#004
Mijn telefoon ging af. Ik legde mijn pen weg en nam op. “Met Alex.”
“Origineel,” merkte de stem aan de andere kant op.
“Ik weet het. Dat van jou in elk geval wel. De meeste mensen vertellen hun naam.” Ik glimlachte. Ik had allang door wie het was. Het was Matt, mijn beste vriend sinds de brugklas.
“U spreekt met meneer Smith. Ik wilde u vragen of uw deurbel het wel goed doet.”
“Meneer Smith? Sorry, die ken ik niet. Mag ik vragen waarom u over mijn deurbel begint?”
“Omdat ik de indruk krijg dat die het niet goed doet.”
“Matt, waar heb je het over?” zei ik niet-begrijpend.
“Alex, één van de mindere dingen aan jou: hoe subtiel ik soms ook ben, je begrijpt het bijna nooit. IK STA VOOR JE DEUR.”
“O.” Ik was even stil. “O!” zei ik toen.
“Hè hè,” zuchtte Matt.
“Ik kom eraan!” Ik klapte mijn telefoon dicht en rende naar beneden. “Hoi Matt,” zei ik, toen ik de deur opendeed.
“Hé Alex.” Matt grinnikte nog na en trok me in een knuffel. “Ik hoorde van Lina over Luke.”
“Je moet niet op Lina letten, die is een beetje in een dip na die ontmoeting met hem.”
“Dat had ik door, ja.” Matt grijnsde. “Typisch Lina.” Ik knikte.
“Kom binnen,” zei ik. “Wil je wat drinken?”
“Ja, lekker.” Matt stapte naar binnen. We liepen naar de keuken, waar ik twee glazen volschonk met cola. “Kom, we gaan naar boven,” zei ik. Matt volgde me de trap op naar mijn kamer. Ik zette de glazen neer op mijn nachtkastje. Matt wierp een blik op mijn bed.
“Je was huiswerk aan het maken?” zei hij ongelovig.
“Eh, ja, is dat erg?” vroeg ik verbaasd.
“Nou, nee. Ik ben het gewoon niet van je gewend.”
“Ik maak mijn huiswerk altijd hoor!” verdedigde ik mezelf. Matt trok een wenkbrauw op. “Oké, vaak.” Zijn wenkbrauw ging nog hoger. “Goed, goed, meestal niet,” gaf ik toe.
“Zo ken ik je weer,” zei Matt tevreden. Ik rolde met mijn ogen.
“Wat kwam je hier doen, meneer Ik-ken-Alex-zo-goed?”
“Mijn broertje deed irritant, dus ik moest even weg.” Matt’s broertje had ADHD, en af en toe werd het echt een chaos bij hem thuis. Meestal als dat gebeurde, vluchtte Matt naar mij toe. Hij heeft me eens verteld dat hij het fijn vond bij, omdat het hier zo rustig en onafhankelijk van iedereen was. Dat had me toen even verbaasd, maar toen ik er over nadacht, bleek dat hij gelijk had. Mijn ouders bemoeiden zich inderdaad niet zoveel met mij, en eigenlijk vond ik dat wel fijn. Bovendien was ik enig kind, dus had ik ook geen gedoe met broertjes en zusjes.
“Wil je blijven eten?”
“Heel graag.” Ik rende naar de trap.
“Mam!”brulde ik naar beneden. “Mag Matt blijven eten?”
“Prima!” schreeuwde ze terug.
“Geregeld,” zei ik zelfvoldaan tegen Matt. Hij lachte. “Ik sms mijn ouders even.”
We gingen op mijn bed zitten. Ik gooide mijn huiswerk op de grond. Matt pakte zijn telefoon en verstuurde het berichtje.
“Waarom heb je hier geen tv?” klaagde hij. Ik haalde mijn schouders op.
“Ik had er geen behoefte aan. Bovendien heb ik mijn laptop met internet.” Dat deed me ergens aan denken. Ik haalde mijn laptop onder mijn bed vandaan en drukte op de ‘aan’-knop. “Ik moet even kijken of Tante B. mail heeft.”
Ik schreef voor de schoolkrant een column, Tante B. Daar konden mensen naar toe mailen als ze problemen hadden. Op sommige vragen –voornamelijk de vragen over liefde – had ik geen antwoord, maar wist ik toch iets in elkaar te flansen waardoor de schrijvers tevreden zijn.
“En nog steeds weet niemand dat jij Tante B. bent?” vroeg Matt.
“Dat klopt,” zei ik trots. “Mensen mailen immers naar het e-mailadres van Tante B., niet naar dat van mij.”
“Ik ben elke keer weer onder de indruk.” Matt grijnsde.
“Wat kan ik zeggen?” zei ik. “Ik ben gewoon slim.”
Reageer (1)
WIIIEE
1 decennium geledenVerder
Tante B, hahaha, cool ^^