mijn skateboard van de gang en volgde Liam naar zijn auto.
“Kom je even mee naar binnen?” vroeg ik, toen we voor mijn huis stonden. Liam twijfelde even, maar ging toch akkoord. Ik diepte de huissleutel op uit mijn broekzak en stak hem in het slot.
“Entre,” zei ik. Liam liep achter mij aan het huis in.
“Wauw,” zei hij onder de indruk.
“Wat is er?”
“Mooi huis,” zei hij. Ik keek even om me heen. Opzich had hij wel gelijk. Ons huis was redelijk modern, met de vaste kleuren wit, zwart, rood en groen.
“Wil je wat drinken?” vroeg ik.
“Ja, lekker. Cola, alsjeblieft.” Hij ging zitten op de bank en speelde een beetje met het groene knuffelhondje dat daar tussen de kussens lag.
Ik liep naar de keuken en schonk daar twee glazen cola in. Met de glazen wandelde ik terug naar de woonkamer en ging naast Liam zitten. Een beetje ongemakkelijk zaten we daar, allebei niet wetend wat te zeggen. Ik vroeg me af waarom ik heb eigenlijk mee naar binnen heb gevraagd.
“Sam.” Liam doorbrak de stilte. “Het spijt me dat ik je probeerde te kussen vandaag.”
Ik glimlachte. “Dat geeft niet. Eigenlijk vond ik het niet erg, ik schrok er gewoon van. Ik heb nog nooit gekust,” flapte ik eruit. Meteen sloeg ik een hand voor mijn mond. “Sorry,” piepte ik.
“Echt niet?” vroeg hij verbaasd. “Dat had ik wel verwacht. Welke jongen wil jou nou niet kussen?”
Ik voelde me gevleid, maar ik liet het niet merken. Natuurlijk zei hij dat, het zou raar geweest zijn als hij niet verbaasd was geweest. “Zo ongeveer alle,” antwoordde ik grijnzend. “Ik vind ook dat een eerste kus perfect moet zijn, maar geen enkele jongen wilde mij een perfecte kus geven. Eigenlijk wilden ze helemaal geen kus geven. Niet dat ik er om gevraagd heb!”
“Nou, ik wil het wel,” zei Liam. De sfeer was opeens heel goed geworden, en ik voelde dat Liam niets verwachtte na het zeggen van die zin. Het was gewoon een melding, geen hint, en dat vond ik fijn.
“Weet je, Liam,” zei ik langzaam, “je bent echt heel erg lief.”
Liam grijnsde. “Valt wel mee.”
“Nee, ik meen het,” benadrukte ik.
“Het valt echt mee, hoor. Vind je echt dat ik lief ben?”
Ik grijnsde. “Nu vis je naar complimentjes.”
Liam lachte. “Je hebt gelijk, sorry.”
Grijnzend schudde ik mijn hoofd. “Het is niet erg. Ik vind het wel leuk.”
We vielen weer even stil. Ik wist verder even niets meer te zeggen.
“Ik moet maar eens gaan,” zei Liam spijtig. Ik knikte.
“Jammer.”
Liam grijnsde zwakjes. “Vind ik ook.”
We stonden op. Bij de voordeur stonden we even stil. “Ik ga je missen,” zei hij.
“Ik jou ook.” Ik slikte even en sloeg toen mijn armen om zijn nek. Ik voelde hij zijn armen zich om mijn middel wikkelden en hij me tegen zich aantrok. Als het had gekund, was ik hier eeuwig blijven staan. Knuffelen met Liam was het leukste, het fijnste en het mooiste dat ik ooit had gedaan.
Veel te snel trok Liam zich weer los. “Doei,” zei hij zachtjes. Hij opende de voordeur en ging weg, mij eenzaam achterlatend.
Er zijn nog geen reacties.