Al snel raakte we aan de praat en hij kwam naast me tegen de muur aan zitten. Het was een raar gesprek. We hadden het er niet over wat hij hier deed of wat ik hier deed. Ik wist werkelijk niks van hem maar we praatte over van alles.
Ik besprak uitgebreid met hem op welke jongens ik viel en hij praatte met mij over meiden alsof we al jaren vrienden waren. Zijn naam wist ik niet, en hij wist de mijne ook niet. Hij was ongeveer een paar jaar ouder als mij, dat zag ik in zijn gezicht. We hadden het erover dat hij klein was voor zijn leeftijd. Toen ik vroeg hoe oud hij was bleek dat er precies een anderhalf jaar tussen onze verjaardagen zat.
'Het heeft zo moeten zijn.' Zij hij.
Een zinnetje waar hij bij glimlachte. Een glimlach die er voor zorgt dat ik automatisch terug glimlachte.
Licht blozend, glimlachte ik lief terug waarnaar hij zijn arm om mij heen sloeg. En hij praatte verder alsof het niks was. Die arm om mijn schouder betekende heel wat voor mij. Toen ik daar naast hem op de grond zat, tegen hem aan geleund, had ik voor het eerst echt het gevoel dat ik speciaal was. En blijkbaar was ik dat ook voor hem. Voor ons beiden was dit moment speciaal. Hij zag me niet als een klein meisje van 15 maar als iemand die even oud was. Misschien was dat omdat ik altijd al met oudere mensen om ging. Dat kwam vooral door mijn zus. Jill was 17 en ik kon heel goed met haar. Als ik ergens mee zat was zij de eerste die het hoorde. Ik praatte dus veel met haar en haar vriendinnen die natuurlijk gewoon praatte als 17 jarige meiden en ik praatte mee als een 17 jarig meisje.
'Hoe heet je eigenlijk?' vroeg hij aan me.
Beide lachten we om het fijt dat we al een paar uur aan het praten waren met een onbekende.
'Liz de Jong, aangenaam.'
Hij glimlachte en schudde mijn uitgestoken hand. 'Ik ben Justin. Zou ik je mobiele nummer mogen?' Vroeg hij.
Er was geen twijfel te lezen in zijn gezicht. Hij was sowieso moeilijk te lezen. Ik zag al snel aan hem dat hij zich verstopte achter die geweldige glimlach.
Ik pakte mijn mobiel erbij en hij zette zijn nummer in mijn mobiel. Ik vertelde hem mijn nummer en hij zette hem in zijn mobiel.
'Ik moet gaan.' Zij hij nog steeds met dezelfde glimlach alleen was de teleurstelling in zijn stem te horen.
'Als ik geluk heb zie ik je morgen misschien nog. Maar misschien zit ik dan al in Parijs.'
Bam! En weg was het sprookje. Natuurlijk hij moest weg, en ik zou hem nooit meer terug zien. Dat had ik al wel kunnen bedenken. Hij keek me aan. 'Ik moet nu echt gaan.' zei hij en stond op. Ik stond ook op en voelde een steek door mijn voet heen gaan.
'Doei Liz.'
Hij drukte een kus op mijn wang en was er vandoor.
'Pas op met het fietsen.' was het laatste wat hij zij. Hij liet nog even zijn geweldige glimlach zien en weg was hij.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen