Foto bij 28.

Hey hey!
Hope you like it (flower)


Zayn POV

‘We waren zo ongerust!’ riep Liam toen hij me zag binnen komen. Hij kwam op mij af om me een knuffel te geven, maar ik zette een fake glimlach op liep hem straal voorbij. Ik deed mijn jas en mijn schoenen uit en ging in de zetel zitten. Ik trok mijn knieën op en bleef in stilte voor mij uit kijken. De jongens keken mij bezorgd aan. ‘Hoe gaat het met Stephanie?’ vroeg Harry toen hij door had dat ik niets ging zeggen. Ik haalde mijn schouders op. ‘Niet goed,’ mompelde ik. ‘En wat bedoel je met “niet goed”?’ vroeg Louis voorzichtig. Ik voelde hoe mijn ogen vochtig werden. Bemoedigend legde Harry een arm om mij heen. ‘Als ze over een week niet wakker wordt, zetten ze de machines die haar in leven houden uit,’ zei ik. Een traan rolde over mijn wangen. Ik hoorde hoe de jongens geschokt hun adem inhielden. ‘En ze heeft een hersenletsel opgelopen, dus als ze wakker wordt zal ze nog heel lang moeten revalideren,’ vervolgde ik. Toen ik het hardop zei, drong het pas allemaal tot mij door. Een tweede traan rolde ondertussen ook over mijn wang. De jongens wisten niet goed hoe ze moesten reageren. Ze zaten allemaal in hun gedachten verzonken. ‘Mag ik vannacht hier blijven slapen?’ vroeg ik aan Harry en Louis. ‘Maar natuurlijk,’ zei Harry. Ik stond op. Liam keek mij nog eens vragend aan, of hij me nodig had om te praten, maar ik schudde mijn hoofd. Vanavond had ik even niemand nodig.

Ik kon maar niet in slaap komen. In tegenstelling tot andere avonden, lag ik niet urenlang te huilen. Ik had nog geen traan gelaten in deze kamer, wat ik op zich wel raar vond. Ik was verschrikkelijk moe, maar elke keer dat ik mijn ogen sloot, zag ik het beeld van Stephanie in het ziekenhuis met al die draden. Morgen zou ik teruggaan naar het ziekenhuis. Ik voelde me verschrikkelijk schuldig en ik zou morgen tegen haar zeggen hoe hard het me speet. Er was namelijk een kleine kans dat ze me hoorde, en misschien zou ze harder vechten als ze mijn woorden hoorde. Ik had nog geen idee wat ik tegen haar zou zeggen. Elke keer als ik dacht dat ik wist wat ik zou gaan zeggen, vond ik het toch niet goed en zo bleef ik maar nadenken. Ondertussen was het al drie uur ’s nachts en mijn hoofd stond op ontploffen. Ik stond op en ging naar de badkamer. Ik nam een aspirine in en keek toen nog wat verder in de kastjes. Ze zouden het toch moeten hebben? Eindelijk had ik gevonden wat ik nodig had. Ik nam het potje en haalde er een slaappilletje uit. Ik nam het in met wat water. Even keek ik nog naar het potje. Twee zou geen kwaad kunnen, toch? Ik nam er nog een in en ging toen terug naar de logeerkamer. Ik lag nog even wakker in mijn bed, maar uiteindelijk begonnen de medicijnen hun werk te doen en viel ik in een lange, droomloze slaap.


Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen