Hoofdstuk 1
Ik hoorde iets, dat kon niet want ik lag in bed en het was altijd bij mij thuis doodstil wanneer iedereen op bed lag. Maar dat moest haast wel, het zou vast rond half 3 midden in de nacht zijn. Ik hield mijn adem even in met mijn oogleden nog gesloten. Ik hoorde het weer. Iemand was op mijn kamer. Ik voelde me heel zwak worden, ik moest nu niet bang zijn. Wie zou er in mijn kamer zijn? Misschien was het mijn kleinere zusje, nee die ligt zoals gewoonlijk lief in haar bedje op haar duimpje te zuigen terwijl ze insliep. Ik draaide me even om, met mijn ogen nog gesloten en hoorde dat het geluid minder werd. Ik hield mijn adem weer in. Het was warm, dus ik sliep slechts in mijn nachtjapon, en had de dekens van me afgeslagen terwijl ik sliep. Ik voelde een windvlaag langs mijn wang. Hoe kon dat? Het raam was toch dicht? Er was dus iemand in mijn kamer. Ik voelde een rilling over mijn rug lopen. Waarom was ik zo laf om mijn ogen niet open te doen? Ik rekte mezelf even uit en raapte mijn moed bij elkaar. Ik moest het aandurven. Ik moest mijn ogen nu open gaan doen. Ik opende mijn ogen langzaam, en schrok toen ik niet naar het plafond keek, maar in de ogen van een jongen, en hij zweefde boven me. Ik sloeg een hand voor mijn mond. Ik mocht nu niet gaan gillen, anders zou het hele huishouden wakker worden gegild. 'Sssttt..' siste de jongen. Mijn ogen werden groot toen hij met een sierlijke salto aan het voeteneind van mijn bed ging zitten. 'Ik doe je niets hoor.' fluisterde hij. Ik moest wel dromen, dit was te vreemd. Ik besloot om verder te dromen, aangezien ik van verhalen hield en ik deze droom zeker weten op ging schrijven. Ik knipte mijn nachtlampje aan, wat ik beter niet had kunnen doen. Toen mijn ogen gewend waren aan het felle licht zag ik dat de jongen was gekleed in kleren die gemaakt waren van bladeren met een soort kabouterhoedje met een rode veer. 'Wie ben jij?' vroeg ik een beetje verbaasd. 'Wie ben jij?' vroeg de jongen verwaand. Hij was erg arrogant, en knap maar dat interesseerde me niet echt. 'Ik ben Jane Addams.' zei ik maar, omdat ik wilde weten hoe hij heette. De jongen steeg op en maakte een sierlijke buiging terwijl hij zijn hoedje afzette. 'Ik ben Peter pan.' zei hij.
Reageer (2)
Ahw, dankje. Het gaat niet echt standaard worden, dat beloof ik je.
1 decennium geledenIk hou nu al van je verhaal
1 decennium geleden