Hoofdstuk 28
Sorry dat het allemaal zo lang duur, maar ik ben voor dit verhaal een beetje inspiratie loos aan het worden. Ik geloof dat school mijn inspiratie afsluit ...
Ik heb nog een aantal hoofdstukjes staan, maar het zal allemaal wat langzamer gaan dus...
Maar voor dit hoofdstukje dan toch:
I hope you like it!
Zachtjes bonkt het hart van mijn vader, tegen mijn hoofd aan. Door zijn ademhaling gaat mijn hoofd, zachtjes op en neer. Zonder het zelf te merken, adem ik mee op hetzelfde tempo als hem. Mijn vader, de man die me liet inzien dat ik wel degelijk om mensen geef. ‘Bonk, bonk’, het geluid van zijn hart, dat bonkt tegen mijn oor maakt me rustig. Het geeft aan dat hij nog leeft, dat er leven in hem zit. ‘Luce’, de stem van mijn vader onder breekt het magische moment, waar ik op dit moment in verkeerde. ‘Hmm wa’? Murmel ik, proberend het magische moment terug te krijgen. ‘We moeten naar het avondeten’, zegt mijn vader zacht. ‘Nee hoor’, zeg ik met mijn ogen nog gesloten. Ik probeer zijn ademhaling weer te volgen en zijn bonkende hart te horen. ‘Ik moet’, fluistert hij, ‘anders draag ik je persoonlijk naar beneden’. ‘Doe maar’, zeg ik, ‘kan ik mooi nog even naar je hart luisteren’. Ik voel hem zachtjes grinniken. ‘Doet hij nog’? Vraagt hij. ‘Gelukkig wel’, antwoord ik. ‘Ik zou niet weten wat ik moet, als hij het niet meer deed’. Langzaam open ik mijn ogen en kijk hem aan. ‘Is’, ik slik even. ‘Professor Sneep beneden’? Vragend kijk ik hem aan. ‘Waarschijnlijk wel’. ‘Ik had gehoopt van niet’, mompel ik. Ik laat mijn vaders middel los en ik voel, hoe zijn gewicht het bed loslaat. Hij steekt zijn hand naar me uit die ik aanpak, terwijl ik van het bed stap. Samen lopen we naar de grote zaal, waar iedereen al is begonnen met eten. Onze wegen scheiden en hij drukt een kus op mijn kruin. Onze vingers laten elkaar los en ik sla rechtsaf naar de tafel van Griffoendor. Ik sta op het punt naast Marcel Lubbermans te gaan zitten, als twee jongen met rood haar me om de half vliegen. ‘Mooie vloek’, zeggen ze in koor. ‘Dames en heren’, zegt een jongen met bruin haar. ‘Dit is Leo Jordaan uw commentator en graag wil ik dat deze jongendame' en hij steekt mijn hand in de lucht. ‘Met eer naar de leerlingenkamer wordt gebracht’. ‘Mag ik eerst eten’? Vraag ik. ‘Ik sterf van de honger’. ‘Nadat ze gegeten heeft’, voegt hij er vlug aan toe. Hij geeft me een knipoog en ploft weer neer aan tafel. Hoofdschuddend ga ik ook zitten en ga opzoek, naar dingen om te eten. Heel Griffoendor blijft zitten tot ik uitgegeten ben, waar ik na een tijdje ontzettend zenuwachtig van wordt, omdat ze me de hele tijd aan staren. Uiteindelijk besluit ik toch maar op de staan, omdat ik geen honger meer heb en nieuwsgierig ben naar wat ze van plan zijn. Al snel wordt ik van achteren op getild en bij iemand op de nek gezet. Van schrik sla ik een kort kreetje. ‘Ha die Luce’, zegt een jongen met rood haar. ‘Hoi Fred’, zeg ik, zeker wetend dat ik het goed zeg.
‘Je leert het al’, zegt Fred en hij knipoogt naar me. ‘YES’! Schreeuw ik en ik steek triomfantelijk mijn handen in de lucht. Ik kijk vlug even naar mijn vader, haal mijn schouders op en zie nog net hoe hij probeert zijn gezicht in de plooi te houden. En ik weet zeker, dat ik het woedende gezicht van professor Sneep, dat ik net kort opving nooit meer zal vergeten. Ik grijns kort en dan verdwijnt de grote zaal uit mijn gezichtsveld
Reageer (2)
ha ze leert hoe ze de twins uit mekaar moet houden
1 decennium geledenWacht wat zijn ze nou van plan om te gaan doen??
1 decennium geledenMaar voor de rest is het een mooi hoofdstukje
Snel veder