#012
En jongens, het kudo-knopje heeft me weer opgezocht vannacht. Hij had het nog steeds koud :c
“Mag ik je ontwerpen misschien zien?” vroeg Luke. Er waren inmiddels al een paar uren verstreken, waarin we de hele tijd hadden gepraat en gelachen.
“Eh, tuurlijk, denk ik,” zei ik weifelend. Hij was de eerste aan wie ik ze zou laten zien, en ik kende hem niet eens zo lang als Matt of Lina.
“Als je het niet wil, hoeft het niet hoor,” zei Luke, die mijn twijfel had gezien.
“Nee, het is goed,” verzekerde ik hem. Ik pakte mijn schetsblok en opende het. Meteen hoorde ik Luke zijn adem inhouden.
“Wauw,” zei hij ademloos.
“You like it?” vroeg ik.
“Dit is goed, Alex!” complimenteerde hij. Ik bloosde.
“Dank je,” zei ik onzeker. Ik sloeg de bladzijde om en onthulde een groene top met wat frutseltjes.
“Heb je dit al laten zien aan iemand die er iets mee kan doen? Een winkel of zo?” vroeg Luke. Ik zuchtte vermoeid. Waarom vroeg iedereen dat?
“Wat is er?” vroeg Luke. Hij keek me onderzoekend aan.
“Niks. Het is gewoon dat iedereen dat vraagt. Ik begrijp het op zich wel, maar het is een beetje irritant.”
“Sorry,” zei Luke gemeend.
“Het geeft niet.” Ik glimlachte naar hem. “Maar nee, dat heb ik nog niet. En eerlijk gezegd weet ik ook niet of ik dat wel wil…”
Luke keek in mijn ogen en het viel me opnieuw op hoe groen die waren. “Dat hoeft ook niet, als jij dat niet wil. Wij gaan je niet dwingen. Weet je al wat je later gaat doen?”
Ik schudde mijn hoofd.
“Je zou kunnen denken aan een modecarrière. Het verdient goed.” Hij glimlachte lief.
“Dank je,” zei ik zacht. Luke trok me in een knuffel.
“Graag gedaan, Ariël.” We grijnsden weer.
“Ik moet er weer eens vandoor,” zei Luke na een tijdje.
“O.” Opeens voelde ik me een stuk minder vrolijk. “Oké.”
“Sorry.” Hij glimlachte lief naar me. Ik was echt blij met onze vriendschap.
“Ik zou wel met je mee willen lopen naar de voordeur, maar ik geloof niet dat dat mogelijk is.” Zuchtend wreef ik over het gips.
“Geeft niet,” zei Luke. “Ik vond het gezellig vandaag.”
“Ik ook,” glimlachte ik. “Dank je wel dat je langskwam.”
“Wat doe je morgen?”
“Nou, aangezien ik niet weg kan, zal ik wel weer de hele dag hier zitten,” redeneerde ik.
“Dan kom ik morgen weer langs, als mijn lessen voorbij zijn. Is dat goed?”
“Echt?” Ik begon te stralen. “O, dank je dank je dank je!” Ik omhelsde hem ietwat onstuimig, en mijn gezicht vertrok even van pijn toen er een steek door mijn ribben schoot.
“Pas je op?” vroeg Luke bezorgd.
“Natuurlijk,” zei ik moeizaam. Ik legde mijn hand op mijn borst. “Het gaat al weer.”
“Goed dan. Tot morgen!” Hij gaf me een vluchtige kus op mijn wang en gaf me een knuffel.
“Tot morgen,” zei ik. Luke zwaaide nog een laatste keer en verdween toen door de deur.
Reageer (1)
Ik zou het arme kudoknopje wel willen helpen, maar helaas reageert hij maar 1 keer op mijn knuffels...
1 decennium geleden