#007
Er zat geen pauze in de film. Daar baalde ik van, want we hadden van tevoren geen popcorn gekocht, omdat we erop rekenden dat er een pauze zou zijn. De jongens leken het niet erg te vinden.
Na de film joelden de jongens en vertelden elkaar wat ze de beste stukjes vonden. Geamuseerd liep ik tussen ze in naar buiten.
“Jongens,” kwam ik tussenbeide. “Het is al vijf uur, we moeten naar huis. We zouden vroeg eten.”
“ Is goed,” zeiden ze tegelijk. Cole knuffelde mij even ter afscheid en gaf een box aan Matt.
“Later!” zei hij, en hij sloeg af naar zijn huis.
’s Avonds stonden Matt en ik voor mijn deur.
“Het was heerlijk,” zei Matt.
“Natuurlijk, mijn moeder heeft het gemaakt,” grapte ik.
Matt lachte. “Ik moet nu maar weer gaan, anders wordt mams nog ongerust.”
“Ben je op de fiets?” vroeg ik. Matt knikte. “Dan fiets ik wel even mee.” Ik glimlachte naar hem en pakte mijn fiets.
Samen fietsten we door het donker naar zijn huis. We praatten over van alles en nog wat, maar vooral over Lina en haar grappige acties. Aangezien dat er heel veel waren, was dat zo’n beetje het enige waar we het over hadden. Opeens veranderde Matt van onderwerp.
“Alex?” begon hij serieus.
“Wat is er?” Ik keek hem aan.
“Ik denk dat jij een vriendje nodig hebt.”
Ik barstte in lachen uit. “Wat?” hikte ik.
“Ik meen het!” Ik stopte met lachen. Matt keek heel ernstig. “Sinds het uit is met Kyle, ben je niet meer de gelukkige Alex die je toen was.”
“Dat is een half jaar geleden!”
“Weet ik wel,” zei Matt geduldig, “maar toch.”
“Ik ben heel gelukkig,” verweerde ik me.
“Dat is gespeeld.” Ik opende mijn mond om te protesteren, maar Matt gaf me geen kans. “Alex, ik ken jou al sinds, ik weet niet precies, heel lang in elk geval. Ik weet het precies wanneer jij gelukkig bent en wanneer niet.”
We waren bij zijn huis gekomen. We stopten en stapten af. Matt zette zijn fiets vast aan de boom in hun tuin, maar praatte gewoon verder. “Lex, ik vind echt dat je een vriendje moet vinden. Iemand die echt van jou houdt, en met wie je kunt praten. Wil je me dat beloven?”
“Ik zal er over nadenken,” zei ik weifelend. Om eerlijk te zijn durfde ik niet zo goed. Ik was mijn vertrouwen in de liefde een beetje kwijt sinds Kyle.
“Dat zei je ook over die kledingontwerpen, maar daarvan weet ik ook vrij zeker dat je dat niet gaat doen,” zei Matt.
Ik glimlachte een beetje waterig. “Je kent me te goed.”
“Weet ik, soms is dat best irritant. Dat betekent namelijk dat jij mij ook te goed kent.” Hij trok een scheef gezicht. Ik lachte en gaf hem een knuffel.
“Welterusten, teddybeer,” zei ik. Hij knuffelde me terug.
“Trusten,” zei hij. Hij keerde zich om en liep naar de voordeur. In de deuropening keek hij nog één keer om en zwaaide. Toen ging hij naar binnen.
In mijn eentje fietste ik weer terug. Ik hield niet zo van de weg hier. Het was donker en verlaten. Gelukkig had ik het licht van mijn lamp, hoewel het niet genoeg was om mij helemaal gerust te stellen.
Ik begon zachtjes voor me uit te zingen, in de hoop dat het me een beetje zou bemoedigen. Het hielp niet echt. Opeens hoorde ik gemiauw en zag een kat voor me langs rennen. Ik slaakte een gil en slingerde mijn stuur naar links om de kat te ontwijken. Ik reed door de bosjes. De takken sloegen in mijn gezicht, en ik kon niet remmen.
Ik voelde mijn fiets naar beneden vallen. Er was hier een steile helling. Ik viel van mijn fiets en rolde naar beneden.
Alles werd zwart.
Reageer (1)
Pam Pam paaaaam...
1 decennium geleden