Opdracht 4
Voor deze opdracht moeten jullie een SA schrijven over één van de negen cirkels van hel, bekend van Dante's Inferno. De makkelijkste verwijzing die ik jullie kan geven is dan ook De nederlandse wiki site of De Engelse wiki site(deze is uitgebreider!).
Voor deze opdracht krijgen jullie allemaal een ring toegewezen waarna jullie een SA gaan schrijven. Je schrijft vanuit het oogpunt van Dante, een man van 35, die uit vrije wil de hel bezoekt. Hij was vermoedelijk rond de 1.80-1.85 met bruin haar, bruine ogen, en een verschrikkelijke haakneus(maak hem gerust wat knapper als je wil, maar wijk niet van deze beschrijving af! Als hij blond is lees ik niet verder).
De derde Cirkel: Gulzigheid
Woorden: 1002
Opgelucht, maar toch ook bang en benieuwd naar wat er ging komen, betrad ik samen met Vergil de derde cirkel. Voordat ik kon vragen waar deze kring voor stond, voelde ik spetters op mijn gewaad. Het waren ijzige regen spetters. Mijn bruine haar werd al gauw nat en de rest van mijn gezicht ook. Ik deed mijn kap over mijn hoofd heen, maar mijn haakneus was zo groot dat die nog steeds nat werd. Ik slaakte een zucht en bekeek het tafereel dat voor ons speelde.
Duizenden, misschien wel miljoenen lichamen liepen over een walgelijke vuilnisbelt heen. Het leek wel alsof ze aan het werk waren.
‘Welkom in de derde kring, Dante. De kring van Gulzigheid,’ zei Vergil.
De ogen van de lichamen waren blind, maar op de één of andere manier keken ze achteloos.
‘De blindheid staat symbool voor hun koude en egoïstische ziel. Hier zijn de mensen die een overvloed aan eten hadden en die haast niets deelden. Ook zijn hier mensen die misschien wel verslaafd waren’ Vergil leek mijn gedachtes wel te kunnen lezen.
Een rilling over mijn ruggengraat zorgde ervoor dat ik een stap naar achteren deed. In de verte hoorde ik een verschrikkelijk gebrul.
‘Wat was dat?’ vroeg ik.
‘Cerberus,’ fluisterde Vergil en keek zoekend om zich heen. ‘Hij bewaakt en martelt de mensen hier’
Ik wist wat een Cerberus was. Het was een drie koppige hond met ontelbare slangkoppen op zijn rug. Het was een wezen uit de Griekse Mythologie, maar ik had het niet verwacht hier aan te treffen.
Nog een brul. Het leek wel dichterbij te komen.
‘Lopen!’ commandeerde Vergil haastig. We liepen de vuilnisbelt over en ik zweerde dat het beest ons achter na zat.
Ik stopte abrupt met rennen toen ik een oorverdovend gekrijs en gebrul hoorde achter de berg voor me.
Eerst kwamen de drie hoofden van het beest te voor schijn, vervolgens zijn hele lichaam. Eigenlijk was het best fascinerend om daar naar te kijken. Cerberus’ rug zat onder de slangenkoppen en hij was immens groot. Zijn ogen keken ons dreigend aan en ik probeerde te bedenken hoe we hem konden stoppen.
‘Honingtaart!’ floepte er uit mijn mond. ‘We kunnen hem tegenhouden met honingtaart, dan valt hij is slaap!’
Vergil keek me spottend aan. ‘Heb jij honingtaart mee?’
Hij had een punt.
Cerberus kwam brullend op ons af wat maakte dat we weg renden. Na een paar honderd meter konden we echt niet meer. Vergil graaide van de grond modder en wachtte totdat Cerberus recht voor ons stond. Vergil gooide de modder recht in één van de monden. Het beest leek er totaal niet tegen te kunnen, maar het maakte hem nog bozer. Ik graaide snel ook wat modder van de grond en gooide het ook in een mond. Cerberus begon woedend met zijn staart de zwiepen en de slangen op zijn rug luid te sissen.
Vergil ontweek een slangenkop die wel heel dicht bij kwam en gooide modder naar het beest. De monden van Cerberus zaten vol met modder en het gebrul hield op. Het beest stortte in op de grond en begon woedend om zich heen te trappen.
‘Kom. Het modder houd hem niet eeuwig bezig,’ zei Vergil en we liepen verder. De lichamen leken het gemerkt te hebben dat Cerberus tijdelijk was uitgeschakeld. Ze keken ons allemaal op een vreemde blik aan (voor zover het mogelijk was) en stopten met werken.
‘Dante,’ zei een raspende stem achter Vergil en mij. Ik draaide me vlug om en verbaasde me dat het gezicht wel heel bekend voorkwam.
‘Ciacco?’ vroeg ik een beetje ongelovig. Ciacco was een net zoals mij een dichter geweest. We waren een soort van vrienden, alleen kon ik nooit echt geweldig met hem opschieten door zijn gulzigheid. Daarom verbaasde me het eigenlijk ook niets dat hij in deze kring zat. De reden waarom ik deze ontmoeting een beetje ongelovig vond, was omdat ik niet had verwacht dat ik iemand kende in de hel. Natuurlijk waren er vele mensen gestorven die ik kende, maar het was toch heel vreemd.
Ciacco stond voor “varken”, maar toch werd hij in Florence geaccepteerd door zijn welsprekendheid en vriendelijkheid.
‘Heb je mijn gedicht gelezen?’ vroeg Ciacco op een bijna fluisterende toon.
Ik schudde mijn hoofd. Ik wist wel dat Ciacco voordat hij doodging een profetisch gedicht had geschreven, maar ik had het niet gelezen.
‘Ga weg bij de Witte, Dante,’ zei Ciacco smekend.
Ik keek hem vragend aan. Waarom kwam hij mij dit vertellen?
‘Heeft het te maken met je gedicht?’ vroeg ik.
‘Jouw lot heeft te maken met het gedicht,’ zei Ciacco. ‘Ga weg bij de Witte. Het zal leidden tot je ballingschap,’
‘Bállingschap?’ vroeg ik ongelovig. Ik zou nooit weg gaan bij de Witte Welfen.
De Welfen waren in Frankrijk, Duitsland en Noord- Italië een erg belangrijke adellijk geslacht. Je had twee soorten Welfen; de Witte en de Zwarte. Op de meeste plaatsen was het al uitgevochten wie de heerser was van dat stuk land, maar in Florence nog niet.
‘De Witte worden verdrijft, Dante. Geloof me nou,’ zei Ciacco.
In de verte hoorde we een brul van Cerberus.
‘We moeten nu echt gaan, Dante,’ zei Vergil en trok aan mijn gewaad.
Ik keek Ciacco nog eens aan. Ik geloofde er niets van wat hij zei. Het kon gewoon niet waar zijn. De Witte zouden nooit verdreven worden uit Florence. Het was onmogelijk om dat te denken. Ik was teleurgesteld in Ciacco. Misschien was hij wel vlak voor zijn dood overgelopen naar de Zwarte Welfen.
Mokkend en tegelijkertijd ging ik haastig achter Vergil aan.
Achter ons hoorde ik veel gejammer. Waarschijnlijk was Cerberus weer modder vrij en klaar om ons terug te pakken. Een hoop gekrijs zorgde ervoor dat we begonnen te rennen naar het einde van de derde cirkel. Cerberus was hoogstwaarschijnlijk lichamen aan het martelen.
Ook al vond ik het raar wat Ciacco had gezegd, moest ik het vergeten. Ik had tenslotte iets anders aan mijn hoofd. Ik moest nog een hele reis door de Hel doorstaan.
Reageer (1)
Het begin van je verhaal was luchtig en vermakelijk, de beschrijving die ik had gegeven over Dante werd op een komische manier verwerkt (mega haakneus). Daarna kreeg je verhaal echter al wel een serieuze toon, door de beschrijvingen van de mensen die vast zaten in de derde cirkel en wat er met hen gebeurde. Hier en daar hou je het wel weer luchtig dooreen grapje op zijn tijd, maar je weet wel te bereiken wat je hebben wil, de aandacht van de lezer.
1 decennium geledenIk wil je bedanken voor het meedoen aan mijn wedstrijd en voor je inzet, daar waar zovelen al hadden afgehaakt. De credits stuur ik zo snel mogelijk (en wanneer het systeem het weer toelaat) jouw kant op.
Goed gedaan!