#010
Ik heb trouwens een nachtmerrie gehad vannacht. Het was zo zielig.
Er kwam een kudoknopje naar me toe gerend. "Ik heb het zo koud..." zei hij zielig. Medelijdend legde ik een deken om hem heen, maar hij schudde zijn hoofd.
"Dat helpt niet," zei hij.
"Wat helpt dan wel?" vroeg ik.
"Ik word alleen warm," antwoordde hij, "als er heel vaak op mij wordt geklikt."
Dusja... Wie helpt er mee hem warm te maken?
“Mam!” Ik probeer een beetje overeind te gaan zitten, maar dat lukte niet omdat mijn rechterbeen in de lucht hing. Mijn moeder sprong op en haastte zich naar me toe.
“Lieve schat, hoelang ben je al wakker?” vroeg ze.
“Eh… Een uurtje, of zo?” Ik keek naar Luke, die bevestigend knikte.
“Waarom heb je me niet wakker gemaakt?” Ze omhelsde me voorzichtig.
“Je lag daar zo rustig te slapen, en ik hoorde dat je hier bijna de hele tijd zit. Ik vond dat je de slaap nodig had,” zei ik. Ik vond het heel logisch klinken, maar mijn moeder leek het daar niet mee eens te zijn.
“Ik was zo bezorgd!” riep ze uit. Ze keek me een beetje verwijtend aan.
“Sorry mam,” mompelde ik ongemakkelijk.
“Wat is er gebeurd?” ratelde ze verder. Mijn vrienden keken een beetje verontschuldigend naar mij en zeiden niets.
“Weet ik niet, mam,” zuchtte ik.
“Hoe bedoel je?” Opeens werd ze een stuk minder druk.
“Ik bedoel,” verduidelijkte ik, “dat het laatste dat ik me kan herinneren, het gesprek met Matt was en dat ik hem een knuffel gaf.” Zodra de woorden mijn mond hadden verlaten, wist ik wat ik gezegd had. Geschrokken sloeg ik mijn handen voor mijn mond. Iedereen keek Matt aan.
“Wat?” vroeg hij. “Er is niks gebeurd hoor! We gaven elkaar een knuffel zoals we altijd doen, ik ging naar binnen en Alex stapte op haar fiets.”
“Kom op, Ariël,” zei Lina. “Weet je echt niks meer?” Dat ‘Ariël’ moet misschien even uitgelegd worden. Omdat mijn enigszins krullende haar vuurrood is, werd ik door iedereen Ariël genoemd. En het feit dat ik dol was op zwemmen, hielp ook niet echt.
“Sorry, Lien,” zei ik. “Echt helemaal niks.” Iedereen zuchtte.
“Jammer,” zei Cole. De rest knikte. Er kwam een dokter binnen.
“Er is hier echt te veel bezoek nu, sorry,” meldde hij.
“Ik ga wel,” zei Luke.
“Ik ook,” zeiden Lina en Matt tegelijk. Dus bleven mijn moeder en Cole.
“Hoe gaat het nu met je?” vroeg de dokter.
“Wel goed, geloof ik,” antwoordde ik. De dokter knikte tevreden.
“Mooi zo. En je praat ook alweer, merk ik.” Hij glimlachte. Hij had een leuke glimlach. Ik schatte hem rond een jaar of twintig. “Ik ben trouwens dr. Jameson, maar jij mag me Marcel noemen.”
Ik knikte. “Hoe erg ben ik gewond?” vroeg ik.
Marcel keek even op één van de papieren die hij in zijn handen hield. “Eens zien… Je hebt twee gekneusde ribben en één gebroken rib. Je hebt een paar inwendige bloedingen in je rug en je been is gebroken, maar dat had je vast al gemerkt.” Hij knikte naar mijn been.
“Hoe lang gaat het duren voordat ik genezen ben?”
“Je been zal zes weken in het gips moeten blijven. Wat je ribben betreft moet je het gewoon rustig aandoen. Over drie dagen mag je naar huis, als je me belooft dat je veel zult rusten en feitelijk niks doet.” Hij keek me indringend aan. Hij had mooie ogen. Ze waren een beetje grijsblauw, met een vleugje bruin er door heen.
Ik knikte weer. “Ik beloof het,” fluisterde ik.
“Dat is dan geregeld. Ik zie dat je ook al weer wilt eten?” Ik keek naar de banaan in mijn hand.
“Eh, ja,” stamelde ik. “Dat is toch niet erg?”
Glimlachend schudde Marcel zijn hoofd, waarbij zijn lichtblonde krullen op en neer dansten. “Nee hoor, het is juist goed! Blijf zo doorgaan, en dan zul je snel genezen. Als jullie het niet erg vinden, ik moet nog even naar een andere patiënt.”
We zeiden allemaal gedag, en na een laatste lach aan mijn adres liep Marcel de kamer uit. Ik plofte terug in mijn kussen.
Volgens mij was ik een beetje verliefd.
Er zijn nog geen reacties.