Ik weet het niet
Scot wachtte. Hij wachtte tot ik wat zou zeggen, maar ik kon niets bedenken, niets over mijn lippen krijgen.
Ik wilde wegrennen, vluchten, hier niets mee remakes hebben. Een liefde als die van een wachter voor zijn licht kon ik niet voorstellen. Dat was te sterk, te mooi. Ik was dat niet waart.
Scot bleef zitten. Hij was in gevecht met zichzelf; moest hij weg gaan? Blijven? Wat zeggen?
Ik deed hem pijn, verwarde hem. Ik wilde bij hem blijven, maar ook heel hard weg rennen. Ik wilde hem slaan, maar ook hem omhelzen.
Scot stond op en liep de kamer uit. Mijn beeld werd wazig en boos veegde ik tranen van mijn wangen. Ik wilde zo graag achter hem aan gaan. Ik stopte mijn hoofd in een kussen en slaakte en gedempte schreeuw. Waarom was het nou zo moeilijk?
Ik stond zuchtend op en bekeek nog eens wat ik aan had. Een veel te groot shirt van Scot en mijn slipje. Mijn kleding was nergens te bekennen en het idee dat Scot mij uitgekleed had maakte me misselijk. Ik liep de badkamer in en gaf over.
'Iza?' Zijn stem was slechts een zachte fluistering. 'Iza wat is er?' Hij nam mijn gezicht in zijn grote handen en keek me bezorgd aan. 'Je kan me alles vertellen dat weet je toch?'
'Ik... ik...' begon ik. 'Ik weet het niet. Ik wil hier weg, maar ik weet niet waar ik heen zou moeten.'
'Weg met mij?' vroeg Scot voorzichtig. Ik dacht na en knikte toen. Ik moest weten wat ik wilde van Scot en ik wilde hem op zo'n manier kunnen bekijken dat ik niet bang van hem zou hoeven zijn.
'Wat zou je dan willen doen als je weg was?' vroeg Scot zachtjes. 'Het mag alles zijn.'
'Nee,' zei Scot. 'Ik wil niet, Iza!' Scot keek me doodsbang aan en ik moest heel veel moeite doen om mijn lach in te houden.
'Je hoeft echt niet bang te zijn,' zei de leraar glimlachend.
'Nee! Ik ga niet!' riep Scot uit. Ik keek hem heel beledigd aan.
'Je zei dat het alles mocht zijn!' zei ik verontwaardigd.
'Ja, wat jij ging doen,' zei Scot. 'Dat betekend toch niet dat ik...'
'Ik wil heel graag zien hoe jij zwemles krijgt,' zei ik onschuldig. Scot keek me aan alsof hij me ter plekke wilde vermoorden. 'Kijk niet zo je maakt me bang.' Metteen keek hij geschrokken op. 'Smile!' Even keek hij me levenloos aan toen liep hij voorzichtig naar de rand van het zwembad toe.
'Ik ga niet het diepe in, want dat is veel te diep en dan verdrink ik en...' begon hij.
'Scot,' zei ik en ik nam zijn gezicht in mijn handen. 'Alles komt goed. Het is maar water.'
'Het komt niet goed, want het is water,' zei Scot.
'Je durft wel een gebouw vol vijanden in te rennen om mij te redden, maar niet om het water in te gaan?' vroeg ik sceptisch.
'Die vijanden kan ik vechten, het water niet,' zei Scot zachtjes.
'Wat als ik nou vastgebonden lig op de bodem van een meer? Hoe wil je me dan gaan redden?' vroeg ik.
'Ik drink het meer leeg,' gromde Scot en hij volgde zijn zwemleraar naar het ondiepe stuk van het zwembad.
'Iza?' klonk een stem achter me. 'Wat doe jij nou weer hier?' Ingrid kwam verbaasd aan lopen.
'Dat kan ik ook aan jou vragen!' zei ik even verbaasd.
'Ik werk achter de bar,' zei ze glimlachend. 'Jij..?'
'Ik heb Scot zo ver gekregen zijn eerste zwemles te nemen,' zei ik. Ingrid schoot in de lach.
'Nu even serieus wat doe je hier?' vroeg ze. Ik wees Scot aan die boos aan de rand van het ondiepe zwembad stond en weigerde het water in te gaan. Hij keek even boos mijn richting op en ik zwaaide vrolijk. Even dacht ik dat Ingrid ging stikken, toen besefte ik dat ze dubbel lag van het lachen. Scot keek fronsend naar Ingrid en ik stak onschuldig mijn handen op. Alsof ik had geweten dat zij hier nu zou zijn.
'Hoe heb je hem zo ver gekregen?' vroeg ze toen ze eenmaal uitgelachen was.
'Tja ik begrijp eerlijk gezegd ook niet waarom hij het doet,' zei ik schouder ophalend.
'Waar was je eigenlijk gister?' vroeg Ingrid. 'We zouden dat filmpje gaan kijken weet je nog?'
'O ja sorry,' zei ik. 'Ik was op de bank in slaap gevallen, mijn broer heeft me in bed gelegt. Ik had verhoging volgens hem.'
'O was je daarom ook niet op school vandaag?' vroeg Ingrid en ik knikte snel. Wauw en ik dacht altijd dat ik slecht was in liegen!
'Maar hoe zag het eruit?' vroeg ik.
'Dat weet ik niet,' zuchtte Ingrid. 'Peter voelde zich ook niet goed en was ook vroeg naar bed gegaan en was vergeten af te bellen. Hij was vanochtend ook niet op school, maar smste wel rond een uur of 1. Hij zei dat hij zich al een stuk beter voelde. Waarschijnlijk heerst er een of ander virus.' Ik zweeg en keek naar Scot die nog altijd weigerde het water in te gaan. 'Ik moet zo aan het werk,' zuchtte Ingrid. 'Kom je bij mij zitten of blijf je kijken?'
'Ik kom zo,' zei ik. Ze glimlachte naar me en liep naar de bar. Ik stond ook op en liep het teras af naar Scot toe.
'Ik wil het niet Iza,' siste hij zachtjes.
'Oké dan doe je het niet,' zei ik. 'Dan ga je je omkleden.' Scot keek me verbaasd aan. 'Ik ben even bij Ingrid.' Ik hoorde hem zuchten.
'Ik kan wel zwemmen,' zei hij zachtjes. Ik draaide me verbaasd naar hem om. 'Ik was nog geen week wachter toen mijn familie een auto ongeluk kreeg. De auto vloog het meer in. Ik was nog niet sterk en kon niemand de auto uit helpen, maar ik kon ook niet dood. Ik kreeg geen lucht meer, maar bleef leven terwijl zij.. terwijl zij...' Ik legde mijn hand op zijn wang en pakte met de andere zijn hand vast.
'Ik wilde je alleen helpen,' zei ik zachtjes. 'Ik wilde niet dat je...' Scot haalde diep adem, draaide zich om en dook met een sierlijke duik het water in. Hij kwam weer boven, klom het zwembad uit en liep naar de douches.
'Ik neem aan dat hij geen zwemles meer hoeft?' vroeg zijn zwemleraar totaal overdonderd. Ik knikte en liep naar de bar.
'Wanneer krijgen jullie het filmpje te zien?' vroeg ik aan Ingrid.
'Vanavond,' zei ze glimlachend. 'Peter sms'te het Luuk net. Kom je ook?' Ik knikte. 'Weet je waar het is?'
'Luuk heeft me gister al verteld waar hij woont,' zei ik. 'Maar ik ga zo dus...'
'Heeft Scot het leren zwemmen al opgegeven?' vroeg Ingrid lachend.
'Nee, hij kon al zwemmen,' zei ik en liep richting de uitgang.
'Iza.' Scots stem was slechts een fluistering. Ik keek op. Ik zat buiten het zwembad op hem te wachten. 'Ik heb duidelijkheid nodig.' Hij ging naast me zitten. 'Want als ik niet weet wat jij wilt dan...'
'Ik weet niet wat ik wil,' zei ik zachtjes. 'Het maakt me behoorlijk bang eerlijk gezegd.'
'Ik zal je beschermen tegen iedereen die je pijn wilt doen,' zei Scot zachtjes.
'Maar wie zal me beschermen tegen jou?' vroeg ik zachtjes. De blik in Scots ogen was onbeschrijfelijk. Hij keek alsof ik zijn ziel uit zijn lichaam had gescheurd, maar ik hield niet op met praten. 'De liefde die jij beschrijft bestaat niet Scot. Daar geloof ik niet in.'
'Sprookjes,' mompelde Scot zachtjes.
'Nee, Scot,' zei ik. 'Je beweerd een liefde te kennen die sterker is dan die in sprookjes. Dat van het vuur is al...'
'Stop, maar,' zei Scot. 'Ik begrijp het al.'
'Nee, je begrijpt het niet,' zei ik. 'Je wilt alleen niet horen wat ik zeg.' Scot keek me stomverbaasd aan.
'Inderdaad ik wil het niet horen,' zei Scot.
'Waarom niet?' vroeg ik.
'Omdat ik het zelfde tegen Kelly zei,' gromde hij. 'Ik begreep niet wat ik voor haar betekende en hoeveel zei voor mij betekende tot ze voor mij stierf.' Ik stond op.
'En natuurlijk gaat het weer over Kelly,' mompelde ik. 'Gaat het ooit wel eens niet om haar?'
Er zijn nog geen reacties.