Schrijfwedstrijd Kanda & Aegypte ~ opdracht 6
De geur van vers bloed drong mijn neus binnen. Zo overheerlijk. Het liefste zou ik er nu meteen op afstormen, maar ik hield me in. Ik mocht mezelf niet overgeven. Niet nu. Mijn hoofd begon zwaar te bonken. Het was zo aantrekkelijk. Ik moest ernaartoe. Het gesnik van het kleine meisje drong mijn oren binnen. Ik schatte een afstand van zo'n zeshonderd meter verderop.
"Mama, ik ben gevallen," snikte het meisje.
Ik voelde een steek van medelijden, maar de geur van haar bloed overspoelde me. Het overschreed het gevoel van mededogen. Ik moest erop af. Het moest gewoon. Ik ontblootte mijn tanden en zette mijn snelle pas in. Ik kwam niet verder dan drie meter, toen ik alweer plat op de grond gedrukt werd.
"We hadden een afspraak, Megan! Houd je daar ook aan!" gromde de stem van Damon.
"Ik wil het! Ik wil het bloed!" schreeuwde ik, en probeerde me uit zijn greep te bevrijden.
"Sssst! Straks hoort iemand je nog!"
"Ik wil h-"
Hij snoerde me de mond door zijn lippen op de mijne te drukken. Oh, wat voelde dat goed. Ik sloot mijn ogen en mijn spieren ontspanden ietwat.
"Ik weet niet hoe je het doet, maar het werkt," bazelde ik.
"Niemand kan mijn look en charmes weerstaan," antwoordde Damon verwaand.
Ik rolde met mijn ogen. "Nou, wat een charmes."
"Zwijg!" riep hij. Nu was het zijn beurt om zijn tanden te ontbloten.
"Ik snap jou niet. Je bent zo'n egoïst; waarom zou je jouw leven dan toch riskeren voor het mijne?"
"Ik riskeer mijn leven niet voor jou. Jij riskeert het jouwe, waardoor ik automatisch ook in gevaar ben."
"Omdat je mij telkens uit de brand helpt. Dus, je riskeert je leven voor mij."
"Je snapt het niet. Je zet niet alleen jouw eigen leven op het spel, maar dat van iedere vampier in de buurt. Gewoon door jouw stommiteiten. Als ik daar niets aan doe, moet ik straks een ander stekkie uitzoeken om te overleven."
"Toch snap ik het niet. Als het echt zo gevaarlijk was wat ik deed, en jij daar niets aan zou doen, dan zou een andere vampier er wel iets aan doen."
Damon keek me strak aan. Hij had overduidelijk geen tegenargumenten meer klaarliggen. "Ik had je gewoon moeten laten wegrotten."
Ik rolde met mijn ogen. "Waarom deed je dat dan niet," zuchtte ik.
Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en draaide zich om. Hij keek naar de maan die nu hoog aan de hemel stond. Hij snoof wat frisse lucht in en verdween toen in het donkere bos. Ikzelf liep naar een van de bomen vlakbij het bospad. Ik klopte op de stam en met mijn nagels kraste ik stukken schors ervan af. Ik zette een voet tegen de stam aan en begon te klimmen. Ik klom tot helemaal bovenaan in de top, en hield mezelf vast aan het dunne uiteinde van de dennenboom. Ik stond op een van de bovenste takken en ik leunde wat naar rechts om een goed uitzicht over het dorp te creëren. De lantaarnpalen waren aan en enkele auto's reden over de natgeregende straten. Er waren nauwelijks mensen meer te bekennen. Opnieuw drong de geur van bloed mijn neus binnen, maar dit was een andere geur. Het was niet het bloed van het meisje. Mijn ogen speurden alle hoeken en gaten af naar de plek waar de geur vandaan kwam, maar ik zag niets verdachts. De geur kwam nu van alle kanten, en een kreet ontsnapte uit mijn moed. Waar is dat verdomde bloed! Een grom kwam uit mijn keel naar boven en geërgerd liet ik de tak los. Ik sprong naar beneden en landde keurig op twee voeten. Met een wanhopige blik keek ik om me heen. Wie is daar? Ik ging in een aanvalspositie staan en een nieuwe grom verliet mijn keel. Ik klemde mijn kiezen op elkaar terwijl ik mijn omgeving nauwkeurig in mij opnam. Ik hoorde hoe een struik ritselde en meteen sprong ik erop af. Ik zette mijn tanden in het harige nekvel van het beest en het dier gromde pijnlijk. Hysterisch rende hij door het bos, met mij nog op zijn rug. Bomen vlogen aan ons voorbij, en de wind deed een poging mij van hem af te slaan. Het beest galoppeerde als een paard en gooide zijn hoofd in zijn nek. Terwijl hij weer op vier voeten neerkwam, jankte hij luidruchtig. Met mijn tanden rukte ik een stuk vel uit zijn vacht. Het dier begon nog harder te janken. Ik proefde het bloed in mijn mond. Het smaakte verschrikkelijk; alsof het over de datum was. Verafschuwd spuugde ik het bloed met de restjes haren uit. In een ooghoek zag ik een schim door het bos zoeven. Het beest werd met een enorme kracht tegen een boom aan geduwd. Net op tijd sprong ik ervan af en keek het dier recht in de ogen aan. Ik herkende die ogen ergens van... Ik zag Damon even kwaad naar mij kijken. "Maak dat je hier wegkomt," snauwde hij, en richtte zich toen weer op het wolfachtige beest.
Ik deed wat hij zei en sprintte weg. Van een afstandje keek ik toe hoe Damon het beest af probeerde te maken. Hij sprong achter op zijn rug maar het dier wist wel beter. Hij gooide Damon van zich af en maakte gauw dat hij wegkwam. Hij rende mijn kant uit, maar ik bleef als bevroren staan. Ik kende die ogen. Het was Tyler. De jongen op wie ik al maanden verliefd was. Ongelovig bleef ik staan kijken, terwijl hij steeds dichterbij kwam.
"Tyler," zei ik zachtjes. Zo zachtjes dat hij het waarschijnlijk niet verstond.
Hij haalde zijn poot naar me uit, waardoor ik achterover viel. Hij opende zijn bek waardoor zijn krijtwitte tanden zichtbaar werden. Met mijn armen schermde ik mijn gezicht af, en bereidde me voor op de aanval. Een intense pijn in de buurt van mijn pols volgde, maar stopte al gauw weer. Ik opende mijn ogen weer en duwde mezelf overeind. Ik zag nog net hoe Damon flink naar de wolf uithaalde. Tyler rolde op zijn rug en hijgde hevig. Hij schokte een beetje, en na een tijdje was ook dat over. Hij sloot zijn oogleden en zijn spieren ontspande. Hij was dood. Met open mond bleef ik naar het levenloze dier staren.
"Wat kijk je nou?" Damon keek me geïrriteerd aan.
Ik sloeg mijn ogen neer, en mijn blik viel op de wond bij mijn linkerarm. Ik was gebeten. Ik hoorde voetstappen vlak naast me, en een lijkwitte hand nam mijn pols vast.
"Hij heeft je gebeten," zuchtte Damon. "Gefeliciteerd, Megan. Je bent nu officieel ten dode verklaard."
Ik keek hem onbegrijpend aan.
"Een beet van een weerwolf is dodelijk voor een vampier," legde hij uit. Hij plofte naast me neer en sloeg een arm om me heen. "Ik weet nu wel waarom ik het deed," mompelde hij zachtjes.
Ik keek op, maar ik zei niets. Damon staarde wezenloos voor zich uit. Zwijgend volgde ik zijn blik.
Er zijn nog geen reacties.