03. Just start with some answers.
'Nee', blijf ik resolutaat herhalen.
De agenten kijken elkaar hulpeloos aan.
'Ik laat hem niet los', zeg ik. Mijn ogen zijn emotieloos, net als mijn woorden, mijn ziel. Ik voel niets meer. De laatste aanraking die ik nog kan hebben, is de aanraking van mijn broertje in mijn armen. Ik wil hem niet los laten, als ik hem los laat, is hij écht weg.
De agenten kijken elkaar nogmaals aan. Ik zie de overwegingen in hun ogen staan. Geweld gebruiken is wel het laatste dat ze willen, maar ze moeten toch het lij-, mijn broertje, uit mijn armen zien te halen.
'Je mag niet naar boven! Kom terug!' hoor ik een stem vanaf beneden schreeuwen. Er klinkt een vertrouwd gekraak van de trap wanneer iemand snel naar boven probeerd te komen.
De agenten houden hem meteen tegen.
'Je moet beneden wachten', zegt een van de twee.
'Laat mij het proberen', zegt de jongen. Het blijft even stil, een stilte van twijfels.
'Jane?' Ik kijk op in een paar blauwe ogen.
Hij glimlacht even lief, maar zijn ogen doen niet mee. Hij komt naast me op bed zitten. Ik zie de blik in zijn ogen, het idioten meisje dat het lijk niet kan loslaten. Wanneer ik met mijn ogen knipper, besef ik echter dat hij helemaal niet zo kijkt. Hij wil me helpen. Er staat juist pijn in zijn ogen. Ik heb het zwaar hier doorheen te gaan, hij vindt het zwaar dat hij mij hierdoor heen ziet gaan. En waarom? Ik ken heel die jongen helemaal niet... Toch?
'Het is tijd, Jane', zegt hij zacht. Ik voel hoe mijn ogen weer vollopen met tranen. Zacht schud ik mijn hoofd, maar het is niet overtuigend. Nu pas, door zijn stem, zijn woorden, besef ik dat het echt zo is. Ik moet hem loslaten.
'Ik k-kan het n-niet.' Er zit een enorme brok in mijn keel, zo groot dat het zelfs pijn doet.
'Jawel, je hebt mij. Laat Tom maar los. Kom maar bij mij', zegt hij zacht, lief.
Moeizaam maak ik de grip op mijn broertje iets losser, maar ik kan het niet. Ik kan hem niet geheel loslaten. De jongen heeft het door.
Hij komt nog dichter bij ons zitten en pakt voorzichtig mijn hand vast. Zijn warme aanraking laat me pas echt beseffen dat ik Tom moet laten gaan. Ik laat hem, met behulp van de jongen, los en kruip bij de jongen op schoot. Hij slaat zijn armen beschermend om mij heen, trekt me nog dichter naar zich toe. Hij drukt mijn hoofd tegen borst en kamt met zijn handen door mijn haar, fluistert dat het wel goed komt.
Mijn blik blijft eindeloos op de muur gericht. Zijn handen blijven mijn huid strelen. Nauwelijks heb ik het doorgehad toen ze hebben verplaatst. Ik ben nu in een huis, een onbekend huis. Ouderwets ingericht en koud.
'Waar zal ze aan denken of zal ze nergens aandenken?' klinkt er een onbekende stem.
'Ze ziet beelden voor zich', klinkt de stem van de jongeman van het strand. Zijn stem klinkt hard, gevoelloos.
Op de een of andere manier heb ik het plotselinge gevoel van oplaaiende woede. Het gevoel dat ik keihard wil gillen, gewoon keihard wil schreeuwen. Het gevoel dat ik gek wordt.
In plaats van mijn gevoelens te laten gaan, kijk ik op en laat ik mijn stem door de kamer klinken.
'Wie zijn jullie?'
De jongen met blauwe ogen kijkt me even hoopvol in de ogen, blij dat ik eindelijk praat. 'Isaac.'
'Derek, Derek Hale', zegt de ander.
Wanneer ik wacht op een derde antwoord, frons ik mijn wenkbrauwen. Ik kijk op en merk dat er niemand anders is.
'Waar is.. hij heen?' vraag ik. Derek zijn blik staat even strak op mijn gericht, wanneer hij kortaf antwoord 'hij moest wat regelen'.
Zijn leugen komt hard aan. De onderdrukte gevoelens van net komen er in een keer uit. Ik spring op van de schoot van Isaac en pak pook van naast de openhaard en ga in strijdhouding staan. De verwilderde blik in mijn ogen zegt genoeg over de mentale status van mij.
'Vertel me wie de fuck jullie eigenlijk zijn en wat jullie hiermee te maken hebben!'
-- Please(!), Tell me what you think? --
Reageer (3)
Aaaaah daniel sharman als isaac love
1 decennium geledenyeey!! goed
1 decennium geledenisaac<3 en derek<3 goed geschreven(: ik vind dat ze haar broertje niet los wil laten een goed geschreven(:
1 decennium geleden