Foto bij De Brief

De Brief

‘Remus! Remus! Hij is er! De brief is er!’
De kreet van mijn moeder maakte me wakker. Enkele seconden bleef ik verbaasd liggen. De brief was er! Perkamentus was zijn belofte nagekomen. Een weerwolf op Zweinstein! Geen enkel ander schoolhoofd had dat ooit toegelaten.
Ik stormde naar beneden en grabbelde de brief uit mijn moeders handen. Met een lach keek mijn moeder toe hoe de enveloppe openscheurde en begon te lezen. Ik schreeuwde het uit van blijdschap.
‘Ma, wanneer gaan we naar de Wegisweg? Boeken kopen? En een toverstaf? Gaan we morgen? Ja toch hé ma?
‘ Rustig Remus, allen op zn tijd!’ kapte mijn moeder glimlachend mijn stortvloed van vragen af. ‘Ja, we gaan morgen naar de Wegisweg, en ja, we gaan daar alles kopen wat je nodig hebt.’
‘Echt ma? Bij Olivander? En Goudgrijp? Wauw, en gaan we naar Zwik en Zwachtels? En..’
Mijn vader kwam de kamer in. ‘Wat is dat voor lawaai hier’, vroeg hij. ‘je zou er nog doof van worden!’
Ik stormde op mijn vader af. ‘Pa, pa, de brief is er! De brief! De brief van Zweinstein!’ Ik duwde de brief onder zijn neus. Even was hij sprakeloos, maar toen tilde hij me op en droeg me naar de haard.
‘Ik denk dat de Wegisweg niet tot morgen kan wachten’ zei hij met een glimlach, en hij pakte wat Brandstof uit het bakje naast de haard.
De haard was groot genoeg voor ons alledrie, dus gingen we er samen in staan.
'De Wegisweg!' riep mijn vader duidelijk.
Even had ik het gevoel dat ik ging stikken, maar toen opende ik mijn ogen en waren we op de wegisweg.
Toen ik wat beter keek, zag ik dat we bij de Beestenbazaar waren.
Ik keek mijn vader en moeder smekend aan. Ze wisten goed genoeg dat ik een uil wou. Mijn vader lachte toen hij mijn blik zag.
'Vooruit dan maar, omdat jij het bent' zei hij en we liepen naar de uilen.

Ik hapte nog eens in mijn ijsje. We liepen nu al 2 uur rond op de Wegisweg, en toch hadden we nog niet alles.
Allen nog een toverstok. Ik dacht al een hele dag aan de toverstok. Mijn eigen toverstok!
Door mijn gelukzaligheid besefte ik niet dat we al bij Olivander waren.
Een oude, kalende man met grijs haar en zilverachtige ogen stond voor mij.
'Aha! De familie Lupos! Een toverstok hé, kom maar mee, jongen!'
Ik keek naar mijn moeder, die me bemoedigend toelachte.
Vervolgens liep ik met Olivander mee.
'Hmm hmm.. Ja.. ja.. Deze misschien?' mompelde hij in zichzelf.
Hij gaf me een toverstok. Ik pakte hem en zwaaide ermee.
KLING! Een kapotte vaas lag naast me. Geschrokken overhandigde ik de toverstok terug aan Olivander.
'Maak je niet druk, dat overkomt de beste tovenaars', zei Olivander geruststellend, terwijl hij me een andere toverstok in de handen duwde.
Een zwevend gevoel verspreidde zich tot in mijn vingertoppen en mijn hoofd werd leeg. Oranje vonken spoten uit de toverstok.
Verbaasd keek ik naar het houten ding.
Ik wist helemaal niet dat ik vonken kon laten verschijnen!
'26,7 cm, eikenhout met een kernhaar van een chimaera, lekker buigzaam en perfect voor transfiruraties,' vertelde Olivander. 'Een van mijn beste stokken!'
Met een lach liep ik naar mijn moeder en vader, die Olivander een paar Galjoenen overhandigde.
'Kom Remus, we hebben alles, laten we terug naar huis gaan' zei mijn moeder.
Met de toverstok stevig in mijn hand gedrukt galmde de woorden van Olivander na in mijn hoofd.
'Perfect voor transfiguraties..' Misschien lag de oplossing bij zijn toverstaf?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen